Met de lancering van een nieuwe website biedt het onderzoeksproject ENGINE (Tackling the EthNic Gap IN Higher Education) een helder inzicht in de structurele ongelijkheid in het Vlaamse hoger onderwijs. Het project, gedragen door VUB-onderzoekers Ilke Adam en Amal Miri, samen met UHasselt-doctoraatsonderzoeker Bengisu Girenizli en de KULeuven brengt de etnische kloof in kaart én ontwikkelt concrete oplossingen. ENGINE is het eerste grootschalige onderzoek in Vlaanderen dat deze problematiek systematisch aanpakt. Het onderzoek wordt gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek.

Hoe staat het met de etnische inclusiviteit in ons hoger onderwijs? 
Ilke Adam: “Er bestaat nog geen breed Vlaams of Europees onderzoek, maar verschillende indicatoren tonen aan dat we slecht scoren. In Vlaanderen heeft 50% van de jongeren een migratieachtergrond. Toch start slechts 1 op de 7 van hen aan de universiteit. België behoort tot de slechtst presterende landen in Europa op vlak van gelijke kansen, zowel qua etniciteit als klasse. Hebben je ouders geen hoger diploma? Dan heb je in ons land ook veel minder kans om er zelf een te behalen dan het Europese gemiddelde. Onze buurlanden zijn ook geen kampioenen, maar doen het wel beter. Het ligt dus niet bij het individu. Het probleem is structureel."

Amal Miri: “Ook de doorstroom blijft problematisch. Studenten met een migratieachtergrond hebben 50% minder slaagkans in hun eerste jaar dan andere studenten. Intelligentie alleen volstaat niet. Studenten hebben een omgeving nodig waarin ze kunnen floreren: een schoolcontext die goed voelt, een curriculum dat herkenning biedt en een haalbaar onderwijssysteem. Veel etnische minderheidsstudenten haken af omdat net die factoren ontbreken. Onderzoek toont aan dat zich thuis voelen op de universiteit of hogeschool een positieve impact heeft op prestaties. Discriminatie doet het tegendeel. Ook maatschappelijke kwesties spelen mee. Ik zie moslima’s die een hoofddoek dragen twijfelen over hun toekomst. Waarom investeren in studies als de arbeidsmarkt je later niet verwelkomt? ” 

Ilke Adam

Wat doen andere landen beter?  
Ilke Adam: “Er wordt al langer gezegd dat de vroege doorverwijzing naar professioneel en technisch onderwijs één van onze pijnpunten is. Volgens internationaal onderzoek wacht je daar best langer mee, maar daar bestaat politiek veel verzet tegen. België loopt ook achter op beleidsvlak. Een divers academisch korps, op alle niveaus, verhoogt de afstudeerkansen van studenten met een migratieachtergrond. Studenten presteren beter in een verwelkomend, inclusief diversiteitsklimaat.” 

Hoe is dit onderzoek tot stand gekomen?  
Bengisu Girenizli: “Het Black Lives Matter Movement bracht ook hier het debat op gang. Ons hoger onderwijs is nog steeds gebaseerd op eurocentrisme. Studenten die geen ruimte ervaren voor hun identiteit, voelen geen ‘sense of belonging’ en dat beïnvloedt hun academische prestaties. In 2021 ijverden studentenverenigingen zoals We Decolonize VUB, waar ik toen lid van was, voor dekolonisatie van het hoger onderwijs. Dat legde de basis voor dit project.” 

Ilke Adam: “Dekolonisatie gaat niet alleen over discriminatie, maar ook over herkenning. Studenten van kleur voelen zich minder thuis in witte aula’s, met witte professoren en curricula die Europa voorstellen als dé bakermat van alle kennis, zonder te erkennen dat kolonisatie en slavernij bijgedragen hebben aan die ‘superieure’ positie. Ons onderzoek focust op doorstroom: hoe voorkomen we dat etnische minderheidsstudenten uitvallen en helpen we hen floreren? Dat vraagt inzetten op studiebegeleiding, diversiteit en professionalisering van het personeel, een breder kennisaanbod… Er ligt veel werk op stapel. Nooit eerder is er een grootschalig onderzoek gevoerd naar de etnische kloof in ons hoger onderwijs. Universiteiten verzamelen data, maar houden die vaak intern omdat het politiek gevoelig ligt. Dit onderzoek is dus een primeur. Een belangrijke stap om de vele blinde vlekken bloot te leggen.”  

Amal Miri

Wie is betrokken bij jullie onderzoek en welke rol krijgen studenten?  
Amal Miri: ”Het project werd opgestart binnen BIRMM, het VUB interdisciplinaire expertisecentrum rond migratie en diversiteit dat alle VUB-onderzoekers rond dit thema verenigt. We werken samen met drie academische partners die elk één deel van het onderzoek coördineren. Onze groep BSoG-VUB richt zich op het diversiteits-, gelijkheids- en inclusiebeleid in het hoger onderwijs. VUB-MILO onderzoekt de rol van docenten en het curriculum. UHasselt bestudeert de impact van etnische minderheidsstudentenverenigingen en de KUL coördineert de longitudinale survey bij 1200 studenten. Etnische minderheidsstudenten zijn niet alleen het onderwerp van dit onderzoek, maar ook co-onderzoekers. Ze nemen deel aan onze begeleidingscommissie, helpen bij het schrijven van publicaties, interviewleidraden en het afnemen van interviews. We voorzien hiervoor 4000 uren jobstudentenwerk en een deeltijdse student liaison-coördinator als brug tussen studenten en onderzoekers.” 

