Auteurs: Dirk Devroey, professor en decaan van de Faculteit Geneeskunde en Farmacie van de VUB en Marc Noppen, CEO van het UZ Brussel. Gepubliceerd in De Tijd.
Het tekort aan artsen bedreigt de goede werking van onze gezondheidszorg. Het heeft vandaag al directe gevolgen voor de patiënten, zoals patiëntenstops, lange wachttijden en laattijdige zorg. Omdat een opleiding tot huisarts of specialist negen tot twaalf jaar duurt, slepen we dit probleem nog enkele jaren mee.
De aankondiging dat het maximaal aantal toegelaten studenten voor het academiejaar 2023-24 in Vlaanderen wordt verhoogd van 1276 naar 1600, is dan ook een belangrijke stap in de goede richting. In 2018 bedroeg dit aantal nog 1102. Het is een erkenning van de realiteit dat we steeds meer artsen nodig hebben om de druk op het systeem te verlichten.
Het feit dat meer studenten mogen starten dan vorige jaren, baart de universiteiten – begrijpelijk – de nodige zorgen omdat er een tekort aan capaciteit zou kunnen dreigen in termen van financiële middelen, gebouwen, materiaal en personeel. Althans, dat lijkt zo. Als de overheid de universiteiten op een structurele en terugkerende wijze de nodige financiële ondersteuning biedt om kwaliteitsvol onderwijs te blijven garanderen, hoeft die capaciteit - of het tekort eraan - geen onoverkomelijke hindernis te zijn.
Het capaciteitstekort is immers niet hetzelfde aan alle universiteiten. De Vrije Universiteit Brussel (VUB) en haar universitair ziekenhuis, UZ Brussel met inbegrip van haar perifere opleidingsplaatsen, hebben bijvoorbeeld nog een groeimarge om meer artsen op te leiden zonder in te boeten aan onderwijskwaliteit. Dit betekent dat er regionaal ruimte is om de instroom van geneeskundestudenten te vergroten en zo de zorgbehoeften van de samenleving beter in te vullen. Dit is in het bijzonder nodig, om Nederlandskundige zorg in Brussel en de grote rand – waar vandaag al een quasi 100% patiëntenstop bestaat bij de huisartsen – te blijven verzekeren.
Het verschil in groeimarge en capaciteit tussen universiteiten wordt beïnvloed door regionale en sociodemografische factoren. In de groot-Brusselse regio zijn er bijvoorbeeld minder kandidaten om de opleiding tot arts te volgen dan elders in Vlaanderen. Dat komt omdat er te weinig Nederlandstalige middelbare scholieren de juiste vooropleiding volgen om te slagen voor het ingangsexamen. Bovendien kozen veel tweetalige studenten er tot nu voor om de veel toegankelijkere opleiding geneeskunde te volgen aan een Franstalige universiteit.
In het licht van deze situatie pleiten wij voor het bespreekbaar maken van een betere capaciteitsverdeling tussen universiteiten. De instellingen die een opleiding geneeskunde moeten organiseren voor meer dan 600 studenten in het eerste jaar bachelor staat wel voor een belangrijke uitdaging. In te grote groepen is het bijzonder moeilijk om de onderwijskwaliteit te blijven garanderen en om voldoende opportuniteiten aan te reiken om verschillende specialisatiemogelijkheden te verkennen. Geneeskunde leert men voor een groot deel aan het bed van de patiënt onder persoonlijke begeleiding van een arts-stagemeester.
Het aanwenden van een capaciteitsverdeling kan er toe bijdragen dat we onze middelen optimaler benutten. Als we over de landsgrenzen heen durven kijken, dan leren we dat meeste buitenlandse universiteiten een maximumcapaciteit hanteren van een 300-tal studenten. Een betere spreiding van studenten die slagen voor het ingangsexamen is dus een adequaat antwoord op het regionale capaciteitsprobleem. Door ervoor te zorgen dat studenten gelijkmatiger over de universiteiten worden verdeeld, kunnen we het grotere contingent studenten Geneeskunde efficiënter opvangen, het tekort aan (Nederlandskundige) artsen in specifieke regio's aanpakken en tegelijkertijd de kwaliteit van de opleiding behouden.
Kortom, het tekort aan artsen is een groot maatschappelijk probleem, dat we nog een decennium of langer zullen meedragen. Universiteiten hebben de maatschappelijke rol om zich te mengen in grote maatschappelijke debatten door oplossingen aan te reiken voor hedendaagse problemen. Laat ons daarom de spreiding van studenten Geneeskunde tussen universiteiten bespreekbaar maken. Het zal zeker helpen om de huidige regionale capaciteitsproblemen aan te pakken. En op termijn ook het tekort aan artsen. Wij kunnen dit.