'Maar professor, onafhankelijke experts, bestaan die wel?' Enigszins verbouwereerd luisterde ik naar het antwoord van een minister op mijn vraag of ons falende klimaatbeleid geen voorbeeld kan nemen aan het Verenigd Koninkrijk, waar de overheden aanbevelingen van een gezaghebbend wetenschappelijk comité vrij scrupuleus opvolgen. Dat model was zo-even aangeprezen door een Londense collega die net als ik het woord had genomen op een conferentie over klimaatgovernance en federalisme, anderhalf jaar geleden. Zij zag in dit 'Committee on Climate Change' een van de redenen waarom het Britse klimaatbeleid zulke goede cijfers kon voorleggen. Dus vroeg ik mij af hoe de minister in kwestie, eveneens aanwezig, daarnaar kijkt.

Deze column verscheen eerder op standaard.be (+). Auteur: Dave Sinardet, professor politieke wetenschappen aan de VUB.

We hebben veel klimaatministers dus ik ontbloot hiermee de kroon niet. Temeer daar dit antwoord van eender welke excellentie kon komen, veelzeggend als het is voor hoe expertise in onze politieke cultuur vaak wordt bejegend: als iets dat kan en moet passen in de partijpolitieke logica die het politieke systeem zelf beheerst, niet als een autonoom veld met eigen wetmatigheden.

Een mooi voorbeeld is het recentste rapport van de Hoge Raad van Financiën. Dit adviesorgaan gevuld met 'deskundigen van hoog niveau', zoals haar website het formuleert, moest een hervorming van de personenbelasting uittekenen voor de (vorige) minister van Financiën. Resultaat na bijna drie jaar studie: een werkstuk van 370 bladzijden zonder echt advies. Alleen de bijlagen bevatten twee uitgewerkte voorstellen, die elkaar niet enkel tegenspreken maar zelfs onderuithalen.

Het probleem is dat ze simpelweg de bekende partijpolitieke tegenstellingen reflecteren en repliceren.

Aan de deskundigheid van de leden van de Raad ligt het niet. Het probleem is dat ze simpelweg de bekende partijpolitieke tegenstellingen reflecteren en repliceren. Het zijn dan ook vooral voormalige politici, kabinetsmedewerkers of anderszins partijpolitiek benoemde figuren. Zoals een van hen het samenvatte in De Tijd: 'Wij zijn daar niet door de Heilige Geest gezet, maar door een partij.' Het zou minder tijdrovend zijn en goedkoper voor de belastingbetaler om het debat dan maar meteen door de partijvoorzitters te laten voeren.

'Wereldvreemde elite'

Toegegeven, soms werkt het anders. De Commissie Pensioenhervorming 2020-2040 was eveneens ideologisch divers maar academischer en (dus) onafhankelijker samengesteld en formuleerde wel een coherent voorstel. Maar daar is dan weer niets mee aangevangen. Kortom: als expertise niet wordt ingekapseld in de particratie, wordt ze weggewuifd.

Er waren in het verleden weleens uitzonderingen op deze regel, maar nooit zo duidelijk als tijdens de coronacrisis, wanneer virologen en epidemiologen het land leken te regeren. In die mate dat al snel verontruste waarschuwingen opstegen voor de dreiging van een 'virocratie'. Want, klonk het, in een democratie moeten beslissingen genomen worden door de enige gewettigde vertegenwoordigers van de volkswil: de verkozenen.

Als expertise niet wordt ingekapseld in de particratie, wordt ze weggewuifd.

Juist, maar als zij vrijwillig beslissen zich te laten leiden door inzichten van wetenschappers, is er alvast zuiver formeel geen legitimiteitsprobleem. En qua publieke legitimiteit scheren die experts hoge toppen, zo bleek deze week uit een enquête van Knack en Le Vif. Virologen en epidemiologen krijgen van de Belgen tevredenheidscijfers tussen 80 en 60 procent voor hun aanpak van de coronacrisis, de belangrijkste politici blijven hangen tussen 39 en 13 procent. De slechtst 'scorende' expert doet het dus nog steeds 20 procent beter dan de best scorende politica, premier Wilmès.

