De carrière van top-natuurkundige Ingrid Daubechies (°1954) speelde zich voornamelijk af in de Verenigde Staten. Al op haar 33ste kreeg ze wereldfaam met de ontdekking van de formules voor verschillende soorten wavelets. Sindsdien kunnen we afbeeldingen gecomprimeerd opslaan zonder kwaliteitsverlies. Later werd Daubechies de eerste vrouwelijke professor wiskunde aan de prestigieuze universiteit van Princeton. Vandaag is ze verbonden aan Duke University als professor emeritus. Voor die carrière werd ze eerder dit jaar beloond met de National Medal of Science, de hoogste Amerikaanse wetenschapsprijs. Toch heeft Daubechies de VUB, waar ze studeerde en haar carrière begon, nooit losgelaten, via gastcolleges, of als bezieler van de wedstrijd het Wiskunnend Wiske. 

Wat trok je initieel aan in de wiskunde en fysica? 
“Zolang ik mij kan herinneren, was ik geïnteresseerd in hoe de dingen werken. Hoe kun je bijvoorbeeld uit het licht van de sterren opmaken welke elementen vertegenwoordigd zijn? Zulke dingen wilde ik als kind al begrijpen en doorgronden. Oorspronkelijk dacht ik aan ingenieursstudies, mijn vader was ook ingenieur. Maar in het laatste jaar van de humaniora heb ik begrepen dat dingen begrijpen me nauwer aan het hart lag dan dingen opbouwen. Zo ben ik bij natuurkunde beland. Mijn moeder was niet opgezet met die keuze. Ingenieur vond ze een echt beroep, natuurkunde neigde voor haar -binnen de wetenschappen- naar het artistieke. Ze dacht dat ik daar nooit mijn brood mee zou kunnen verdienen, maar ik heb voet bij stuk gehouden. Het grappige is dat ik uiteindelijk niet alleen bezig ben geweest met hoe de dingen werken maar ook met het bouwen van wiskundige technieken om problemen te helpen doorgronden. Uiteindelijk heb ik altijd veel samengewerkt en gepraat met ingenieurs.” 

"Wetenschap mag dan vaak gaan over het begrijpen van de natuur of het bouwen van technologie, ultiem is wetenschap een menselijke activiteit die vertrekt vanuit een menselijke nieuwsgierigheid"

“Die initiële drijfveer is er overigens nog altijd. Ik hoor heel graag van mensen die bepaalde vraagstukken echt doorgrond hebben, hoe de vork in de steel zit. En als iets nog niet is geweten, dan help ik graag om het mee te ontrafelen. Ik biijf nieuwsgierig, maar ik ben er mij ook van bewust dat ik met meer vragen zit dan ik zal kunnen behandelen in één leven. ”  

Wie of wat heeft je carrière een beslissende wending gegeven? 
“Het contact met andere mensen. Wetenschap mag dan vaak gaan over het begrijpen van de natuur of het bouwen van technologie, ultiem is wetenschap een menselijke activiteit die vertrekt vanuit een menselijke nieuwsgierigheid. De voldoening die ik er heb uitgehaald, komt dus niet alleen door de inhoud waarop ik heb gewerkt, maar ook door de gemeenschap met wie ik dat heb gedaan, medewerkers met wie ik echt goed overeenkom en die mijn passie delen. Die samenwerking is overigens door de jaren heen erg veranderd. Toen ik begon, communiceerde ik met collega’s uit andere landen per brief. Nu kan ik online voortdurend informatie delen en ideeën heen en weer kaatsen. Het is ongelofelijk hoeveel meer je kunt bereiken door op die manier samen te werken.” 

