‘Ge hebt pech want meneer Van Tichelt is weg. Hebt ge mij nog iet te vertelle? Dan moet ge maar ne keer terugbelle.’ Na enkele keren een entertainend voicemailbericht te horen, kregen we een goedgemutste Dirk Van Tichelt aan de lijn. De judoka heeft duidelijk zin in de Olympische Spelen en is klaar om de tatami in Rio te veroveren. Derde keer, goede keer.
Wat neem je mee van de Vrije Universiteit Brussel naar de Spelen in Rio?
Ik heb Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen gestudeerd, wat natuurlijk handig is voor sporters. Zo kan ik bijvoorbeeld de trainingsschema’s die ik krijg toetsen door mijn studies en neem ik niet zomaar alles aan. Ook heb ik nog een extra cursus judo gedaan door mijn opleiding en ben ik nu trainer A.
Langs de andere kant moet ik de achtergrond die ik heb ook kunnen uitschakelen en luisteren naar mijn trainer. Maar dat lukt wel goed, en mijn limieten voel ik zelf aan.
Hoe viel de combinatie van topsport en studeren mee?
Sport kwam bij mij altijd op de eerste plaats. Maar ik vond wel altijd al dat ik een diploma moest hebben wanneer ik ooit zou stoppen met topsport judo. De combinatie met studeren was niet gemakkelijk met zwaar en veel trainen, stages in het buitenland enzovoort.
“Zonder de flexibiliteit op de VUB was ik nog altijd aan het studeren.”
De VUB heeft zich als trendsetter in Topsport en Studie wel altijd flexibel opgesteld. De meeste proffen hadden begrip voor mijn situatie en er waren aangepaste examenroosters. Anders was ik nog altijd aan het studeren (lacht).
Hoe lang ga je nog judo op hoog niveau doen?
Ik zeg al een tijdje dat ik zeker tot Rio verder ga, en het daarna jaar per jaar bekijk.
Er zijn drie factoren die voor mij belangrijk zijn om verder te doen met judo:
- de sport op wereldniveau kunnen beoefenen;
- blessurevrij blijven;
- het graag blijven doen.
Als jonge gast gaat dat allemaal goed natuurlijk, dan is het niet erg om niet uit bed te geraken omdat je te stijf bent. De fysieke trainingen worden ook mentaal steeds zwaarder, alles gaat ondertussen wat moeilijker, maar ik hou er nog altijd van. Dat is natuurlijk het belangrijkste.
Misschien ga ik wel in de politiek.
De kans is groot dat ik judotrainer wordt na mijn competitiecarrière, ik ben de enige Belg met de prestaties én het diploma. Of misschien ga ik wel in de politiek, wie weet (lacht).
Is het altijd al een droom geweest om deel te nemen aan de Olympische Spelen?
Niet echt eigenlijk neen. Op het moment dat Ulla Werbrouck goud behaalde top de Olympische Spelen in Atlanta in 1996 dacht ik wel ‘ik doe ook judo, cool’. Maar om nu te zeggen dat het onmiddellijk een droom was niet neen. Het is eerder allemaal geleidelijk aan gegroeid: eerst clubcompetitie, dan provinciaal, nationaal, internationaal en uiteindelijk een Europees Kampioenschap. Een medaille op de Olympische Spelen is het enige dat nog ontbreekt op mijn palmares.
Waar kijk je het meest naar uit in Rio? En het minst?
Ik kijk natuurlijk het meeste uit naar het moment waarop ik aan het vechten ben, al de rest mag zo snel mogelijk passeren.
Voor ik naar het Olympisch dorp ga, ga ik in Uberlandia zitten, een stad op 1.000km van Rio. Ik ga er zolang mogelijk acclimatiseren en trainen om stress te vermijden. Het dorp zelf is een circus, waar ik niet zo naar uitkijk.
Kun je iets vertellen over je vechtstijl?
Mijn favoriete worp is een ippon seoi nage, een diagonale schouderworp. Een voordeel bij mij is dat ik zowel links als rechts kan vechten, ik word niet snel vastgezet. Zolang ik maar goed hard werp ben ik tevreden eigenlijk. Ik vecht alleszins altijd voor een medaille.
Van Tichelt vecht op 8 augustus tussen 15u en 22u30. Meer details kan u hier vinden.