Werkveld vraagt meer aandacht voor diversiteit en minder versnippering

In opdracht van de minister van Brussel, Benjamin Dalle, hebben onderzoekers van de Vrije Universiteit Brussel en de Erasmus Hogeschool Brussel de subsidies van de subsidielijn “projecten voor Brussel” geëvalueerd. De subsidielijn heeft de afgelopen 24 jaar een brede waaier aan projecten en initiatieven voortgebracht: festivals, stadswandelingen, educatieve initiatieven, toeleiding naar werk, burgerschapsvorming, etc. Grote instellingen als Bruzz, Muntpunt, AB of Couleur Café ontvangen subsidies via deze lijn, maar ook kleinere organisaties zoals BX Brussels, Circus Zonder Handen, Growfunding, Volta, Cultureghem, etc.

"Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat het werkveld meer aandacht voor diversiteit vraagt, om zo tot meer innovatie te komen en jonge, nieuwe organisaties te faciliteren. Verder vindt het werkveld dat een betere samenwerking tussen de verschillende organisaties de huidige bestaande versnippering kan voorkomen. Ook wenst het werkveld meer subsidies voor kleine bottom-up initiatieven", zegt onderzoeker dr. Minne Huysmans.

De evaluatie verliep via een participatief traject waarbij het sociaal-culturele en artistieke werkveld van Brussel zelf werd bevraagd volgens de mixed-method aanpak: er werden achtereenvolgens een kwantitatieve bevraging (enquête), kwalitatieve focusgroepen en participatieve workshops georganiseerd. In de enquête werden een aantal vragen aan het Brussels sociaal-culturele werkveld gesteld over de subsidielijn ‘Projecten voor Brussel’: worden de juiste doelstellingen geformuleerd? Welke impact heeft de subsidielijn? Zijn de bestaande categorieën en criteria helder? Zit de begeleiding, toewijzing en eindevaluatie goed? Kortom, heeft de subsidielijn nog de juiste vinger aan de Brusselse pols?

De enquête werd ingevuld door organisaties die de afgelopen drie jaar via de subsidielijn financiële steun vroegen en kregen. In totaal werden 86 organisaties aangeschreven, waarvan 57% de bevraging hebben ingevuld. In een tweede ronde werden verschillende focusgroepen met het werkveld georganiseerd om meer inzicht te verkrijgen in de maatschappelijke rol van de subsidielijn en de actuele uitdagingen in en voor Brussel.

Hiervoor werden 44 voorgeselecteerde organisaties gecontacteerd. 32 respondenten, van 32 verschillende organisaties namen in totaal deel aan zes focusgroepen, van 4 tot 6 deelnemers. In een laatste fase werden op basis van de resultaten van de focusgroepen 3 thematische workshops georganiseerd met als doel de reeds gecapteerde ervaringen, noden en aanbevelingen uit de eerdere bevragingen nog scherper te krijgen en om te zetten in beleidsaanbevelingen. Het totaal aantal deelnemers van de workshops was 31.

Uit deze breed gedragen werkveldbevraging blijkt dat Brussel ervaren wordt als een complexe en gelaagde stad met verschillende uitdagingen die kenmerkend zijn voor een grootstad (sociale ongelijkheid, (jeugd)werkloosheid, beperkte mobiliteit over buurten heen, uitsluitingsmechanismen, …). Aandacht voor deze uitdagingen betekent aandacht voor diversiteit. Diversiteit wordt dan ook niet enkel als een beschrijving van de Brusselse realiteit aangehaald, maar ook als een uitdaging voor de subsidielijn: meer aandacht voor diversiteit draagt volgens de respondenten bij tot innovatie en verandering binnen de werking van de subsidielijn. Het zou bovendien de deelname van jonge en nieuwe organisaties aan de subsidielijn kunnen faciliteren.

Een tweede aandachtspunt is het belang van netwerken en samenwerkingen. Zowel organisaties als het beleid in Brussel hebben baat bij een betere verbinding. Het gaat hierbij om verbinding tussen overheden en organisaties, tussen verschillende overheden en tussen organisaties onderling. Het gebrek aan die netwerken en samenwerkingsverbanden leidt nog te vaak tot versnippering. Daarnaast wordt het belang van netwerken en samenwerkingsverbanden ook aangehaald als een fundament voor het stimuleren van diversiteit. Door inclusiever te werken, kunnen ook jonge, nieuwe en andere organisaties meer aansluiting vinden bij de subsidielijn.

De Brusselse realiteit wordt door het werkveld niet los gezien van de Vlaamse, al blijken de twee werelden geen kopie van elkaar. De relatie tussen Vlaanderen en Brussel wordt eerder beschreven als een spanningsveld, omwille van het verschil in beleving, cultuur en politiek. Het incorporeren en uitdragen van de aansluiting tussen beide in projecten of werkingen is niet altijd even evident. Het werkveld ervaart een sterkere financiering voor projecten die focussen op Vlaamse aanwezigheid in Brussel. Dit komt de eerder aangehaalde noodzakelijke aandacht voor diversiteit niet altijd ten goede. Het werkveld duidt daarom op het belang van de wisselwerking en een wederkerige relatie.

Een laatste belangrijk punt is natuurlijk de financiering: het werkveld zou een nieuwe denkoefening begroeten met betrekking tot de verdeling van de middelen. Een groot deel van de middelen wordt vandaag recurrent besteed, steeds opnieuw voor dezelfde projecten. Hierdoor blijft er soms te weinig budgettaire ruimte over voor (nieuwe) projecten en de daarbij horende projectfinanciering.

Het kabinet en administratie van Minister Dalle zullen de komende maanden aan de slag gaan met de bevindingen uit het onderzoek om de subsidielijn te actualiseren en scherp te stellen.  Op 1 januari 2021 wordt er van start gegaan met een vernieuwde subsidielijn. In totaal werden in 2019 50 organisaties ondersteund voor een bedrag van 1.963.700 euro.

Vlaams minister van Brussel, Benjamin Dalle, is tevreden met het gelopen traject. "Onze Brusselse organisaties verdienen ondersteuning, zeker vandaag", aldus Dalle. "De coronacrisis maakt het ook voor hen allesbehalve makkelijk. Met de hernieuwde subsidielijn willen we hen meer dan ooit, de steun en investering geven die nodig zijn om samen van onze hoofdstad de stad te maken waar iedereen zichzelf kan zijn en kan uitgroeien tot de beste versie van zichzelf."

De resultaten van het onderzoek uitgevoerd door VUB-onderzoekers dr. Minne Huysmans, dr. Pieter Meurs, prof. Dominique Verté en Steven Degraeve  van Erasmus Hogeschool Brussel werden dinsdag voorgesteld in een online sessie. Meer info is te vinden op: https://www.vlaanderen.be/brussel/nieuws/resultaten-participatief-traject-polsslag-brussel