Op maandag 13 oktober ontving de Zuid-Afrikaanse Nobelprijswinnaar J.M. Coetzee in de Muntschouwburg een eredoctoraat van de VUB. Aan het einde van de avond sprak de wereldberoemde literator en denker een krachtig dankwoord uit. Hij uitte grote zorgen over de uitdagingen waar de wetenschap vandaag mee wordt geconfronteerd. ā€œNu, in de laatste decennia van mijn leven, lijkt het mijn lot te zijn om te zien hoe de wetenschappen worden aangevallen op een manier die zij nooit hadden kunnen verwachten.ā€

ā€œGeachte rector, u en uw collega’s hebben mij een grote eer bewezen door mij een eredoctoraat toe te kennen, waardoor ik mij een trotse eredoctor van de Vrije Universiteit Brussel mag noemen.
Zoals u goed weet, is deze universiteit opgericht als een vrije universiteit, juist om haar vrij te houden van dogma, of het nu katholiek of protestants is, vrij om het verlichtingsideaal van vrije intellectuele zoektocht na te streven. De universiteit speelde vervolgens een opmerkelijke rol in de grote uitbreiding van wetenschappelijke kennis die plaatsvond in de tweede helft van de 19e eeuw en gedurende de hele 20e eeuw. 

Het was mijn lot om de eerste zes decennia van mijn leven door te brengen in de 20e eeuw, een tijd waarin de wetenschappen ongestoord bloeiden. Nu, in de laatste decennia van mijn leven, lijkt het mijn lot te zijn om te zien hoe de wetenschappen worden aangevallen op een manier die zij nooit hadden kunnen verwachten. 
De aanval heeft zich het krachtigst voorgedaan in de Verenigde Staten, een staat die – paradoxaal genoeg – is opgericht op verlichtingsprincipes, waar een antiwetenschappelijke, antiprogresieve, antiverlichtingsbeweging aan de macht is gekomen die wantrouwig staat tegenover vele takken van wetenschappelijke kennis en vijandig tegenover het ideaal van vrije zoektocht dat belichaamd wordt in de moderne universiteit.
We zien deze vijandigheid het meest dramatisch tot uitdrukking komen in twee gebieden: in de klimaatwetenschap en in de medische wetenschap. Door de mens veroorzaakte klimaatverandering wordt afgedaan als een hoax, gepleegd door een gesloten kliek van wetenschappers, terwijl gevestigde praktijken in de preventieve geneeskunde, zoals vaccinatie van kinderen, worden beschouwd als een sinister complot om het ras te verzwakken. 

 

ā€œWetenschappers moeten kritisch nadenken over wat ā€˜waarschijnlijkheid’ betekent in hun werk en manieren vinden om dit zo uit te leggen dat gewone mensen het begrijpenā€ 

 

Ik ben hier vanavond niet in de rol van docent. Maar ik kan deze gelegenheid niet voorbij laten gaan zonder een woord van advies te geven, als een man wiens wortels in de 20e eeuw liggen, aan leraren en studenten van de 21e eeuw die geconfronteerd worden met deze nieuwe en verbazingwekkende aanval op vrije zoektocht.
Mijn advies is dit: de antiwetenschappelijke beweging bestaat niet uitsluitend uit domme, achterlijke mensen die ten prooi zijn gevallen aan onzinnige complottheorieƫn. Zij omvat ook intelligente mensen die de zelfverzekerdheid, het gebrek aan nederigheid, van de typische wetenschappelijke mentaliteit verontrustend vinden. In het bijzonder hebben zij moeite met het begrijpen van wetenschappelijke voorspellingen die op waarschijnlijkheid zijn gebaseerd.
Als de temperatuur met 1,5 graden stijgt, is er 90% kans dat de zeespiegel met een meter zal stijgen, zeggen de wetenschappers. Gewone mensen begrijpen uitspraken als deze niet echt – niet in hun volle draagwijdte. Wanneer zij cynisch zijn, zeggen mensen dat het verpakken van beloften en voorspellingen in termen van waarschijnlijkheden eenvoudigweg de ontsnappingsclausule van de wetenschap is, haar manier om ervoor te zorgen dat de wetenschapper nooit ongelijk heeft. 

We gooien het woord waarschijnlijk gemakkelijk rond, het maakt deel uit van onze dagelijkse taal; maar waarschijnlijkheid is eigenlijk een moeilijk concept, zelfs voor filosofen. Beoefenaars van de wetenschappen, inclusief de sociale wetenschappen, die sterk vertrouwen op de wiskunde van waarschijnlijkheid als een manier om over de toekomst te spreken, zouden goed moeten nadenken over wat waarschijnlijkheid betekent in hun praktijk en manieren moeten vinden om hun praktijk uit te leggen op een manier die gewone mensen kunnen begrijpen. Er staat veel op het spel in het huidige intellectuele en politieke klimaat, niet in het minst de status van de wetenschap in de ogen van het publiek en de reputatie van de moderne universiteit. 

Dat is alles wat ik wilde zeggen. Dank u allen voor uw aandacht.ā€