Archeologen van de Vrije Universiteit Brussel (VUB) zijn begonnen met de opgravingen van twee oude dijken in Westende en in Raversijde. De opgravingen kaderen in het Testerep-project dat onderzoekt hoe het kustlandschap in en rond Oostende gedurende de laatste vijfduizend jaar evolueerde van een natuurlijk landschap naar de volledig door de mens geconstrueerde kustlijn van vandaag. Tegelijk wordt in hetzelfde project onderzoek gedaan naar het eerste Oostende, dat zich op het oostelijke uiteinde van een eiland bevond dat in oude historische bronnen Testerep werd genoemd. Dat eerste Oostende verdween ruim honderd jaar na zijn stichting deels in zee bij een grote stormvloed in 1394.

“Het onderzoek concentreert zich momenteel op dijkstructuren die bewaard zijn op Testerep.”, zegt VUB-archeologe Soetkin Vervust, die samen met haar VUB-collega Pieterjan Deckers de opgravingen leidt. “De voorbije dagen maakten we een doorsnede door een oude, zeshonderd meter lange dijk in Westende, een van de weinige oude dijkstructuren in onze polders die nog goed bewaard zijn.”

De dijk wordt in vijftiende-eeuwse historisch bronnen vermeld als de Boonlanddijk, soms ook Bollanddijk en is nog zichtbaar in het landschap als een langgerekte reep grond die zich oost-west uitstrekt. “We zoeken nog naar de exacte betekenis van dat toponiem”, zegt Deckers. “Boonland zou kunnen verwijzen naar ‘bovenland’, land dat in het noorden lag, of naar de bolle vorm van de dijk. Meest waarschijnlijk is dat de naam verwijst naar ‘bolland’, land waar men turf kon ontginnen uit de bodem. We zijn niet zeker of de dijk wel een klassieke dijk was die het zeewater uit de akkers moest houden. Hij ligt op geruime afstand van de eigenlijke geul en heeft waarschijnlijk gediend om de akkers te beschermen tegen inwaaiend stuifzand en om dat zand te fixeren.”

Die hypothese wordt versterkt door de aanwezigheid van een zandlaag onder de opgeworpen klei waarmee de dijk is aangelegd. “Boeren uit de omgeving geven aan dat er al een stuk van de dijk is afgetopt door de landbouwactiviteiten van de voorbije decennia”, zegt Vervust. “Maar de stratigrafie daaronder is redelijk goed bewaard. We hebben in de verschillende opbouwende lagen van de dijk monsters genomen om dateringen te kunnen doen. Die moeten ons meer duidelijkheid geven over wanneer de dijk precies werd aangelegd. Als hij in de vijftiende eeuw vermeld wordt in de bronnen, dan betekent dat dat hij er toen al was. Alleen weten we niet hoe lang.”

In een tweede fase, vanaf gisteren, werd begonnen met de opgravingen van een nog veel oudere dijk, die vermoedelijk stamt uit de Romeinse tijd. Scherfjes van Romeins aardewerk geven in elk geval aan dat de dijk er zeker in die periode, ongeveer 2000 jaar geleden, al was. “En dat is uniek”, besluit Deckers. “We weten dat in die tijd, na een periode van relatieve rust gedurende ongeveer 2500 jaar, weer serieuze zeedoorbraken plaatsvonden met overstromingen voor gevolg. Waarschijnlijk moeten we die hele oude dijken zien in die context.”

De gegevens die nu verzameld worden zijn ook nuttig voor de toekomst. “De data moeten ons in staat stellen om voor de toekomst zinvolle en duurzame kustbeschermingsmaatregelen uit te werken”, zegt Vervust. “De door ons verzamelde data kunnen zo onder andere ingezet worden bij het uittekenen van een masterplan voor de kust.”

Het Testerep-project is een multidisciplinair project waar vorsers aan meewerken van de VUB, het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ), de KULeuven en Hogeschool West-Vlaanderen (Howest). Het archeologische luik wordt uitgevoerd door de VUB.