Nils Duquet (41) maakte de aanslagen van 9/11 op een intense manier mee. Een surreële ervaring die ertoe leidde zich te engageren voor conflictonderzoek. Als Directeur van het Vlaams Vredesinstituut draagt Nils bij aan een vredevolle wereld: ‘Polarisering maakt nu eenmaal deel uit van onze samenleving.’ Een gesprek met een alumnus die zich, mocht hij nu nog student zijn, zeker zou terugvinden in het mee streven naar een vredevollere wereld waar de VUB met haar 'De wereld heeft je nodig'-campagne toe oproept. 

Wil je net zoals Nils Duquet Sociologie studeren? Ontdek dan snel de opleiding! Heb je vragen voor Nils na het lezen van dit artikel? Of ben je gebeten door zijn profiel? Contacteer hem dan zeker via LinkedIn.

Waarom koos je voor de opleiding Sociologie?

‘De wereld rondom mij heeft me altijd enorm geboeid. Met een gezonde nieuwsgierigheid was ik geïntrigeerd door de manier waarop mensen met elkaar omgingen. In een huis vol boeken en kranten werd het volgen van de actualiteit met de paplepel meegegeven. Als jonge ket heb ik veel gereisd met mijn ouders, waardoor ik niet alleen veel las over de wereld maar die ook echt beleefde. De stap naar Sociologie was dus een logische keuze voor mij.’

‘De universiteit was een echte bevrijding, weg van al die vaste normen en structuren. In de richting Sociologie zit je in kleine groepen waar studenten, assistenten en professoren elkaar goed kennen. Je krijgt veel autonomie en de invulling van je richting wordt vooral bepaald door de onderwerpen die je kiest tijdens het schrijven van je taken.’

Heb je een tip voor studenten die nog een studiekeuze moeten maken?

‘Ga na wat je echt boeit. Ga daarna kijken welke vakken er specifiek in de opleiding zitten. Een andere handige tip is: ga praten met mensen die de opleiding al hebben gevolgd. Zij zijn de beste ambassadeurs.’

Hoe vond je uiteindelijk jouw purpose: peace?

‘Bij veel opleidingen weet je wat je gaat worden. Wanneer je studeert voor tandarts dan word je doorgaans tandarts. Studeer je sociologie, dan kan je alle kanten uit. Dat schrikt veel mensen af maar het geeft je ook vrijheid. Die vrijheid vond ik altijd zo belangrijk. Ik wilde zelf mijn weg zoeken. Door onder andere papers en mijn thesis te schrijven zette ik de eerst stappen. Maar die weg ligt tijdens je studies niet vast. Sta steeds open voor verandering. Hoewel ik mijn thesis schreef over de relatie tussen jongeren hun muziekvoorkeur en hun politiek attitude, shifte mijn voorkeur van jongerencultuur naar internationale politiek.’

‘Die shift is sterk verbonden met de aanslagen van 9/11 die ik op een intense manier beleefde. Ik verbleef toen vaak in Amerika bij mijn toenmalige vriendin. Op 11 september 2001 ging ik van Minnesota naar New York vliegen tot ik plots in alle paniek werd opgebeld door vrienden en familie met de vraag of ik al op het vliegtuig zat. Dat was gelukkig nog niet het geval, een surreële situatie. Het leven in Amerika ging gewoon verder. Er waren veel Amerikanen die de situatie niet begrepen en aan mij kwamen vragen wat er aan de hand was omdat ik het Belgische nieuws kon volgen. Het zorgde voor een rare situatie, omdat veel Amerikanen tijdens zo’n historisch moment amper doorhadden wat tot die aanslagen heeft geleid. Om hierover bewustzijn te creëren engageerde ik me in een lokale Amerikaanse vredesbeweging die onder andere debatten organiseerde, zodat Amerikanen beter op de hoogte waren van de situatie. Die ervaring en het conflict dat ondertussen aan de gang was in Irak wakkerde mijn passie voor internationale politiek nog harder aan. Waarop ik besloot een master Politieke Wetenschappen te studeren.’

‘Op 11 september 2001 ging ik van Minnesota naar New York vliegen. Tot ik plots in alle paniek werd opgebeld door vrienden en familie met de vraag of ik al op het vliegtuig zat.’

