Het is zover. Luigi’s is officieel dicht. De lichten zijn gedoofd, de tap is droog, en de laatste Alfredo is geserveerd. Maar wie er de voorbije weken bij was, weet dat Marc en Monique hun café niet stilletjes hebben laten verdwijnen. Elk afscheidsfeestje was een ode aan vriendschap, studentenleven en het soort herinneringen die je niet in een fotoboek bewaart, maar in je hart (en misschien in een paar wazige foto’s op een oude Nokia).

Luigi's Marc en Monique

Monique en Marc, uitbaters Luigi's

De VUB bedankte Marc en Monique officieel met een Oorkonde van Erkentelijkheid voor hun jarenlange impact op onze studentengemeenschap:

"Met hartelijkheid, inzet en warmte boden jullie een luisterend oor, een thuishaven voor vele generaties VUB-studenten en onvergetelijke herinneringen. Luigi's was meer dan een café – het was een ankerpunt in het studentenleven en een stukje levende VUB-geschiedenis." – Rector Jan Danckaert en Vice-Rector Nadine Engels

Nog één keer voor de (ex-)crew

Op 16 augustus is er nog een allerlaatste feestje, speciaal voor alle ex-werknemers van Luigi’s. Bedankt Marc en Monique. Bedankt voor het bier, de babbels, de slechte mopjes en de allerbeste herinneringen. Luigi’s leeft voort in de verhalen die nog jaren aan de VUB-toog verteld zullen worden.

En jullie, onze alumni, stuurden jullie verhalen in. Soms kort en lief, soms groots en heerlijk ongefilterd.

Stella Melis I Alumna

“Ik wil Marc en Monique van harte danken, niet alleen voor de toffe studentenjaren begin jaren ’90, maar zeker ook voor de afscheidsavond gisteren. Wat een mooi initiatief! Het was een fantastische avond en heeft zeker een aantal oude vriendschappen opnieuw leven in geblazen. Ik wens M&M nog heel veel fijne liefdevolle jaren.”

Thomas Schoenmakers I Alumnus 

“Eén verhaal vertellen over Luigi’s is moeilijk. Of toch wanneer je er zo veel tijd doorbracht als ik. Het was mijn living, keuken, toilet en slaapkamer – het was mijn thuis, mijn ecosysteem. En laat er geen twijfel over bestaan: als ik terugblik op die periode in mijn leven kan ik niet anders dan ze te omschrijven als compleet marginaal. Maar ‘goed’ marginaal, als dat ergens op slaat.
Wij – de tooghangers, vrienden, ontaarden – beleefden de kameraadschap en verhalen van de helaasheid der dingen in het kwadraat, minus de deurwaarders en de doffe ellende. Met de jaren recupereerden onze levers, kochten we dure matrassen en kregen we het burgerrot te pakken.

Nu passeer ik wel eens langs die epische gevel en denk ik aan de tijd dat wij er stonden te braken bij het ochtendgloren, als rotsen in een stroom van werkenden die ons angstvallig meden. Of ik verbeeld me dat Monique achterin de keuken druk in de weer is met een anti-katerontbijt. Terwijl het spek spettert, moppert ze tegen de vroege ploeg dat ‘de café ni hoed opheruijmd was, wi’. Dat zou geen enkele ingewijde verbazen. Wie wereldkampioenschappen wilde winnen, verloor soms zichzelf. En Marc won graag. Wij allemaal, trouwens. We hingen aan de tap tot onze hersenstam bevroor, ontdekten een extra klep in onze slokdarm tijdens vatenslag en smeekten om de gunst van dame Fortuna bij het oneindig hoger-lageren. Allen leven we verder in een oneindige fichebak vol bierkaartjes.

Tijdens een goede avond droop het zweet en het geil en de nicotine van de muren. Menig moeder proefde mee van die sfeer bij het openen van een valies vol wasgoed. En als je haar vertelde dat je mannen had leren kennen op wiens pis de zwaartekracht geen vat leek te hebben, en vrouwen had ontmoet met meer stempels op hun lichaam dan een blauwe kaart op het einde van de maand, geloofde ze je niet. Wat zou ze ook. Ze was immers geen deel van het ecosysteem. Maar iedereen die het wel was, weet exact waarover ik het heb. En koestert het. Want zo’n plek als Luigi’s komt nooit meer terug.

Bedankt Marc en Monique!”