VUB-alumnus, politicoloog en opiniemaker Fouad Gandoul schreef in De Tijd een scherp opiniestuk over de besparingen in het hoger onderwijs. Volgens hem gaat het niet om een neutrale kaasschaaf, maar om gerichte ingrepen die vooral Brussel, internationalisering en sociale correcties treffen. Zijn analyse raakt aan een breder debat: hoe verzoen je budgettaire discipline met de ambitie om een kenniseconomie te blijven?

De besparingen in het hoger onderwijs zijn geen neutrale kaasschaaf, maar een gericht pakket dat vooral Brussel, de internationalisering en mechanismen voor sociale correcties raakt.

Mijn alma mater, de VUB, moet volgens eigen berekeningen tegen volgend jaar ongeveer 10 miljoen euro inleveren op haar werkingsmiddelen, goed voor ruwweg honderd voltijdse jobs. Die ingreep staat niet op zichzelf. Het gaat om een bredere operatie, blijkt uit documenten van de Vlaamse regering en het Vlaams onderhandelingscomité voor het hoger onderwijs: een structurele vermindering van de basisfinanciering van het hoger onderwijs met 49,3 miljoen euro en een bijkomende besparing van 33,8 miljoen euro op studietoelagen. Dat is geen neutrale kaasschaaf, maar een gericht pakket dat vooral Brussel, de internationalisering en mechanismen voor sociale correcties raakt.

De specifieke middelen voor Nederlandstalig hoger onderwijs in de hoofdstad verdwijnen, terwijl de VUB en haar partners net tal van pioniersstudenten, eerstegeneratiestudenten, taalarme jongeren en nieuwkomers naar een diploma begeleiden. De verantwoording voor de ingreep is wankel en een degelijke impactanalyse of geloofwaardige hervormingsvisie ontbreekt. Voor een kleine, open regio die zich graag verkoopt als kenniseconomie is dat nefast. Internationale partners en rankings kijken niet alleen naar middelen, maar ook naar voorspelbaarheid en de coherentie tussen ambities en beleid.

Door het afbouwen van de steun voor Nederlandstalig hoger onderwijs en instellingen als het Instituut voor Europese Studies verliest Brussel status als academische hub. Het signaal is dat de hoofdstad als kennis- en diplomatieke stad geen prioriteit meer is. Ook de internationalisering krijgt een klap, door de financiering voor niet-Europese studenten te beperken. Universiteiten met een sterk internationaal profiel worden herleid tot boekhouders van ongewenste instroom, hoewel net die studenten academische kwaliteit, netwerken en economische meerwaarde versterken. Voorts worden onderzoek en excellentie ondergraven door besparingen, terwijl we net meer investeringen nodig hebben. Vlaanderen zegt talent te willen aantrekken, maar maakt de voorwaarden onzeker, duurder en politiek volatiel.

Vollere auditoria, minder begeleiding
Wie miljoenen wegsnijdt bij universiteiten, snijdt in mensen. De universiteiten hebben het over honderden voltijdse equivalenten die verdwijnen. Tegelijk blijven de studentenaantallen stijgen, die van de VUB incluis. De uitkomst laat zich raden: vollere auditoria, minder begeleiding, meer tijdelijke contracten, minder onderzoekstijd, een hogere werkdruk en meer burn-out, en minder ruimte voor kwetsbare of complexe trajecten.

Het hardst getroffen wordt wie geen stem heeft. De inperking van studietoelagen en het schrappen van Brusselmiddelen treft beursstudenten, studenten uit gezinnen met een laag inkomen, werkstudenten, nieuwkomers en jongeren uit de Kanaalzone, voor wie een Brusselse campus het verschil maakt. Duizenden dreigen hun steun (deels) te verliezen. Ook de diensten waarop zij rekenen - studie- en trajectbegeleiding, psychologische hulp, taalondersteuning, maatregelen voor studenten met een functiebeperking - komen onder druk. Nochtans bevestigt elke serieuze studie dat een gelijkere toegang voor studenten uit lage-inkomensmilieus en minderheidsgroepen leidt tot substantieel meer uitvinders en onderzoekers.

Ja, Vlaanderen heeft een begrotingsprobleem. Nee, hoger onderwijs is geen heilige koe. Moeilijke maar verstandige keuzes dringen zich op. Denk aan het aanscherpen van de prikkels voor studievoortgang, het terugdringen van versnippering, het bundelen van opleidingen en het transparant differentiëren op kwaliteit. Dat vergt dialoog, data en tijd. Geen selectieve, onsamenhangende ingrepen, en al helemaal niet met een voorspelbaar negatief multiplicatoreffect zoals de VUB dreigt te moeten slikken. Wie de VUB en het Brusselse hoger onderwijs viseert, raakt aan een essentieel deel van de intellectuele ruggengraat van Vlaanderen. Wat we hier zien, is geen dapper budgettair beleid, maar kortzichtigheid.