 

Hoe ben je uiteindelijk bij het Vredesinstituut terecht gekomen?

‘Mijn tweede thesis schreef ik over de rol van olie bij conflicten in Centraal Afrika. Ik was zo gebeten dat ik er graag een doctoraat over wilde schrijven maar dat lukte niet onmiddellijk. Tijdens mijn job als onderzoeker bij het departement Sociologie van de VUB werkte ik ’s avonds wel als hobby verder op het onderwerp. Op een bepaald moment ging ik één van mijn papers voorstellen op een Brusselse conferentie. De directeur van het nog op te starten Vlaams Vredesinstituut merkte me op en zo ging de bal aan het rollen.’

Je stond dus aan de startblokken van het Vredesinstituut?

‘Klopt! Het Vredesinstituut was nog maar net in het leven geroepen door het Vlaams Parlement naar aanleiding van de regionalisering van wapenhandel. Daarmee is België het enige land ter wereld waar wapenexport een regionale bevoegdheid is. Ik was de allereerste onderzoeker en startte op een leeg kantoor met één stoel, een bureau en een computer. Mijn collega’s volgden gelukkig enkele weken later.’

‘Het was een enorme uitdaging om een kenniscentrum uit het niets op te starten. Hoewel ik ervaring had met conflictonderzoek wist ik weinig over wapens. Ik kende het verschil nog niet eens tussen een pistool en een revolver. Ik begon me dus in te lezen. We brachten alles in kaart: van het juridisch aspect tot de verschillende defensie-gerelateerde bedrijven in Vlaanderen. Het was essentieel om te begrijpen hoe de wapenexport in zijn werk ging en hoe we die konden reguleren. Met ons onderzoek ondersteunen we het Vlaams Parlement in haar werkzaamheden rond wapenexport en andere thema’s verbonden aan vrede en geweld.’

Je ging van onderzoeker naar Directeur bij het Vredesinstituut, hoe kreeg je dat voor elkaar?

‘Ik smeet me vijftien jaar lang in alles wat met wapenhandel te maken had. Ondertussen volgde ik verschillende onderzoeken op die we uitbesteedden aan partners, zoals de VUB. Het aantal projecten dat ik coördineerde nam geleidelijk toe. Ik diende ook zelf projectvoorstellen in waarvoor we externe financiering kregen. Uiteindelijk kwam een jaar geleden de vraag om het instituut tijdelijk te leiden toen de vorige directeur vertrok. Ondertussen begon men met de selectieprocedure, waar ik zelf ook aan deelnam en met succes. Sinds januari ben ik Directeur bij het Vredesinstituut.’

België staat internationaal bekend om zijn wapenexport, hoe komt dat?

‘België is een klein land en we maken geen grote wapensystemen zoals gevechtsvliegtuigen, maar we hebben wel een traditie in de productie van vuurwapens en munitie. Dat komt voornamelijk door FN Herstal, een wereldspeler op het vlak van vuurwapens. Een Waals bedrijf in handen van de Waalse Overheid.’

Hoe komen Belgische vuurwapens in de verkeerde handen terecht?

‘Vuurwapens zijn duurzame producten die vele decennia lang gebruikt worden. Met als gevolg dat alles wat we exporteren nog decennia lang meegaat en mogelijks ooit in verkeerde handen kan terecht komen. Dat is de grote uitdaging: controle op het eindgebruik. Wapens die in verkeerde handen vallen zijn vaak jaren oud. Ze worden ergens gelekt en komen zo in het crimineel netwerk terecht. In principe kunnen we elk wapen traceren via het serienummer, daarnaast moet elke transfer tussen actoren worden bijgehouden. We kunnen dus eigenlijk achterhalen wanneer het wapen in een illegaal circuit verdwijnt. Maar dat vraagt veel tijd, geld en energie zonder veel return. Daar wringt net het schoentje. Wanneer er vuurwapens worden ontdekt bij een onderschepte lading drugs dan zal de politie vaak geen onderzoek opstarten naar het vuurwapen, voor hen is dat bijzaak. Zij willen vooral smokkelaars betrappen en focussen zich dus op het drugscircuit.’

Hoe proberen jullie hierin verandering te brengen?

