VUB-onderzoek naar oversterfte in Belgische arrondissementen - Zwaarst getroffen arrondissementen zijn Bergen, Brussel en Hasselt

 Uit internationale vergelijkingen blijkt dat de Covid-19-sterfte in België per hoofd van de bevolking tot de hoogste in de wereld behoort. Dit gaf aanleiding tot discussies over de registratie van Covid-19-sterfte en de vraag of België niet teveel sterfte aan Covid-19 toeschreef. Prof. Patrick Deboosere van de VUB-onderzoeksgroep Interface Demography onderzocht de sterftecijfers en vergleek deze met de registratie van sterfte via het rijksregister, welke ongeacht de oorzaak de dagelijkse sterfte in België weergeeft. De conclusie is dat de oversterfte naar alle waarschijnlijkheid volledig kan worden toegeschreven aan Covid-19.

Deze gegevens van het rijksregister zijn per arrondissement beschikbaar voor de algemene sterfte in België voor de periode van 10 maart tot 19 april 2020. “Wanneer we de gemiddelde sterfte voor de jaren 2015 tot 2019 in de overeenstemmende periode als referentie nemen voor de te verwachten sterfte kunnen we voor elk arrondissement het impact nagaan van Covid-19 op de sterftecijfers. We kunnen dit verder opdelen naar leeftijd en geslacht,” zo prof. Deboosere.

Twee vaststellingen op basis van deze grafiek:

1. De sterfte in België is buitengewoon hoog en bereikt vooral in de periode van 1 tot 12 april ongekende hoogtes met tot 639 overlijdens op 10 april, dit is meer dan het dubbele van de sterfte die men op die dag kan verwachten. De aprilmaand van 2020 was zowel in absolute aantallen als per hoofd van de bevolking de meest dodelijke sedert de Tweede Wereldoorlog.

2. De registratie van de sterfte aan Covid-19 loopt vrijwel volledig parallel met de gemeten oversterfte. De oversterfte kan naar alle waarschijnlijkheid volledig worden toegeschreven aan Covid-19.

De Covid-19-crisis zorgt dus wel voor heel wat bijkomende vroegtijdige sterfte in de leeftijdsgroepen van 65 tot 84 en in de zwaarst getroffen arrondissementen ook in de leeftijdsgroep van 45-64-jarigen. Het zwaarst getroffen arrondissement voor deze periode is Bergen, gevolgd door Brussel en Hasselt met het zwaar getroffen Sint-Truiden en Alken. Voor deze drie arrondissementen ligt de sterfte door Covid-19 ongeveer dubbel zo hoog als verwacht. Bijzonder hard getroffen is ook Luik met 80% hogere sterfte. Twee arrondissementen vertonen geen oversterfte: Diksmuide en Hoei. In heel wat arrondissementen is de oversterfte ook relatief beperkt gebleven met cijfers tussen de 10 en de 30 procent, cijfers die vergelijkbaar zijn met een ernstige griepepisode.

Deboosere duidt de oversterfte in zijn historische context: “Bekijken we de tijdslijn op langere termijn dan zal de oversterfte in de eerste helft van april een historisch dieptepunt zijn. Nooit tevoren kende de aprilmaand in ons land zo’n hoge sterfte. Gegeven de snelle verspreiding van het virus vanuit verschillende besmettingshaarden in ons land hebben de maatregelen van 13 maart ons wellicht op de valreep behoed voor een veel ergere crisis. Voor België blijkt de registratie van de sterfte door Covid-19 dus van bij de start bijzonder accuraat te zijn gebeurd. Internationaal zullen de cijfers voor verschillende landen in de toekomst wellicht naar boven moeten worden bijgesteld, vooral wanneer daar de oversterfte beduidend groter blijkt te zijn dan de gerapporteerde Covid-19-overlijdens. België zal hoe dan ook tot de landen behoren waar de pandemie bijzonder sterk heeft toegeslagen.”

Minder jongeren gestorven

Opvallend is de lagere sterfte dan verwacht bij jongeren in de meeste arrondissementen. De Covid-19-maatregelen hebben hier de sterftecijfers sterk naar beneden gedrukt en dit is voor verschillende arrondissementen ook het geval voor de leeftijdsgroep van 25-44 en soms zelfs bij de 45-64-jarigen. De daling in deze leeftijdsgroep was verwacht en is ook elders in Europa te zien. De maatregelen die de mobiliteit en het uitgaansleven voor jongeren en jongvolwassenen drastisch gereduceerd hebben zullen hierin wellicht hebben meegespeeld. In normale omstandigheden is bij 15-24-jarigen één op vijf overlijdens het gevolg van een verkeersongeval.  

“Maar het feit dat jongere leeftijdsgroepen veel minder sterk voorkomen in de overlijdensstatistieken betekent niet dat ze niet door de ziekte getroffen worden. Bij jongere kinderen blijkt een ontstekingssyndroom de kop op te steken. Hoewel het aantal gevallen nog relatief beperkt is, zou dit wel kunnen wijzen op veel meer langdurige en ernstige gevolgen van de Covid-19-epidemie dan tot nu toe werd aangenomen,” besluit Deboosere

Oversterfte naar geslacht, leeftijdsgroep en arrondissement. Aantal geobserveerde overlijdens in 2020 voor de periode van 10 maart tot 19 april op het aantal verwachte overlijdens op basis van het gemiddelde voor de jaren 2015 tot 2019. Bron: Rijksregister – Statbel – Sciensano - Bewerking: Interface Demography.