Die publieke steun voor deskundigen drijft ook boven in andere landen waar ze op de publieke scène werden gehesen. Opmerkelijk in een tijd waarin populisten hen vaak afschilderen als onderdeel van een wereldvreemde elite. Brits minister Michael Gove was iets te voorbarig toen hij enkele jaren geleden verklaarde: ' The people have had enough of experts.'

Ongetwijfeld speelt de acute bedreiging in de coronacrisis een rol. Moesten klimaatwetenschappers plotseling drastische maatregelen opleggen om de opwarming van de aarde tegen te gaan, zouden ze wellicht minder bijval oogsten. Hoewel: de internationale steun voor virologen staat veelal los van de lijn die ze volgden. Zo krijgt de internationaal afwijkende Zweedse staatsepidemioloog Anders Tegnell evenveel waardering als zijn Belgische collega's. 83% van de Belgen wil bovendien dat politici ook ná de crisis meer naar experts luisteren. Deze waarderingscijfers kunnen evolueren, maar het zou mooi zijn als ze de aanzet geven voor een langverwachte herziening van de relatie tussen wetenschap en politiek in ons land.

De slechtst 'scorende' expert doet het dus nog steeds 20 procent beter dan de best scorende politica, premier Wilmès.

Voor alle duidelijkheid: ik ga niet mee in de tweedeling tussen 'slechte politici', louter bekommerd om hun eigenbelang, en 'goede experts', enkel geleid door het collectieve goed. De wereld is ook op dat vlak niet zo zwart-wit. Sommige virologen leken niet altijd wars van enige profileringsdrang, soms ten koste van de nuance en onzekerheid die inherent is aan wetenschappelijke kennis. En ik ken best wat goedmenende politici die de frustraties opstapelen in een verstikkende partijpolitieke dynamiek.

Verantwoording

Net als tegenwicht voor die te dominante particratie zou het goed zijn als andere systemen een structurelere plaats krijgen in de democratische besluitvorming, losser van de partijpolitiek en met meer slagkracht. Het zal wel dat onafhankelijke academische expertise inpassen in economische, sociale of klimaatkwesties lastiger is dan in de bestrijding van een pandemie, maar best wat andere landen tonen dat het kan. Politici zullen altijd de eindbeslissing nemen, maar wetenschappelijk advies kan daarin een meer autonome en dwingende rol spelen.

Sommige virologen leken niet altijd wars van enige profileringsdrang, soms ten koste van de nuance en onzekerheid die inherent is aan wetenschappelijke kennis.

Die rol moet ook divers zijn qua disciplines. En transparant. Op beide vlakken werd in de coronacrisis gaandeweg in de juiste richting bijgestuurd, door het toevoegen van niet medische wetenschappers in adviesorganen en door het vrijgeven van de Belgische expertenrapporten. Al mag dat in de toekomst een pak sneller. En wie impact heeft op het beleid, moet daarover kritisch kunnen worden ondervraagd. Ook dat zie je nu al voorzichtig gebeuren, zoals in de Pano die virologen confronteerde met hun minimaliserende uitspraken over het virus aan het begin van de uitbraak.

Met verantwoordelijkheid komt ook verantwoording. Daarin schuilt een gevaar voor de experts: sommige politici instrumentaliseren hen graag om vervelende beslissingen door te schuiven. Ze vonden het niet erg dat ze zich konden verstoppen achter virologen om niet de (enige) verantwoordelijke te zijn voor de drastische vrijheidsbeperkende maatregelen en hoe ze zouden uitdraaien. Macchiavelli wist het al: 'Leiders dienen het uitvoeren van noodzakelijke maar impopulaire maatregelen aan anderen te delegeren, maar het verlenen van gunsten aan zichzelf voor te behouden.'

Voorwaar een wijze les die misschien zelfs onze klimaatministers kan genezen van hun aversie voor experten.