AI belooft ons slimmer en productiever te maken, maar volgens Tim Brys, doctor in artificiële intelligentie aan de VUB, is het vooral een glanzende zeepbel. In De Tijd neemt hij de hype rond tools als Microsoft Copilot scherp op de korrel: “Vibe working is werken zonder te kunnen werken. Het ziet er goed uit, maar het is een lege doos.” Brys waarschuwt dat generatieve AI niet zo’n wondermiddel is als techbedrijven ons doen geloven – en dat het tijd wordt om met beide voeten op de grond te blijven.

De term vibe coding , programmeren met ­artificiële intelligentie zonder dat je moet kunnen programmeren, kreeg onlangs een opvolger: vibe working . Door een update van Microsoft Copilot ­kunnen de Office-­ applicaties nu ‘state of the art AI-gegenereerde spreadsheets en ­documenten leveren’. Je schrijft een prompt en AI levert het gewenste rapport, het werkblad of de presentatie. Vibe working is werken zonder te kunnen werken. Volgens Microsoft scoort Copilot 57,2 procent op een set uitdagende Excel-problemen, terwijl menselijke experts 71,3 procent scoren. Niet slecht voor een stuk software, maar het betekent wel dat de tool het 42,8 procent van de tijd ­verkeerd heeft. Bovendien rapporteert Microsoft typisch niet wetenschappelijk. De gemiddelde score ligt wellicht heel wat lager. Miljoenen werknemers vertrouwen dagelijks op de Office- apps, stelt Microsoft trots. Een groot deel van hen zal ook de nieuwe, onbetrouwbare AI-content vertrouwen. Het gevolg is workslop , nog zo’n recent gemunte term. Slop verwijst naar de generieke en inhoudsloze AI-content die het internet overspoelt. Workslop is AI-gegenereerd werk dat er goed uitziet, maar de taken niet zinvol vooruithelpt.

Dotcombubbel

Anders gezegd: AI laat almaar meer mensen toe in korte tijd mooie slides, goed gestructureerde rapporten, leesbare samenvattingen van papers en schijnbaar bruikbare ­programmeercode te creëren. Vervolgens belandt dat werk bij een collega, die er verder mee aan de slag moet. In veel gevallen krabt die zich achter de oren, als hij zich al niet de haren uittrekt. Want terwijl sommigen AI gebruiken om hun werk bij te schaven en te verbeteren, genereren veel anderen er onbewust nutteloos, onvolledig of incorrect werk mee. Uit gemakzucht, onwetendheid of blind vertrouwen. Het ziet er goed uit en het lijkt zinvol, maar het is een lege doos. De collega moet die content dan maar proberen te interpreteren, uitzoeken of er iets van aan is, hem corrigeren waar nodig of zelfs helemaal herbeginnen. Productiviteitswinst: nul. Effect op de werktevredenheid: negatief. The Wall Street Journal schetste onlangs het beeld van AI als een enorme zeepbel. De dotcombubbel zou erbij ­verbleken, al zijn de parallellen duidelijk. Bedrijven zonder winstgevend businessmodel worden gewaardeerd op basis van wilde beloftes, waardoor enorme investeringen gedaan worden, zowel in de bedrijven als in de infrastructuur die ze nodig hebben: glasvezelnetwerken toen, datacenters nu. De grootste zeven techbedrijven zouden de voorbije twee jaar 560 miljard dollar in AI-infrastructuur geïnvesteerd ­hebben, terwijl ze maar 35 miljard dollar AI-gerelateerde ­inkomsten hadden. OpenAI voorspelt dat het tegen 2029 115 miljard dollar opgesoupeerd zal hebben en pas in dat jaar voor het eerst winstgevend zal zijn. Dat hoopt het toch. Het is maar de vraag of generatieve AI überhaupt ooit winstgevend kan zijn. Onderzoekers van de Amerikaanse universiteit MIT ­vonden dat 95 procent van de Amerikaanse bedrijven die AI uitprobeerden geen positieve impact zag op de winst­cijfers. Onderzoekers van de Universiteit van Chicago ­rapporteren gelijkaardige cijfers voor Deense bedrijven. Zelfs OpenAI-CEO Sam Altman zegt dat we in een zeepbel zitten, al gaat hij ervan uit dat zijn bedrijf die wel zal overleven.

Apocalyps

Als de zeepbel barst, wordt de crash veel dramatischer dan 25 jaar geleden. Niet alleen zijn de investeringen zo veel ­groter, de bedrijfswereld en andere spelers hebben de ­betreffende technologieën ook al breed omarmd. Werk­nemers worden vervangen of ‘geaugmenteerd’ door een geest in een machine. Leerlingen en studenten zijn blijvend afhankelijk van diens orakels. Wat gebeurt er als de stekker uit Copilot en co. moet ­worden getrokken en de geest vervliegt? Een enorme leegte zal achterblijven. Ontslagen werknemers zullen niet zomaar terugkomen. ‘Geaugmenteerde’ werknemers zullen niet plots hun uitbestede vaardigheden opnieuw verwerven. ­Afgestudeerden die geen juniorleveljob vonden, zullen niet plots seniors worden. Leerlingen krijgen hun verloren studiejaren niet terug. AI zal niet snel tot het soort sciencefictionapocalyps leiden waarbij ze de mensheid uitmoordt. Veel waarschijnlijker is een economische apocalyps, met alle faillissementen, maatschappelijke schade en sociale onrust van dien. Laat de AI-zeepbel daarom maar zo snel mogelijk barsten. Hoe langer ze bestaat, hoe groter de schade zal zijn. Als het ons nadien lukt uit de assen te herrijzen, zullen we nuchterder naar AI kijken. En die technologie niet meer als kippen zonder kop overal inzetten, maar alleen waar die een aantoonbaar verschil maakt. Hadden we dat maar in de ­eerste plaats gedaan.