Bengisu Girenizli: “Dit co-creatieve model is een grote meerwaarde. Studenten beleven het onderwijssysteem elke dag. Hun ervaringskennis in combinatie met onze academische kennis leidt tot sterkere oplossingen.” 

Hoe lang loopt jullie project?  
Ilke Adam: “Het project loopt nog 3 jaar. De eerste studentenbevraging is gebeurd en was een succes en we bevragen diezelfde studenten de komende 2 jaar nog. Die lange looptijd is belangrijk. Je kan het traject van een student niet meten aan dat eerste jaar. In Vlaanderen zien we heel wat eerstejaarsstudenten afhaken of van richting veranderen. Dankzij goedkeuring van de ethische commissie kunnen we hun gegevens verzamelen en hen later opnieuw bevragen.”

Amal Miri: “Ook de sense of belonging kan evolueren doorheen je studiejaren. Een langere looptijd geeft een beter inzicht in hoe studenten zich écht voelen.” 

Op basis hiervan zullen jullie een Close The Gap toolkit opstellen. Hoe zal die eruitzien?  
Ilke Adam: “We zullen beleidsrapporten opstellen en instrumenten om de etnische kloof en de impact van beleid te meten. Mijn onderzoeksgroep werkt aan een kader voor een ‘ideaal’ inclusief hogeronderwijsbeleid. Daarnaast lanceren we een leerplatform met trainingsmateriaal voor beleidsmakers, docenten en studentenorganisaties. Ook good practices krijgen er een plek, zoals video-interviews met beleidsmakers die de noden van etnisch-culturele minderheden niet als een extra maar een evidentie beschouwen. Zulke verhalen kunnen beleidsmakers doen nadenken over welke initiatieven in hun context kunnen passen: het diverser maken van het docentenkorps, het nauwer betrekken van etnische minderheidsstudenten bij het diversiteitsbeleid, stille ruimtes, een sterkere aanpak bij racistische incidenten… Ons project eindigt over drie jaar, maar de betrokken stakeholders, waaronder etnische minderheidsstudentenverenigingen, de Vlaamse Interuniversitaire Raad, de Vlaamse Hogescholenraad en tal van Vlaamse middenveldorganisaties, zullen de tools blijven verspreiden.” 

Bengisu Girenizli

Wat hopen jullie met dit onderzoek te bereiken?  
Bengisu Girenizli: “Ik wil de positie van etnische minderheidsstudentenverenigingen versterken. Ze leveren een belangrijke bijdrage in de strijd voor meer gelijkheid in het hoger onderwijs en zijn doorslaggevend in het welzijn en de slaagkansen van studenten. Ze bieden niet alleen safer spaces, maar zoeken mee naar concrete oplossingen voor uitdagingen waarmee studenten te maken krijgen, zoals hulp bij studiebeurzen. Het is belangrijk om hun kennis, ervaring en inzet te erkennen en te waarderen. Dit wordt vaak onderschat.” 

Ilke Adam: “Etnische minderheidsstudentenorganisaties worden soms, onterecht, als segregatie gezien. In werkelijkheid bieden ze niet alleen een thuisgevoel, maar reiken ze ook kennis aan over herkomstculturen. Die intellectuele honger kan de universiteit niet alleen stillen. De etnische kloof dichten is te ambitieus als doelstelling. Racisme en discriminatie los je niet op met één onderzoek of enkele tools. Maar we hopen de kloof wél te verkleinen en bij te dragen aan meer kansen, sterker welzijn en zo ook betere studieresultaten voor studenten.” 

Amal Miri: “Vanuit mijn ervaring als docent wil ik curricula helpen veranderen. Tijdens mijn sociologiestudie ontdekte ik pas in mijn derde bachelor het werk van Fatima Mernissi, een invloedrijke Marokkaanse sociologe. Via een medestudente, niet via een professor. Dat is toch schrijnend? Ook didactisch is er verandering nodig. Klassieke hoorcolleges, waarbij studenten enkel luisteren, werken niet meer. Studenten moeten geprikkeld worden. Ik hoop dat dit project iets in beweging zet.” 

Ilke Adam: “De houding van professoren, de didactiek en de curricula kunnen inclusiever. Waarom leren geneeskundestudenten enkel over witte huidziekten? Zelfs in kappersscholen wordt nog steeds enkel op wit haar geoefend. Het aanreiken van kennis uit het Globale Zuiden toont dat wetenschap niet exclusief westers is. Dat doét iets aan racisme en discriminatie. Dat helpt niet alleen studenten van kleur, maar de hele samenleving.” 

Dit onderzoek wordt gefinancierd door FWO.