Voor haar thesis “Ik ben mijn verhaal: gender en zelf-narratieven bij meisjes binnen BC Foyer Molenbeek” onderzocht Bougrine hoe sociale activiteiten zorgen voor cohesie en identiteitsvorming bij jonge meisjes. Ze volgde hiervoor Brusselse meisjes afkomstig uit verschillende multiculturele (en kwetsbare) achtergronden die lid zijn het sport-voor-ontwikkeling project “BC Foyer Molenbeek”. Het werk legt een sterke nadruk op verschillende factoren van identiteit, de intersectie ertussen en houdt rekening met sociale processen en andere fenomenen. De jury lauwert het onderzoek van de alumna van de Vrije Universiteit Brussel voor haar sterke maatschappelijke en wetenschappelijke relevantie, focus op interculturaliteit en onderbouwende literatuur, kwaliteit en originaliteit.
 
“Ik ben vereerd om deze prijs in ontvangst te nemen. Het is natuurlijk een mooie erkenning voor mijn wetenschappelijke onderzoek. Maar wat ik vooral met mijn onderzoek wil bereiken, en dat kan hopelijk versterkt worden via deze award, is urban meisjes een stem geven. Ze worden nog te vaak vergeten. Ik wil graag de problemen en uitdagingen waar zij dagelijks mee geconfronteerd worden onder de aandacht brengen” , vertelt Jasmien Bougrine.
 
Deze prijs is een initiatief van de Gülen Chair for Intercultural Studies, een leerstoel binnen de KU Leuven die onderzoek doet naar de huidige en toekomstige socio-antropologische ontwikkelingen onder moslims in Europa. Met de award bekroont ze jaarlijks de beste masterproef rond interculturaliteit, migratie en minderheden die wordt geschreven door een student aan een Vlaamse universiteit. De ingediende thesissen worden geëvalueerd op literatuuronderzoek, kwaliteit, originaliteit, wetenschappelijke relevantie, relevantie voor het beleid en relevantie voor interculturele dialoog.
 
“Ik ben dankbaar dat een organisatie die focust op de positieve zijde van multiculturaliteit en diversiteit mijn werk erkent. Ik hoop dat dit werk een stap kan zijn naar onderzoek en beleid waarin men bereid is jongeren te horen, waarin men zich niet blind opstelt maar sociale fenomenen als discriminatie durft erkennen en aanpakken op verschillende niveaus.”