Tekst: Theun Pieter van Tienoven en Ignace Glorieux
Het zijn ‘sociale feiten’ die even reëel zijn als de zwaartekracht. Dat geldt ook voor de kloktijd, een sociale afspraak die zo diep verankerd is in ons dagelijkse leven dat ze overkomt als een natuurlijk gegeven. Dit wordt eens te meer duidelijk in de discussies over zomer- en wintertijd. Tegenstanders van de zomertijd argumenteren soms dat de mens niet ongestraft met de natuur speelt. Maar de kloktijd heeft weinig met de natuur te maken.
Afspraak uit 1884
In wezen gebruikten alleen de vroegste (agrarische) samenlevingen de natuur als duider van tijd. Dag en nacht, de seizoenen en persoonlijke signalen zoals honger en moeheid bepaalden de tijdsindeling. Naarmate samenlevingen complexer en grootschaliger werden, transport- en communicatiemiddelen sneller en uitgebreider, voldeden deze signalen niet meer. Tijdaanwijzers werden abstracter en gestandaardiseerd. De lokale zonnetijd is onpraktisch als je snel met de trein kan reizen. Bij elke tussenstop zou je je horloge moeten aanpassen en tijdstabellen opstellen zou uitermate complex worden.
Kloktijd en tijdzones zijn een afspraak die gemaakt is op een congres van wereldleiders in 1884 in Washington. Daar is niets natuurlijks aan, net zomin als aan de zevendagenweek en het feit dat augustus 31 dagen telt.
De kloktijd is een representatie van de abstracte tijd die door de mens is gemaakt om het dagelijkse leven in goede banen te leiden. We hebben de indruk dat de kloktijd buiten onszelf bestaat: we hebben tijd, we besteden tijd, we sparen tijd net alsof het iets tastbaars is. Maar in wezen krijgt tijd alleen maar een betekenis doordat we hem gebruiken in ons dagelijkse leven. Zo wordt tijd een sociaal feit, een realiteit die betekenis heeft en geeft.
Om 11 uur ’s avonds worden we moe, om 12 uur ’s middags krijgen we honger. Als we om 19 uur thuiskomen van het werk, is dat laat. Als we om 5 uur opstaan, is het vroeg (ook in de zomer als het al licht is), om 8 uur is het laat (zelfs op een donkere decemberochtend). Dat heeft niets met de stand van de zon of andere natuurfenomenen te maken. ’s Ochtends vroeg is het nog stil op straat, klinkt de radio anders, is de krant nog niet beschikbaar en komen er geen e-mails binnen. Waarom is dat zo anders? Omdat de klok 5 uur aanwijst. De klok ritmeert ons gedrag, en dat collectieve ritme geeft betekenis aan de tijd, creëert de sociale tijd.
Blijf meester over de tijd
Omdat de kloktijd een sociaal feit is dat de individuele wil overstijgt en daarmee de indruk wekt dat hij bestaat buiten de mens, voelt kloktijd als iets natuurlijks aan. Dat maakt het argument dat zomer- en wintertijd onnatuurlijk zijn begrijpelijk, maar niet juist. Waarom zou de klok tweemaal per jaar verzetten zo’n grote impact hebben, terwijl weinig mensen klagen over dat ene uurtje tijdverschil als ze van Brussel naar Londen reizen? Weinig mensen maken zich zorgen dat er met Berlijn geen tijdsverschil is, terwijl het in afstand bijna twee keer zo ver van Brussel ligt als Londen. Oud en nieuw vieren, heeft waarschijnlijk een groter effect op ons bioritme dan de klok verzetten. En uit eigen studies weten we dat veel mensen elk weekend hun slaapritme met één of meerdere uren verschuiven.
We kunnen de invoering van de zomertijd ook zien als een manier om de tijd beter te synchroniseren met de sociale ritmen van het dagelijkse leven. Door de klok te verzetten, kunnen we in de zomer langer genieten van het avondlicht: nog een fietstochtje maken, gaan wandelen, in de tuin zitten of genieten van een terrasje. En is dat niet waarvoor we de tijd moeten gebruiken, om het sociale leven aan te sturen en te synchroniseren? Net door tijd bewust te gebruiken wordt het duidelijk dat we geen slaven moeten worden van onze creaties. Door de kloktijd als iets natuurlijks te beschouwen, onderwerpen we ons net wel aan wat we zelf hebben gemaakt.
Gepubliceerd in De Standaard op 28 maart 2018.