De Vlaamse regering heeft op voorstel van minister Weyts definitief het licht op groen gezet voor de verhoging van de Vlaamse studiequota voor studenten geneeskunde en tandheelkunde. Door de Valentijnsbeslissing van 14 februari 2020 zullen in het volgende academiejaar 1.276 studenten geneeskunde en 180 studenten tandheelkunde hun opleiding aan een Vlaamse universiteit kunnen aanvatten, beduidend hoger dan wat was voorzien in de federale quota.
> Dit opiniestuk verscheen eerder op tijd.be en werd ondertekend door de Vlaamse rectoren.
In zijn persmededeling gaf Weyts aan dat ‘uit overleg is gebleken dat deze verhoging haalbaar is voor onze universiteiten’, wat ons de wenkbrauwen doet fronsen. Deze uitspraak is op zijn minst voor interpretatie vatbaar en doet uitschijnen alsof er met de rectoren overlegd is en alsof ze daarbij akkoord zijn gegaan. Quod non. De beslissing stelt de universiteiten voor grote problemen indien niet aan de nodige randvoorwaarden wordt voldaan.
Eind 2019 hebben de decanen van de faculteiten geneeskunde, de studenten en de beroepsverenigingen hun bezorgdheden over deze geplande beslissing geuit in een overleg met de minister. We vatten ze nog even samen. De verhoging van de quota mag in geen geval ten koste gaan van de onderwijskwaliteit. De studenten hebben recht op waterdichte garanties voor een RIZIV-erkenning op het moment van afstuderen. Een stijging van het aantal artsen op zich zal onvoldoende impact hebben op de knelpuntspecialiteiten. Een breed overlegd beleid dat studenten aanzet voor die knelpuntspecialiteiten te kiezen dringt zich dan ook op. Daarvoor is ook een gerichte communicatiecampagne nodig. Daarnaast moet de overheid via de op te richten planningscommissie dringend werk maken van een objectief beleid voor het vastleggen van de subquota per specialiteit.
De aanzienlijke stijging van het aantal (tand)artsen vergt vanzelfsprekend ook bijkomende middelen. Het bevreemdt om in het advies van de Inspectie van Financiën te lezen dat de voorgestelde regeringsbeslissing ‘de ontvangsten en uitgaven van de Vlaamse overheid niet beïnvloedt’. Onze berekeningen, die overigens met minister Weyts werden gedeeld, tonen glashelder aan dat de budgettaire behoefte op kruissnelheid jaarlijks 21,3 miljoen euro bedraagt. Bijkomend vergt de vertraagde opbouw van de financiering een prefinanciering van 59,4 miljoen euro (2020-2036).
De deur wordt opengezet om over zes jaar meer artsen te laten afstuderen, terwijl we nu al weten dat de arbeidsmarkt voor bepaalde specialisaties tegen dan verzadigd zal zijn.
Middelen zijn cruciaal om een kwalitatieve opleiding aan te bieden. De opleiding tot tandarts is zeer duur. Een stijging van het aantal studenten met 25 procent zonder een evenredige verhoging van de middelen voor praktijkonderwijs zal de kwaliteit sterk doen dalen. Ook de opleiding geneeskunde is niet meer wat ze vroeger was. De bijkomende inspanning is niet te herleiden tot honderd studenten meer in een auditorium. We hebben het over extra groepen voor communicatieonderwijs, extra studenten in skillslabs en activerende onderwijsvormen.
Naast de middelen is ook zorgvuldige planning essentieel. Quota lanceren zonder planning is maatschappelijk niet meer te verantwoorden. Er is geen tekort aan artsen, er is een tekort aan artsen binnen bepaalde specialisaties, vooral huisartsen, geriaters en kinderpsychiaters. Nu wordt de deur opengezet om over zes jaar meer artsen te laten afstuderen, terwijl we nu al weten dat de arbeidsmarkt voor bepaalde specialisaties tegen dan verzadigd zal zijn.
De op te richten Vlaamse planningscommissie moet ten volle haar rol kunnen spelen bij de vaststelling van de subquota, maar de operationalisering van deze commissie laat op zich wachten. Nochtans gaat het hier om een Vlaamse bevoegdheid.
Wij vragen dat de Vlaamse regering haar financiële verantwoordelijkheid in dit dossier opneemt en dat alle inspanningen worden geleverd om de Vlaamse planningscommissie binnen de kortst mogelijke termijn te laten starten. We verzekeren de regering dat ze in ons betrouwbare gesprekspartners vindt om het overlegde draagvlak voor deze beslissing te verhogen en de kritische randvoorwaarden te vervullen. We rekenen dan ook op een spoedig positief signaal.
Ondertekend door de rectoren: Caroline Pauwels (VUB) - Luc De Schepper (UHasselt) - Luc Sels (KU Leuven) - Rik Van de Walle (UGent) en Herman Van Goethem (UAntwerpen) - en de decanen geneeskunde Paul Herijgers (KU Leuven) - Piet Hoebeke (UGent) - Guy Hubens (UZA) - Peter in ’t Veld (VUB) en Piet Stinissen (UHasselt).