Van 10 tot 21 november komt de wereld samen in Brazilië voor de jaarlijkse VN-klimaatconferentie COP 2025, om te onderhandelen over klimaatmaatregelen. De wetenschappelijke onderbouw komt onder andere uit het zesjaarlijks IPCC-klimaatrapport. De volgende editie daarvan verschijnt in 2028. Honderden internationale experts schrijven mee. De drie Belgische auteurs hebben allemaal een band met de VUB, net als een van de Britse auteurs.
Ze smelten, de 200.000 gletsjers van moeder Aarde. Prof. Harry Zekollari (departement Water and Climate) onderzoekt hoe snel ze verdwijnen en wat de gevolgen zijn, onder andere voor de stijging van de zeespiegel. Zijn team telt een tiental glaciologen. Ze maken gesofisticeerde modellen die het verleden en de toekomstige evolutie van gletsjers voorspellen. Hier lees je daar meer over.
Harry is een van de drie Belgische onderzoekers die meeschrijven aan het zevende IPCC Report (Intergovernmental Panel on Climate Change), het grote klimaatrapport van de Verenigde Naties. Ze hebben alle drie een link met de VUB. Zijn ze al aan het schrijven?
Harry Zekollari: “De kick-off is eind dit jaar in Parijs. Tegen oktober 2027 moet de finale versie klaar zijn, met verschillende tussentijdse deadlines. Het IPCC doet zelf trouwens geen onderzoek. We maken een samenvatting van recente klimaatstudies. Een wetenschappelijke stand van zaken, zeg maar. Hoe dichter de deadline nadert, hoe meer studies er zullen binnenstromen, van wetenschappers die hun resultaten nog willen meegeven.”
Het vorige rapport dateert van 2022. Wat is er nieuw?
“We verwachten geen trendbreuken. De nieuwste klimaatprojecties zullen wel een nauwkeuriger beeld geven van de effecten: hier wat meer, daar wat minder. De klimaatwetenschap wordt steeds robuuster en betrouwbaarder, dankzij betere klimaat- en impactmodellen.”
Ook op het vlak gletsjeronderzoek?
“Zeker. In de aanloop naar de deadline gaan wij samen met gletsjeronderzoeksgroepen uit de rest van de wereld aan ‘model intercomparison projects’ werken. We leggen dan onze gletsjermodellen naast elkaar, in de hoop dat ze elkaar bevestigen. Ons model voorspelt bijvoorbeeld dat ongeveer een kwart van de globale gletsjermassa tegen 2100 weg zal smelten wanneer de opwarming van de aarde beperkt blijft tot 1,5 à 2 graden. Bij een sterkere opwarming wordt dat de helft. Als de modellen van die andere onderzoeksgroepen ongeveer hetzelfde voorspellen, verhoogt dat de geloofwaardigheid van de resultaten.”
Harry Zekollari
Wat is jouw taak straks?
“Gletsjers en zeespiegelstijging zijn mijn expertise, maar ik ga breder moeten kijken, naar het thema cryosfeer. Dat overkoepelt alles wat met ijs te maken heeft, dus ook zee-ijs, ijskappen, permafrost,... En dat in een hoofdstuk over langetermijnstabilisatie, dat kijkt naar zogenaamde overshoot-scenario’s.”
Wat zijn dat?
“Daarmee ga je na wat er gebeurt als we het akkoord van Parijs niet halen, en er dus niet in slagen om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graden ten opzichte van het pre-industriële niveau. Stel dat we opwarmen tot 1,7 of 1,8 graden en daarna de temperatuur weer lager krijgen: welk effect zou dat op de aardsystemen hebben? We kijken daarbij in de verdere toekomst, tot pakweg 2300 en soms zelf verder.”
Hadden we die 1,5 graden niet al opgegeven?
“Niet opgegeven, maar het wordt inderdaad wel moeilijk.”
Hoe zouden we de temperatuur dan weer omlaag krijgen?
“Door CO₂ uit de atmosfeer te halen. In het rapport heet dit CDR, Carbon Dioxide Removal. Dit kan op een natuurlijke manier gebeuren, bijvoorbeeld door bossen aan te planten, of met behulp van nieuwe, nog te ontwikkelen technieken. Sommige mensen denken ook aan SRM, Solar Radiation Modification. Dat is een vorm van geo-engineering die zonlicht zou terugkaatsen, bijvoorbeeld door zwaveldioxide of andere kleine deeltjes in de atmosfeer te brengen. Dit is wel een controversieel verhaal.”
Waarom?
“We weten niet of het zou werken en er zijn veel onzekerheden en risico’s aan verbonden. Een aanzienlijk deel van het SRM-onderzoek wordt trouwens ondersteund of betaald door fossiele lobbygroepen. De fossiele industrie weet dat haar feestje op zijn laatste benen loopt, maar wil dat einde zo lang mogelijk uitstellen. Nochtans kennen die bedrijven al heel lang de gevolgen van CO₂-uitstoot. Dat weten we uit gelekte documenten. Hun projecties voorspelden perfect hoe de temperatuur tussen 1980 en 2000 zou stijgen.”
Horen die stemmen dan wel thuis in het klimaatrapport?
