Zorgverleners gaven aan dat ze tijdens de eerste COVID-19-golf goede medische zorg aan het levenseinde aan zowel COVID- als aan niet-COVID-patiënten konden leveren. Voor emotionele en spirituele ondersteuning bij patiënten aan het einde van hun leven bleken zij minder ruimte te hebben. Zorgverleners vertelden dat ze bij zo’n 30% van de COVID-patiënten en zo’n 50% van de niet-COVID-patiënten niet voldoende tijd hadden voor dergelijke gesprekken met patiënten en familie. Dat blijkt uit een bevraging over levenseindezorg bij 260 zorgverleners door een interdisciplinair onderzoeksteam van VUB, UGent en UZ Brussel.

Tijdens de zomer deed de Onderzoeksgroep Zorg rond het Levenseinde van de VUB en UGent en de dienst radiotherapie van UZ Brussel samen een bevraging bij 260 zorgverleners die levenseindezorg gaven aan stervende patiënten tijdens de eerste golf van de COVID-pandemie in Vlaanderen. Ongeveer de helft van deze patiënten had een COVID-infectie. De andere helft stierf zonder corona. De zorgverleners vulden een vragenlijst in en deelden zo hun ervaringen en gevoelens over de zorg aan stervende patiënten tussen 15 maart en 31 augustus. Zowel verpleegkundigen, artsen, psychologen, zorgkundigen als sociaal werkers deden mee aan de bevraging.

Uit de resultaten van de enquête blijkt dat zorgverleners, ondanks de piek van zorg voor COVID-patiënten, het gevoel hadden er toch in geslaagd te zijn om goede symptoomcontrole te doen bij deze patiënten. Bij iets meer dan 90% van de patiënten werd volgens de zorgverleners voldoende gedaan om symptomen als benauwdheid en pijn aan het levenseinde te behandelen. “Symptoomcontrole en comfort is een belangrijk onderdeel van levenseinde zorg,” zegt Prof. Mark De Ridder, hoogleraar aan de VUB en diensthoofd radiotherapie en palliatieve zorg in UZ Brussel, “maar er moet ook aandacht zijn voor emotionele en spirituele ondersteuning bij deze patiënten en hun familie. Daar bleken de zorgverleners niet altijd tijd voor te hebben”. Bij zo’n 30% van de COVID-patiënten en zo’n 50% van de niet-COVID-patiënten vonden de zorgverleners dat ze niet voldoende tijd konden vrijmaken voor deze gesprekken met patiënten en familie.

Ook afscheid nemen van familieleden was niet altijd voldoende mogelijk. “Door de strikte bezoekregels konden familieleden in 7% van de gevallen op geen enkele manier afscheid nemen van hun dierbare. In 73% van de gevallen werd bezoek gelimiteerd in aantal personen en tijd, ook bij patiënten zonder COVID-infectie,” aldus Dr. Kathleen Leemans, postdoctoraal onderzoeker bij onderzoeksgroep TROP aan de VUB. “Bij 72% van de patiënten was online contact mogelijk, maar dat is niet hetzelfde voor het rouwproces als een echt afscheid met fysiek contact.”

De onderzoekers vroegen ook hoe de zorgverleners zich voelden tijdens de zorg aan stervende patiënten tijdens de eerste coronagolf. De meeste zorgverleners vertoonden zowel positieve als negatieve gevoelens. Een op drie voelde zich rusteloos, de helft miste gezelschap, maar tegelijk voelden ze zich bijna allemaal verbonden met mensen. “We verwachten dat die ambivalente gevoelens nog meer op de voorgrond treden nu tijdens de tweede golf; daarom lanceren we de vragenlijst vandaag opnieuw,” aldus Dr. Leemans.

Hoe gaat het nu met u als zorgverlener tijdens de tweede golf? Het is belangrijk om dit te laten weten zodat maatregelen kunnen genomen worden om jullie te ondersteunen. Heeft u zorg gedragen voor stervende patiënten in het ziekenhuis, het woonzorgcentrum of de thuiszorg? Vul dan een vragenlijst in over uw beleving tijdens de zorg aan een patiënt die overleden is na 15 oktober (al dan niet door COVID) via deze link: 

http://endoflifecare.be/coronalevenseindezorg