Opiniemaker Joël De Ceulaer (DM 7 juni) houdt een pleidooi om als eerbetoon aan Sanda Dia de studentendoop te laten verdwijnen. Dat zou volgens hem ‘een revolutie in gang zetten die Vlaanderen voorgoed zal veranderen’.

Werkelijk? Ik denk dat we andere en meer prangende lessen uit de dood van Sanda Dia moeten trekken.  Ik schrijf dit met de nodige schroom omdat deze tragedie grotendeels is voorgevallen aan een andere universiteit, en omdat er duidelijk meer onderzoek en analyse nodig is. Maar over de ‘revolutie die we in gang moeten zetten’ aan de universiteiten kan en wil ik niet zwijgen.

De reden waarom de zaak-Sanda Dia zo revolteert, is niet omdat er initiaties bestaan waarbij je een proef doorstaat om in een nieuwe groep opgenomen te worden. Studentenkringen houden deze traditie al eeuwenlang in ere; aan de VUB, in Leuven en aan elke andere universiteit. Studenten verkennen hun grenzen, mentaal en fysiek. Aan de VUB hebben de studenten zelf het voortouw genomen om via een duidelijk doopcharter grensoverschrijdend gedrag te voorkomen. En ervoor te zorgen dat elke doop respectvol verloopt. Wij tolereren in ieder geval geen enkele vorm van ongepast gedrag en zullen kordaat optreden wanneer zich dat toch voordoet. Het staat elke student   volledig vrij om al dan niet deel te nemen aan een doop.

Studentendopen verbannen is niet de oplossing. Het zal er net toe leiden dat dopen steevast buiten de universiteit zullen plaatsvinden, zoals bij Reuzegom, en dat is vragen om meer drama’s.     

Wat zovelen revolteert in de zaak-Reuzegom, zijn de vermoedens dat hier iemand uitgepikt werd omwille van een sociaal zwakke positie, en dat het slachtoffer omwille van diezelfde sociale positie geen gerechtigheid kreeg.

Deze vermoedens zijn nog geen feiten. Verder en dieper onderzoek is nodig. Maar laten we hier vooral focussen op de kern van de zaak: ons ongemak en onze boosheid gaan niet over dopen, wel over de structurele achterstand waarmee we een groot deel van onze jongeren opzadelen. Sommigen hanteren de term structureel racisme. Maar je ziet dergelijke mechanismen au fond bij elke minderheid die in een sociaal zwakke positie zit.

Laten we dus beginnen met de juiste vragen te stellen. Vragen over justitie, de media én de universiteiten.

Voor onze universitaire wereld is de hamvraag: waarom zijn de meeste universiteiten in Vlaanderen witte bastions? In een samenleving die aan ijltempo ‘verkleurt’, is dat een onaanvaardbare anomalie, met verregaande sociaaleconomische én individuele gevolgen. Wie tot een geïsoleerde minderheid behoort, blijft immers eeuwig ‘de ander’. Daarom had Sanda niet alleen de gezonde ambitie om het gegeerde ingenieursdiploma te halen, maar had hij er ook zo veel voor over om bij die elitaire studentenclub horen.  

 In de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw zijn onze universiteiten én onze maatschappij diepgaand veranderd door een massale democratiseringsgolf. Een hele generatie jongeren uit families die nog nooit iemand naar de unief hadden gestuurd, kreeg opeens die kans. De overheid en de universiteiten zorgden samen voor een ongekende reeks maatregelen om dat mogelijk te maken.

Onze universiteiten staan vandaag voor een nieuwe democratiseringsgolf: kinderen van ouders die zelf nooit gestudeerd hebben, staan opnieuw te kloppen aan onze poorten. Ze vertegenwoordigen een enorm onbenut potentieel, zoals 50 jaar geleden. Maar vandaag verandert er veel te weinig.

Nochtans hebben deze jongeren nieuwe noden en behoeften. Zij komen niet altijd met dezelfde rugzak aan: COVID-19 en het lerarentekort hebben hun scholen veelvuldiger en erger getroffen, bovenop een financieel vaak precaire thuissituatie. We moeten die jongeren helpen om die obstakels – waar ze zelf geen schuld aan hebben - weg te werken en ervoor te zorgen dat ze over de spreekwoordelijke lat geraken. Dat is onze maatschappelijke plicht.

Als we ons dus ergens echt druk om moeten maken, dan is het om deze structurele vragen en problemen. Laten we er daarom voor zorgen dat élke universiteit binnenkort een diverse plek is, waar niemand omwille van afkomst een buitenbeentje moet zijn. We vragen aan de overheid om de universiteiten daarbij te helpen. Verplichte remediëring na een minder goede starttoets: volmondig ja. Maar voorzie daar extra middelen voor. Aan de VUB zien we vandaag deze 18-jarigen massaal binnenstromen. Als urban engaged university in de meest diverse stad van ons land hebben we nu al een bijzonder diverse instroom. We doen wat binnen onze mogelijkheden ligt om die in goede banen te leiden. Maar zowel bij ons als bij andere universiteiten zal er meer nodig zijn, veel meer. En om die inspanningen te realiseren moet ook de overheid haar verantwoordelijkheid nemen.

Want de nieuwe generatie is niet geholpen met ‘meer van hetzelfde’. Ze hebben wel behoefte aan specifieke en even ingrijpende ondersteuning als de studentengeneratie van 50 jaar geleden. Alleen zo kunnen we ervoor zorgen dat de volgende generatie talentvolle gekleurde studenten in groten getale een diploma haalt. Dàt zou Vlaanderen voorgoed veranderen.