Wat was de moeilijkste periode in je carrière en hoe ben je daar uitgeraakt? 
“In het begin van mijn loopbaan heeft het er een tijdje naar uitgezien dat ik mijn carrière in de wetenschap zou moeten opgeven. Het was absoluut niet eenvoudig om een vaste baan te krijgen als onderzoeker. Ik begrijp dat ook, een maatschappij kan het zich niet veroorloven om een heleboel mensen te betalen om langdurig onderzoek te doen. Maar op een gegeven moment dacht ik dus echt dat ik aan mijn laatste zes maanden aan de VUB én van mijn wetenschappelijke carrière was begonnen. Zonder enige verwachting voor de toekomst, heb ik mijn schouders toen gezet onder de expo ‘De Spiraal van het Leven’ in 1984, naar aanleiding van de 25ste verjaardag van de eerste Nederlandstalige cursussen in wat later de faculteit Wetenschappen aan de VUB zou worden. Door mijn inspanningen hebben enorm veel mensen aan de VUB mij leren kennen. Aan de toenmalige rector zeiden ze: 'Heb je dat meisje gezien? Heb je gezien hoeveel energie ze heeft?’ Uiteindelijk heb ik zo toch een FWO-benoeming gekregen. Tegelijk heb ik in diezelfde periode ingezien dat ik plezier beleef aan dingen bedenken, aan creatief zijn. En dat ik dat het liefst doe met anderen. Het is uiteindelijk niet nodig geweest, maar ik dacht wel dat ik diezelfde voldoening die ik haalde uit onderzoek, ook op een andere plek kon vinden, zolang ik maar een creatief leven kon leiden.” 

Ingrid Daubechies

"Ik maak me zorgen over de toekomst van de wetenschappen in de VS"

Waar zie je je vakgebied naartoe gaan? Wat zijn de uitdagingen? 
“Een grote uitdaging is beter begrijpen waarom AI (vaak) zo goed werkt. Als we dat kunnen doorgronden, zouden we AI veel doelgerichter en op een minder energieverslindende manier kunnen gebruiken. Maar dat zal iets zijn voor de jongere generaties. Ik ben nieuwsgierig naar de antwoorden maar ik ga daar niet meer aan beginnen. Ik denk dat het een onderzoek is van een langere termijn dan ik verwacht nog te hebben.” 

“Ik heb er overigens geen probleem mee om dit aan anderen over te laten. Ik heb er vrede mee dat onze tijd eindig is en dat ik het grootste deel achter de rug heb. Ik ben nog niet uitgepraat, maar ik hoef niet meer in het centrum van de actie te staan. De mensen rondom mij zijn vandaag belangrijk. Met hen wil ik bezig zijn, nog een paar reizen maken met mijn man en tijd spenderen met mijn kinderen en kleinkinderen.”  

“Daarnaast maak ik me zorgen over de toekomst van de wetenschappen in de VS. Mijn universiteit is aan het inkrimpen, alle universiteiten zijn aan het inkrimpen. In de wiskunde zullen er waarschijnlijk binnen een jaar of twee geen onderzoeksgrants meer zijn voor individuen, alleen nog voor bepaalde centra en zelfs dat zullen er veel minder zijn. Het hele landschap is aan het veranderen. Ik ben normaal gesproken een optimist, maar dit zou de koploperspositie van de VS op vlak van wetenschappen weleens op lange termijn kunnen aantasten.” 

“Voor mezelf betreur ik wat er nu gebeurt, maar het werk dat ik heb gedaan, is gedaan en dat verdwijnt niet. Ik voel ook nog altijd een grote loyaliteit tegenover de instellingen waar ik gewerkt heb. Ik ben gehecht aan Duke University. De komende tijd wil ik hier, nu er zoveel wordt afgebouwd, mijn steentje bijdragen op vlak van outreach. Ik wil helpen wetenschapsnetwerken in leven te houden die ik belangrijk vind maar die de huidige administratie van de Verenigde Staten niet meer wil steunen.” 

