Ouderdom brengt hoop
Is het niet vreemd dat we weer volop hoop op een betere toekomst voor onze jongeren krijgen als we naar mensen luisteren die niet meer zo jong zijn? Het overkwam schrijver Jeroen Olyslaegers toen hiij vorige week onze uitreiking van eredoctoraten bijwoonde in de Muntschouwburg. Op het podium stonden de schijnwerpers gericht op ’s lands eerste zwarte burgemeester Pierre Kompany, op de Zuid-Afrikaanse kunstenaar en strijder tegen Apartheid William Kentridge, grensverleggende immunologen Boon-Falleur en Ribas door wie ten dode opgeschreven kankerpatiënten weer gerechtvaardigde hoop kregen, of het duo Simon Gronowski en Koenraad Tinel, van wie het verhaal bekend is: het joodse jongetje dat van de trein naar Auschwitz sprong en het kind uit een nazifamilie, die vele jaren later beste vrienden werden. Jeroen Olyslaegers postte op sociale media dat hij een merkwaardig emotionele avond had beleefd. Wat hem opviel was dat al die mensen, meestal op respectabele leeftijd, zo optimistisch en hoopvol waren. “Ieder van hen op zijn of haar veld stond daar met hoop. Ik vond het zo indrukwekkend, zo pakkend tot tranen toe en zo juist. Ik schaamde me plots voor de doem die wel eens in me opkomt, de wanhoop die ik wel eens voel, en de stekeligheid van mezelf. “
Ik raakte eerlijk gezegd op mijn beurt ontroerd door de woorden van Jeroen Olyslaegers en door de vaststelling dat onze eredoctors zo’n hoop gaven in deze verwarde en verwarrende tijden.
Mijn VUB-collega Jonathan Holslag drukte in een ‘comment’ Olyslaegers dan weer op het hart om zich vooral niet te schamen voor de doem. Want hoop kan soms verraderlijk gemakzuchtig zijn. “Het soort van hoop dat een comfortabel kussentje vormt waarop een rijke samenleving zich kan neervlijen in moeilijke tijden, hoop die meer een geloofskwestie is dan een appel op de intrinsieke kracht van mensen, zoals religie, hoop zonder volharding en discipline vaak. Hoop was immer een geliefkoosd hypnoticum van demagogen.”
Tussen gerechtvaardigde en geëngageerde hoop en naïeve, verdovende hoop situeert zich een interessant spanningsveld. Kunnen we anno 2021 überhaupt zonder de motiverende en mobiliserende kracht van hoop, zonder het geloof dat we onszelf uit het moeras van corona, klimaatopwarming, vluchtelingstromen, polarisering, ongelijkheid en wantrouwen kunnen trekken?
Het vooruitgangsoptimisme dat sinds de Verlichting de richting van ons denken en handelen bepaalt, ging altijd al gepaard met de fundamentele hoop dat we elke klus wel geklaard zouden krijgen. Door een beroep te doen op ons eigen verstand en de wetenschap en technologie die dat verstand voortbrengt, kunnen we onze eigen lotsbestemming in handen nemen. Prachtig! Of toch niet? Want feestbedervers hebben erop gewezen dat wij mensen het opmerkelijke vermogen bezitten om immuun te blijven voor alles wat evident catastrofaal is. Het vooruitgangsgeloof maakt de mens apocalypsblind.
Is dat wat we vandaag opnieuw aan het beleven zijn? We openen steeds nieuwe deuren, ook al geven ze uit op een wereld die ecologisch, economisch en sociaal totaal uit balans is. De voorbije eeuw kregen we in plaats van vooruitgang, al te vaak barbaarsheid. Iets wat onze eredoctors Pierre Kompany als opposant tegen het Mobuturegime, William Kentridge tijdens de Apartheid, Simon Gronowski en Koenraad Tinel, beiden getekend door de nazibarbarij, aan den lijve hebben ondervonden.
Maar toch geloof ik – samen met hen - dat hoop gerechtvaardigd blijft. Er is immers ook de vaststelling dat de mens als enige verantwoordelijk is voor de eigen lotsbestemming. En net daaruit kunnen we die andere hoop putten, namelijk de hoop dat we tot een andere ontwikkeling in staat zijn. Dat we boven onszelf kunnen uitstijgen, zoals onze eredoctors hebben gedaan. Een andere éminence grise verwoordde het pas nog op de klimaattop in Glasgow. Volgens David Attenborough (95) kunnen de wereldleiders een klimaatramp voorkomen, als ze zich maar laten leiden “by hope rather than fear”.
Dit opiniestuk verscheen eerder op Tijd.be. Auteur: Caroline Pauwels, rector van de VUB.