‘We leiden verschillende onderzoeken naar de cyclus van wapens. Zo coördineerden we een Europees onderzoek rond hoe terroristen aan wapens geraken. In de mate van het mogelijke proberen we al die verschillende wapenstromen in kaart te brengen. Op basis daarvan geven we advies aan beleidsmakers. Om illegale wapenhandel aan te pakken kun je concrete maatregelen nemen: zoals een goede wetgeving die illegaal wapenbezit strafbaar maakt, genoeg middelen zodat de bevoegde diensten het probleem kunnen aanpakken en natuurlijk een beter zicht krijgen op het probleem zelf.’

Naast wapenhandel, wat zijn nog topics waar het Vredesinstituut onderzoek naar verricht?

‘We hebben twee grote domeinen: enerzijds alles rond wapens en anderzijds omgaan met conflicten in de samenleving. Dit laatste gaat vooral in op polarisering, radicalisering, spanningen in de publieke ruimte en leren omgaan met een oorlogsverleden. Hoewel we door onze bestaansreden in eerste instantie vooral focusten op wapenhandel zijn we ons onderzoekswerk de afgelopen jaren steeds meer gaan verbreden naar verschillende actuele topics.’

We leven in turbulente tijden met aanslagen, oorlogen, epidemieën etc. Geweld lijkt wel een zekerheid in onze samenleving. Hoe zie je dat evolueren?

‘In democratische samenlevingen hebben mensen andere ideeën, visies en belangen. Dat is normaal en zo hoort het ook. Die openheid zorgt er ook voor dat sommige groepen ook radicaal andere posities kunnen innemen. Polarisering maakt nu eenmaal deel uit van onze samenleving. Niet elke vorm van polarisering is negatief, sommige uitingen van polarisering in het verleden zijn nu normaal: denk maar aan vrouwenstemrecht. Vandaag is dat de evidentie en maar goed ook.’

‘Vandaag moet je daar op dezelfde manier naar kijken en polarisering in zekere zin omarmen. Het is belangrijk dat we het debat laten plaatsvinden binnen een bepaald kader zonder dat het de democratie zelf ten onderbrengt. Het debat vredevol laten plaatsvinden dat is voor mij de purpose: peace. Maar die debatten zijn vaak complex waardoor de antwoorden ook heel complex zijn. Daarom zijn wij er, om met ons onderzoek politici de nodige kennis te bezorgen zodat ze kunnen handelen met kennis van zaken.’

Hoe ziet een doordeweekse werkdag als Directeur van het Vredesinstituut eruit?

‘Ik heb geen doorsneedagen (lacht). De meeste dagen bestaan uit vergaderingen en meetings met onze onderzoekers, de overige medewerkers en externe partners. Ondertussen lees ik heel veel en doe ik zelf nog onderzoek naar wapengeweld, geef lezingen en webinars. En daarnaast natuurlijk de typische Directeur taken, zoals opvolging van de begroting, boekhouding, personeelsbeleid enzoverder.’

Uit welke aspecten van je job haal je voldoening?

‘Ik doe enorm graag onderzoek: samen met het team nieuwe zaken onderzoeken en problemen blootleggen waar er nog geen duidelijkheid over is vind ik een fantastische uitdaging. Wanneer ik dan zie dat beleidsvoerders en mensen in het veld aan de slag gaan met onze kennisproducten ben ik heel fier. Het is fijn om zien dat we zo toch de wereld een beetje vooruit helpen.’

Wat zijn je verdere ambities met het Vredesinstituut?

‘We hebben de afgelopen vijftien jaar op basis van onderzoek het beleid ondersteund. Nu willen we ook graag de geïnteresseerde burgers nog meer gaan aanspreken door evenementen en webinars te organiseren, niet enkel over ons eigen onderzoek maar ook boeiende onderzoeken over vrede en geweld die worden uitgevoerd door andere organisaties. Op die manier hopen we iedereen te betrekken in het vredesdebat.’

Wil je net zoals Nils Duquet Sociologie studeren? Ontdek dan snel de opleiding! Heb je vragen voor Nils na het lezen van dit artikel? Of ben je gebeten door zijn profiel? Contacteer hem dan zeker via LinkedIn.

Andere inspirerende verhalen over de P van Peace, lees je hier. #DeWereldHeeftJeNodig