
We hebben juist nood aan meer idealisme in plaats van het los te laten, stelt Timo Van Canegem. ‘Premier De Wever raakt een pijnlijke waarheid aan, maar zijn conclusie is verkeerd.’ Van Canegem is postdoctoraal onderzoeker aan de vakgroep Sociologie (UGent) en gastprofessor Onderwijssociologie en Onderwijsbeleid aan de VUB. Het opiniestuk verscheen in De Morgen.
Premier Bart De Wever (N-VA) stelde tijdens zijn openingscollege aan de UGent het volgende. “Europa heeft heel veel ‘nobele’ doelstellingen, en we willen de meest beleefde, meest ethische, meest klimaatbewuste mensen van de wereld zijn. En dat is gewéldig. Maar wij hebben lang in de veronderstelling geleefd dat de rest van de wereld dat ook geweldig vindt. En dat die niet liever wilden dan óók Europeaan spelen. Maar dat is niet uitgekomen.”
Bart De Wever slaat de bal mis door te suggereren dat er buiten Europa geen wil bestaat om te streven naar mensenrechten, een democratische rechtsstaat en een duurzame wereld. Alsof er iets wezenlijks ‘unieks’ aan Europeanen is dat ons van de rest van de mensheid onderscheidt. Dat is natuurlijk niet juist. Wat wel zo is, dat veel mensen in repressieve regimes eigenhandig gezien hebben dat de grote woorden van Europa vaak weinig meer zijn dan dat: woorden, gespeend van daadkracht.
De Conventie van Genève botst stilaan kapot op de muren van Fort Europa. De steun is rekbaar tot ze aan ons comfort raakt.
Humanisten die niet in dit gouden nest zijn geboren, zijn zich er maar al te hard van bewust dat de verdediging van de mensenrechten vaak een bijzonder selectief gegeven is. Palestijnen, Congolezen en Soedanezen merken tot hun grote wanhoop dat de kostprijs van hun rechten voor ons te hoog uitvalt. Democratischgezinde Russen stonden alleen toen het Westen Poetin en zijn oligarchische vriendenkring dacht te kunnen paaien. Want een democratisch buurland is leuk, maar goedkoop gas uit de kraan is nog leuker.
We zijn jarenlang blijven koketteren met het repressieve regime van Netanyahu, ondanks de waarschuwingskreten van pacifistische, humanistische Israëliërs. Wees maar eens een klimaatbewuste Indonesiër in een land waarin oerwoud plaatsmaakt voor palmolieplantages. De Conventie van Genève botst stilaan kapot op de muren van Fort Europa. En Oekraïners in de frontlijn beseffen heel goed hoe laag de bereidwilligheid van veel Europeanen is om voor hun dierbare principes op te komen als puntje bij paaltje komt. De steun is rekbaar tot ze aan ons comfort raakt.
We laten onze bondgenoten in donkere regimes te vaak vallen wanneer het economisch en politiek gezien ongemakkelijk wordt. Het is die teleurstelling en desillusie in onze beperkte wil om belangrijke universalistische principes ook actief te verdedigen die er mee toe geleid hebben dat de wereld die veel Europeanen voor ogen hebben zo veraf lijkt. Wie in het Globale Zuiden mensen bevraagt, zal heel wat idealisme bemerken. Maar hun idealisme wordt vakkundig de keel dichtgeknepen.
‘Europeaan spelen’
Een begaafd retoricus als premier Bart De Wever weet dat taal ertoe doet. Als hij zegt dat humanisten in de rest van de wereld eigenlijk “Europeaan spelen”, is ook die woordkeuze niet toevallig. Alsof Afrikanen, Aziaten en Zuid-Amerikanen alleen kunnen streven naar humanistische principes door Europeanen te imiteren.
Alsof die waarden zelf inherent Europees zijn, terwijl Europa juist medeplichtig is aan de voortzetting van ronduit gruwelijke taferelen. Deze week nog stelde de Belgische regering dat er met de taliban gepraat moet kunnen worden over het terugsturen van Afghanen. Die intentie alleen al is van een cynisme dat alle verbeelding tart. Ook een autocraat als Trump leggen we weinig in de weg. We proberen vooral zo stil mogelijk te blijven liggen en prevelen dat hij ons niet mee de dieperik in sleurt, ongeacht hoeveel humanistische Amerikanen in de cel belanden. Het behouden van de goede vrede kan ronduit wreed zijn.
Niet genoeg
Premier De Wever raakt een pijnlijke waarheid aan: Europa heeft te weinig oog gehad voor machtsrealiteiten en de geopolitieke context. Maar zijn conclusie is verkeerd. Hij suggereert dat we het idealisme los moeten laten, als een vorm van realpolitik. Nochtans ligt in het actief ondersteunen van bijzonder krachtige ideeën mogelijk de sleutel voor het beteugelen van de talloze regimes die het humanisme niet genegen zijn.
Laten we de hoop niet opgeven, en via onze handel en wandel tónen dat de mensenrechten, de rechtsstaat en een duurzame toekomst meer zijn dan holle slogans. Dat ze voor iedereen gelden, en dat ze het waard zijn om voor te vechten. Dat we er zullen zijn voor wie die ideeën aanhangt, ook als we daarmee in ons eigen vel snijden.
We zijn niet té idealistisch. We zijn bijlange niet idealistisch genoeg.