Prof. Dr. Mathieu Vinken, apotheker-toxicoloog verbonden aan het departement Farmaceutische en Farmacologische Wetenschappen van de VUB, staat vanaf 1 mei 2021 voor een periode van 5 jaar in voor de algemene leiding van het “ONTOX” project. Het “ONTOX” project, gesteund door een Europese subsidie van ruim 17 miljoen Euro, gaat met 18 Europese en Amerikaanse partners op zoek naar innovatieve methoden om de veiligheid van chemische stoffen te evalueren zonder gebruik te maken van proefdieren.
Alvorens chemische stoffen, zoals geneesmiddelen, voedingsadditieven, cosmetische ingrediënten en pesticiden, op de markt kunnen gebracht worden, dienen zij eerst onderworpen te worden aan grondige testen om hun veiligheid te garanderen. Dat gebeurt traditioneel aan de hand van protocols die regulatorisch werden vastgelegd en die veelal gebaseerd zijn op het gebruik van grote aantallen proefdieren. Dergelijke aanpak wordt vanuit ethisch standpunt steeds meer bekritiseerd. Bovendien wordt bij deze aanpak aangenomen dat de verkregen resultaten bij de dierproeven relevant zijn voor de mens. Vooral in de farmaceutische sector is het is nu echter duidelijk geworden dat tot de helft van de dierproeven onbeduidend zijn voor de mens en dit wegens zogenaamde interspecies verschillen tussen mens en dier. Om deze redenen gaat vooral in de laatste 2 decennia wereldwijd geleidelijk meer aandacht uit naar het ontwikkelen en toepassen van proefdiervrije methoden ter evaluatie van de veiligheid van chemische stoffen. In de cosmetische sector zijn dierproeven sinds enkele jaren zelfs bij wet verboden binnen de Europese Unie, een voorbeeld dat meer en meer wordt gevolgd door verschillende niet-Europese landen. Het gaat dan voornamelijk over celcultuurmethoden gebruik makend van menselijke cellen en computer-gestuurde modellen, respectievelijk aangeduid als in vitro en in silico methoden.
Het “ONTOX” project, dewelke een acroniem is van “ontology-driven and artificial intelligence-based repeated dose toxicity testing of chemicals for next generation risk assessment”, maakt optimaal gebruik van dergelijke in vitro en in silico methoden, en berust op 2 pijlers, namelijk ontologie en artificiële intelligentie. Met ontologie wordt verwezen naar een pragmatische manier om reeds aanwezige informatie omtrent chemische stoffen van diverse aard en van allerlei bronnen te verzamelen en rationeel weer te geven. Dit gebeurt onder meer aan de hand van artificiële intelligentie, waarbij men tracht de nodige menselijke intelligentie te verschaffen aan een computer om de veiligheid van chemische stoffen voor de mens accuraat te kunnen voorspellen. Het “ONTOX” project zal zich specifiek toeleggen op toxische effecten teweeggebracht door een breed gamma aan chemische stoffen ter hoogte van de lever, nieren en hersenen. De methodiek en strategieën die zullen ontwikkeld worden zijn echter evenzeer toepasbaar op andere organen en orgaansystemen. Het “ONTOX” consortium bestaat uit verschillende vooraanstaande academische groepen en firma’s uit 8 Europese landen en de US, en combineert zeer uiteenlopende disciplines, waaronder natuurwetenschappen, toegepaste wetenschappen en sociale wetenschappen. Bovendien zal er nauw samengewerkt worden met verschillende regulatorische instanties wereldwijd teneinde de nieuwe proefdiervrije methodiek en strategieën snel te kunnen implementeren.
Vinken: “Dit is een uniek onderzoeksproject met een uitgesproken interdisciplinaire, intersectorale en internationale dimensie. De impact die het “ONTOX” project teweeg zal brengen is niet van de minste. Het “ONTOX” project zal niet enkel leiden tot een drastische daling in proefdiergebruik, maar zal tevens een ware globale revolutie omtrent het regulatorisch testen van de veiligheid van chemische stoffen in gang zetten. De verwachtingen zijn dan ook hooggespannen en daarom wordt het “ONTOX” project op de voet gevolgd vanuit alle hoeken van de wereld. Het is een heuse uitdaging, maar vooral een ganse eer, om dergelijk groots onderzoekproject als (West-)Vlaming te mogen leiden. Ik ben vooral ook trots dat ik dit mag doen als vertegenwoordiger van de VUB. Het is een mooie opportuniteit om de internationale visibiliteit van onze universiteit nog verder te vergroten en om onze waarden wijd uit te dragen.“