VUB-professor Marijke Huysmans is niet meer een roepende in de woestijn. Overheden en burgers zijn zich steeds meer bewust van de gevaarlijke verdroging die ons treft. Als wetenschappelijk expert die het brede publiek passievol over haar vakgebied grondwaterhydrologie vertelt, is dat een opluchting. “Maar we moeten nog hele grote stappen te zetten.”

Je bent een genuanceerde boodschapper van een slechte tijding: de droogte dreigt. Hoe moeilijk is dat als wetenschapper?

Ik probeer een positieve boodschap te brengen en vooral te focussen op hoe we weerbaarder tegen droogte kunnen worden. Vaak zijn de media die verslag doen en me interviewen alarmistisch. Dat zit in hun karakter: drama verkoopt nieuws. Een droge zomer wordt al snel apocalyptisch, een overstroming een zondvloed. Ik geloof in oplossingen, ik ben een ingenieur.

Je zegt dat er genoeg water is in België, maar dat we er beter mee om moeten gaan. Hoe?

Door de klimaatverandering dreigt niet alleen droogte, maar ook wateroverlast. We moeten ons voorbereiden op beide extremen. Gelukkig zijn de oplossingen niet tegenstrijdig. We verwachten minder neerslag in de lente en in de zomer, en maar meer neerslag in de winter. Op jaarbasis hebben we voldoende water. We verwachten ook niet dat de hoeveelheid water zal afnemen in de toekomst.

We moeten dus dat wateroverschot in de winter opslaan voor drogere periodes. Dat kan op veel manieren: bijvoorbeeld door regenwater op te vangen waarmee toiletten gespoeld kunnen worden, door waterreservoirs aan te leggen om land mee te besproeien. Maar de beste plek om grote hoeveelheden water op te slaan bevindt zich onder onze voeten.

Hoe doe je dat, ondergronds opslaan?

De natuur doet dat voor ons. Regen sijpelt in de bodem en wordt daar opgeslagen. Maar we hebben dat systeem niet optimaal benut. De grond is verhard door bebouwing en wegen, waardoor het water niet goed in de ondergrond kan infiltreren. Ons landschap is ook zo ingericht met drainage, sloten en riolering dat het water zo snel mogelijk wordt afgevoerd.

We hebben heel veel verschillende instrumenten om dat te herstellen. In de landbouw bijvoorbeeld met slimmere drainage. We kunnen ook natuurlijke waterbuffers maken die een overschot opvangen in de natte jaargetijden en die gebruiken in de droge. In het klein kun je weer beekjes aanleggen die het water vasthouden. Op de VUB-campus heb je WADI’s (Water Afvoer Drainage Infiltratie, nvdr) WADI’s kunnen regenwater tijdelijk opslaan, zodat het langzaam kan infiltreren in de bodem. Zo vullen ze de grondwatervoorraden aan.

Daarnaast moeten we ook leren zuinig om te gaan met water. Burgers en bedrijven zijn daar al serieus mee begonnen, maar we moeten nog hele grote stappen te zetten. We hebben water heel lang niet als een schaarsteproduct gezien.

In hoeverre is het bewustzijn van de waterproblematiek gegroeid?

Het is enorm gestegen. Vijf jaar geleden werden we nog bijna uitgelachen. Maar de droogteperiodes hebben de ogen geopend. Er beweegt heel veel en ook de politiek is wakker geworden. In Vlaanderen hebben we bijvoorbeeld de Blue Deal, een plan om Vlaanderen weerbaarder te maken tegen waterschaarste en droogte. Het bevat meer dan 70 acties en 400 projecten  Maar we zijn er nog niet: het is een werk van lange adem.