“Het begint met een kinderdroom en dan volgt een lang traject van goed je best doen op school, sparen om componenten te kopen die je voor je jeugdige bedenksels nodig hebt en ten slotte een universitair diploma in bijvoorbeeld de ingenieurswetenschappen behalen, zodat je de nodige kennis hebt om je project te demonstreren. En dan? Dan sta je terug bij af. Terug bij je kinderdroom. Je bent intussen twintig jaar ouder, maar je staat geen stap verder, want je hebt geen centen. Maar je bent in die twintig jaar gelukkig wel verstandiger geworden en je beseft dat je mensen nodig hebt die je vooruithelpen. Een CTO of chief technology officer kan niet zonder business developers, zonder investeerders, zonder marketeers.
En hier komen wij in beeld. Met het vicerectoraat en de vernieuwde Knowledge & Technology Transfer Interface (KTI) kunnen we helpen met de juridische kant, met het zoeken naar fondsen, maar vooral: we spelen advocaat van de duivel. We kijken er heel streng op toe of een dossier wel sterk genoeg is, kwaliteit primeert absoluut op kwantiteit. Wij willen geen honderd spin-offs waarvan de meeste snel verdwijnen, wij willen tien spin-offs waarvan er over vijf jaar nog negen het heel goed doen.
Spin-offs hebben ook een uitgesproken economische en maatschappelijke missie. Ze zorgen voor jobs, ze helpen de maakindustrie vooruit, ze verbeteren de gezondheidszorg. Dat is ook de reden waarom ik aanvaard heb om vicerector Innovatie en Valorisatie te worden.
Avontuurlijk is iets anders dan roekeloos
Ondernemende onderzoekers die met een spin-off starten zijn in de eerste plaats gedreven mensen die hun droom willen waarmaken, mensen met een gezonde ambitie, met een strategie, die enthousiast geloven in hun eigen kunnen en in het nieuwe. Ze werken vaak zestien tot twintig uur per dag. Het is een keiharde business waar tegelijk ook veel plezier bij komt kijken. Het is avontuurlijk omdat je niet weet waar het allemaal zal eindigen. Misschien is het wel terug naar af. Maar avontuurlijk is iets helemaal anders dan roekeloos. De eerste reality check voor een spin-off is de externe financiering. Als het financiële plaatje niet klopt, dan is het al meteen afgelopen.
Wat een spin-off onderscheidt van een start-up is de hoogtechnologische of andere wetenschappelijke kennis die de motor vormt. En dat er vaak een kruisbestuiving tussen verschillende disciplines plaatsvindt. Zo ontstaan disruptieve ideeën, in plaats van meer van hetzelfde. En financiers lopen er warm voor. Immers, 80% van de economische groei is te danken aan 20% disruptieve bedrijven. En een universiteit is de beste biotoop voor disruptieve ideeën.”