“Sommige collega’s zijn fel tegen. Persoonlijk denk ik dat we dat soort van onderzoek zelf niet moeten doen, maar ik vind niet dat je een lakei van de fossiele lobby bent als je die studies vermeldt en hun haalbaarheid bespreekt. Met de nodige kritische zin natuurlijk.”
"De VS, het land met de strafste onderzoekers ter wereld, levert nu maar één auteur meer"
Hoe zit het met de Amerikaanse inbreng in het volgende klimaatrapport?
“Die is zo veel kleiner geworden. Het National Ocean and Atmosphere Agence NOAA is een van de belangrijkste klimaatinstituten ter wereld. Voor het vorige IPCC-rapport leverden ze nog tien auteurs. Nu is dat er maar één meer – iemand die binnenkort met pensioen gaat. Wie in Amerika voor een federaal betoelaagde instelling werkt, mag of durft zich geen kandidaat meer stellen als auteur. Onderzoekers van universiteiten gelukkig nog wel.”
Is dat een grote aderlating?
“Het is dramatisch. Enkele van de belangrijkste klimaatonderzoekers ter wereld kunnen hun kennis niet meer bijdragen. Recent is er in de VS nog een nationaal klimaatrapport uitgebracht, geschreven door klimaatontkenners en vol fouten. Dit is nepwetenschap in een land waar de knapste koppen ter wereld onderzoek doen. Ik vind het choquerend.”
Hier geloven we wel nog in de wetenschap, maar heerst er veel klimaatmoeheid.
“Ondanks alles is de EU goed bezig. Het gaat te traag en het is met vallen en opstaan, maar we zijn op weg naar klimaatneutraliteit.”
"Na het Verenigd Koninkrijk staat België op de tweede plaats van de landen die per inwoner het meeste CO₂ uitgestoten hebben, via onze steenkool- en staalindustrie"
De wereldwijde uitstoot blijft wel stijgen. Waarom moet Europa zich economisch pijn doen voor de klimaattransitie, terwijl we maar voor zes procent van die CO₂-uitstoot verantwoordelijk zijn?
“Ik snap die klimaatmoeheid. Waarom zou je een treinticket van 370 euro kopen als je voor 40 euro het vliegtuig kunt nemen? Daarop antwoord ik met een vraag: waarom worden vliegen en de kerosine niet meer belast, en waarom wordt het spoor niet beter gesubsidieerd? Als we nu investeren in de transitie, besparen we de kosten die met klimaatverandering gepaard gaan. Die zijn enorm. En het zal ons op lange termijn ook meer opbrengen, tonen berekeningen aan. China is nu nog een grote CO₂-uitstoter, maar groene energie is daar zot aan het boomen. Die transitie komt er. Het gaat ook over historische rechtvaardigheid.”
Hoezo?
“Wij zijn rijk geworden door veel CO₂ uit te stoten. Na het Verenigd Koninkrijk staat België op de tweede plaats van de landen die per inwoner het meeste uitgestoten hebben, via onze steenkool- en staalindustrie. Wie draait op voor die schade? Ook vandaag scoren we per inwoner nog hoger dan China.”
Volgens IPCC-topman Bart van den Hurk moeten klimaatexperts niet té alarmistisch doen en ook over oplossingen praten.
“Onze hoofdtaak is wetenschap brengen: we passen wiskunde en fysica toe op het systeem aarde en kijken wat er gebeurt. En die kennis delen we. De rest is een kwestie van persoonlijkheid. Sommige wetenschappers springen op de barricaden. Ik denk dat een boodschap geloofwaardiger overkomt als je ze neutraal brengt. Alles is tegenwoordig zo gepolariseerd. Je moet voor of tegen zijn, links of rechts, vegetariër of vleeseter. Terwijl het gewoon wetenschap is. Je kunt niet voor of tegen klimaatfysica zijn. Ik kan alleen maar zeggen: leven in een wereld die 2,5 graden warmer is, dat is een groot verschil met een wereld die maar 1,6 graden warmer wordt. Als elk land nu doet wat het belooft, stevenen we af op 2,7 graden meer. Dat zal grote gevolgen hebben. Elke tiende graad die we daaraf kunnen pitsen, is belangrijk.”
Auteurs
Drie co-auteurs van het zevende IPCC-klimaatrapport hebben een link met de VUB.
Chris Smith is een Britse senior onderzoeker binnen de onderzoeksgroep Water and Climate van de VUB en bij het International Institute for Applies Systems Analysis (IIASA) in Oostenrijk. Hij werkt mee aan het eerste deel van het klimaatrapport, als coordinating lead author.
David De Vleesschouwer studeerde en doctoreerde aan de VUB en werkt nu aan de Universiteit van Münster in Duitsland. Als paleoklimatoloog onderzoekt hij klimaatsystemen in het verre verleden. Hij is een van de lead authors van het eerste deel van het klimaatrapport.
Joeri Rogelj is professor aan het Imperial College London en lead author van meerdere IPCC-rapporten, waaronder het Special Report on Global Warming of 1.5°C (2018) en het Zesde IPCC-rapport (AR6). Hij is lead author in het derde deel van het nieuw klimaatrapport. Hij gaf mee vorm aan het koolstofbudget dat het Klimaatakkoord van Parijs onderbouwt. In 2025 kreeg hij het eredoctoraat van de VUB.