Het wielrennen kent al jaren een stijging van het aantal ‘sportieve fietsers’ die aangesloten zijn bij de federatie. Cycling Vlaanderen spreekt zelfs van een verdubbeling tijdens de laatste 15 jaar. Dat komt onder meer door tal van initiatieven binnen de federatie, zoals een aanbod van familievergunningen en de aanwezigheid van trainingsparcours (voor veldrijden, mountainbike en BMX).
 
Toppers als rolmodel
Topsporters hebben een grote  impact op de populariteit van hun sport en dat is ook in het wielrennen niet anders. Opmerkelijke prestaties zorgen voor meer media-aandacht en maken de sport dan weer bekend bij het brede publiek. Wegwielrenners als Tom Boonen of veldrijders als Sven Nys zijn nog steeds boegbeelden voor de wielersport die jong en oud kunnen inspireren. Niet enkel met hun prestaties op de fiets. Ook hun gedrag roept bewondering op bij vele Vlamingen. In een bevraging bij 1600 Belgen bleek dat drie op vier Vlamingen fan is van een sportman of sportvrouw. Zelfs na het beëindigen van hun carrière zorgen Nys en Boonen nog steeds voor een positief effect. Zo komt Sven Nys bijvoorbeeld nog steeds regelmatig in de media, heeft hij een eigen cycling center, schreef hij een boek en geeft hij regelmatig gastcolleges voor bedrijven.
 

 
Zorgen hun prestaties voor meer sporters?
Zoals de onderstaande figuur laat zien is de stijging van het ledenaantal (blauwe lijn) vooral sterk na periodes van euforie.  Zo zorgden prestaties van Sven Nys in 2005, waarbij hij eerste was in alle klassementen en op drie jaar tijd meer dan 25 overwinningen behaalde, voor een boost in het aantal wielrenners. In 2014 zagen we nog een sterke stijging na het boerenjaar waarin Nys eerste werd op het Belgisch kampioenschap en de leiding nam in de GvA Trofee en de Superprestige. De jaren daarop zorgde Van Aert dan weer voor de opvolging door zijn prestaties en bekendheid. Al kunnen we de stijging niet enkel en alleen aan deze figuren koppelen omdat ook tal van andere Belgen mochten juichen.  
 
Topsport en breedtesport: een siamese tweeling?
Breder onderzoek aan de VUB concludeert dat topsport en breedtesport elkaar nodig hebben, al is het geen één-op-één – relatie. “Zo heeft de federatie ‘cycling Vlaanderen’ bijvoorbeeld de voorbije jaren ook ingezet op het promoten van de wielersport bij jeugd en volwassenen. Bovendien bloeit de wielersport ook buiten de federatieleden-aantallen. Denk maar aan de vele sportieve fietsers in het weekend. En momenteel is het niet Vlaanderen maar Nederland, met Mathieu Van Der Poel, dat aan de leiding staat in de cyclocross. En ook daar heeft dat stijgende ledenaantallen tot gevolg,” aldus professor Debosscher. Het onderzoek besluit dan ook dat jongeren zich laten inspireren door de successen en het gedrag van topsporters. Net daarom zijn topsportsuccessen en topsporters als rolmodel zeker een belangrijke schakel in het bereiken van zowel jongeren als volwassenen. Ook de organisatie én live-uitzending van een evenement zoals de Brussels Universities Cyclocross kan zeker bijdragen aan de populariteit van de sportbeoefening, in het bijzonder bij onze Franstalige landsgenoten en bij de internationale community in het Brusselse, waar veldrijden vooralsnog minder gekend en geliefd is dan in Vlaanderen.