Welk advies zou je geven aan jonge onderzoekers? 
“Aan sommige van mijn studenten heb ik het al letterlijk gezegd: ‘probeer niet om hier nog een carrière op te bouwen. Ga naar Europa of naar China.’ Daar zijn er op dit moment meer mogelijkheden en kan een jonge onderzoeker gemakkelijker aan een job of beurs geraken. Aan Europese instellingen geef ik dan weer de boodschap om niet te proberen om de grote hotshots uit de VS naar daar te halen; die hebben hun stempel al kunnen drukken. Het is interessanter om voorrang te geven aan de jongere generatie. Laat professoren hun beste studenten sturen en help hen om hun carrière uit te bouwen. Dat zal lonen, ook op lange termijn. Zelfs als het wetenschapsbeleid in de VS terug zou omschakelen, zal een deel van die onderzoekers in Europa willen blijven, uit loyaliteit naar hun werkgever maar ook omdat ze daar hun leven hebben uitgebouwd. Europa moet daar dringend meer inspanningen voor leveren, want ik denk dat China daar al veel bewuster mee bezig is.”  

Over de nieuwe wetenschapsprijzen

De VUB heeft in 2025 een nieuw prijzenbeleid voor onderzoek gelanceerd, in samenwerking met het Wetenschappelijk Steunfonds. Naast de bestaande Roger Van Geen-prijs voor uitzonderlijke wetenschappelijke carrières en de prijs Ignace Vanderschueren ter bekroning van een doctoraatswerk die reeds worden uitgereikt door het Vicerectoraat Onderzoek, zijn er zeven nieuwe prijzen, genoemd naar VUB-pioniers uit het verleden. Met dit beleid wil de universiteit erkenning geven aan excellent wetenschappelijk werk in elke fase van een wetenschappelijke carrière.

Een overzicht
  • Hilde Bruers-prijs – Life Sciences (jonge onderzoekers, max. 10 jaar anciënniteit)
  • Paul De Vroede-prijs – Humane Wetenschappen (jonge onderzoekers, max. 10 jaar anciënniteit)
  • Ingrid Daubechies-prijs – Basis-, Natuur- en Toegepaste Wetenschappen en Bio-ingenieurswetenschappen (jonge onderzoekers, max. 10 jaar anciënniteit)
  • Franz Bingen-prijs – Basis-, Natuur- en Toegepaste Wetenschappen en Bio-ingenieurswetenschappen (mid-career onderzoekers, 10–25 jaar anciënniteit))
  • Liebaers–Van Steirteghem-prijs – Life Sciences (mid-career onderzoeker, 10–25 jaar anciënniteit)
  • Els Witte-prijs – Humane Wetenschappen (mid-career onderzoekers, (10–25 jaar anciënniteit))
  • Sylvain Loccufier-prijs – carrièreprijs voor onderzoekers die wetenschappelijke excellentie combineren met maatschappelijke uitstraling in de geest van de waarden van de VUB
Procedure 

De prijzen Roger Van Geen, Hilde Bruers, Liebaert- Van Steirteghem, Franz Bingen en Sylvain Locufier worden vanaf 2026 tweejaarlijks uitgereikt. De prijzen Ignace Vanderscheuren, Paul De Vroede, Els Witte en Ingrid Daubechies volgen vanaf 2027 hetzelfde ritme. De oproep gebeurt in september, met 15 december als uiterste indiendatum. Dossiers worden beoordeeld door het Bureau van de Onderzoeksraad of door een ad hoc commissie (voor de Sylvain Loccufier-prijs). Het Wetenschappelijk Steunfonds beslist uiterlijk op 30 maart, de uitreiking volgt voor 30 mei.

Het prijzengeld bedraagt €5.000 voor jonge onderzoekers en €10.000 voor mid-career onderzoekers, telkens onder de vorm van een werkingskrediet. Aan de Sylvain Loccufier-prijs is geen geldprijs verbonden, maar een kunstwerk.

Bekijk de oproep van de vicerector voor 2025(via WeAreStaff)