VUB TechTransfer ondersteunt onderzoekers bij het maken van de vertaalslag van hun onderzoek naar de industrie en samenleving. Sonja Haesen, Directeur VUB TechTransfer en Philippe Westbroek, die het European Research & Innovation Support Team coördineert, konden de afgelopen jaren, dankzij de betere begeleiding van onderzoekers, flink meer middelen binnenhalen voor het toegepast onderzoek aan de VUB. “Het TechTransfer-team, waarin veel expertise samenkomt, maakt het verschil.”
Het vicerectoraat Innovatie & Valorisatie bestaat tien jaar. De TechTransfer Office voert het beleid uit dat door de vicerector word uitgestippeld. Hoe hebben jullie de werking zien evolueren?
Sonja: “Al voor 1998 stelde de VUB een aantal medewerkers aan om de link te maken tussen onderzoek en industrie. Als universiteit hebben we de maatschappelijke rol om onderzoeksresultaten naar de samenleving te brengen. Vanaf 1998 kwam daarvoor ook structurele financiering vanuit Vlaanderen. Dankzij die financiële impulsen van de Vlaamse en ook van de Brusselse overheid kon de TechTransfer-werking verder worden geprofessionaliseerd. Lange tijd viel die echter onder het Vicerectoraat Onderzoek, waar ze niet direct als prioriteit werd gezien. Pas in 2015, onder het rectoraat van Paul De Knop, is er een apart vicerectoraat opgestart en kon er ook een eigen beleid worden gevoerd rond meer toegepast onderzoek en valorisatie. Vicerector Hugo Thienpont zag meteen ook de nood én het potentieel om meer Europese middelen aan te trekken. Zo is de ERIS-cel ontstaan.”
“Als universiteit hebben we de maatschappelijke rol om onderzoeksresultaten naar de samenleving te brengen”
Philippe: “In mijn team, waarmee we ondersteuning bieden bij het aanvragen van Europese projecten (ERIS), was ik tien jaar geleden alleen; nu zijn we met zes. Qua opgehaalde middelen is de VUB hierdoor van vijf miljoen euro per jaar naar 25 miljoen euro gegaan. Eigenlijk boksen we boven ons gewicht, we behoren tot de top 20 Europese universiteiten als kleinste in de klas naast kleppers zoals KULeuven, UGent, Kopenhagen University, Denmark Technical University and University College Dublin. Tegelijkertijd vormde de specifieke aanpak bij Europese projectvoorstellen - met een totaalbegeleiding van bij het projectidee tot de indiening - een inspiratiebron voor de TechTransfer-teams die ondersteuning bieden bij Brusselse en Vlaamse funding. Ook hier zien we een substantiële stijging van de verworven onderzoeks- en innovatiemiddelen.”
Van 5 naar 25 miljoen. Wat maakt jullie werking zo performant?
Sonja: “Philippe heeft zelf twintig jaar ervaring als post-doc onderzoeker en vanuit die achtergrond ook met Europese projecten. Hij toonde meteen aan dat als je investeert in medewerkers met onderzoeks- of bedrijfservaring, je echt meerwaarde kunt leveren. Zo is de bal aan het rollen gegaan. Op korte tijd is ons hele team uitgebreid met experts uit verschillende achtergronden, we konden namelijk aantonen dat die voor 'return-on-investment' zorgen, ze betalen zichzelf ruimschoots terug en doen de financiële middelen voor onderzoek toenemen. Deze mensen ondersteunen onze onderzoekers bij hun zoektocht naar extra middelen voor toegepast onderzoek of naar manieren om hun onderzoek te valoriseren en hun maatschappelijke opdracht te volbrengen. Vaak doen ze dat in teamverband, elk vanuit zijn of haar eigen expertise.”
Philippe: “Innovatiegedreven projecten aanvragen doe je als onderzoeker niet zomaar. Voor deze projecten moet je een valorisatieplan opmaken. En als je bij de Europese Commissie voor een hoog Technology Readiness Level gaat - hoe hoger dat niveau, hoe dichter je bij het op de markt brengen van je innovatie zit - moet je zelfs een preliminair businessplan leveren. Daar heb je experts voor nodig, want voor veel onderzoekers is dat nieuw. En net die experts zitten ingebed binnen onze TechTransfer omgeving.”
“Voor veel onderzoekers is een valorisatie- of businessplan nieuw. Net daarom heb je de experts nodig die bij ons ingebed zitten”
Haalden jullie meer projecten binnen, of net grotere?
Philippe: “In feite beide, zowel meer projecten als grotere tickets per project. Maar we hebben de inkomsten de laatste jaren ook fundamenteel kunnen verhogen door in te zetten op meer gespecialiseerde programma’s, buiten de klassieke Europese kaderprogramma’s, denk aan Digital Europe, EU4Health, INTERREG, CERV, Innovative Health Initiative en nog een tiental andere programma's. Elk van die programma’s heeft zijn eigen richtlijnen en sjablonen, vaak goed voor honderden pagina’s. Vroeger hadden we de capaciteit niet om die te doorgronden en er de essentie uit te halen voor onze onderzoekers. Vandaag komt 25% van de verworven budgetten uit die minder bekende programma’s.”
Hoe zit het eigenlijk met de transfer naar de Vlaamse industrie?
Sonja: “Ook in de Vlaamse fondsenwerving scoren we goed. Dankzij het Industrieel Onderzoeksfonds beschikken de gefinancierde consortia nu ook zelf over de nodige capaciteit en expertise om valorisatie-roadmaps uit te tekenen en gericht in te zetten op de juiste financieringskanalen en de relaties met bedrijven. De VUB investeert die IOF-middelen heel bewust in onderzoeksgroepen die al een zekere trackrecord hebben op het vlak van toegepast onderzoek en valorisatie. Zo kunnen we die groepen laten doorgroeien tot excellentieniveau en hen internationaal laten concurreren. Maar op Vlaams niveau is er in de samenwerking met de industrie nog groei mogelijk. Door onze ligging in Brussel zijn we niet vanzelfsprekend ingebed in het industriële weefsel. We hebben geen historische verwevenheid zoals de UAntwerpen met haar haven, of de KULeuven met de vele researchparken rond Leuven. De VUB moet op dat vlak een inhaalbeweging maken, en vicerector Peter Schelkens wil hier prioritair op werken. Momenteel heeft de VUB één researchpark in Zellik. Daar plannen we meer living labs te creëren waar onderzoekers en bedrijven kunnen samenwerken. We willen ook onze aanwezigheid versterken op andere plekken in de Brusselse rand, zoals Neder-Over-Heembeek, Aalst en Halle. Daarnaast is er een partnerschap met Oostende om de VUB daar zichtbaarder te maken op vlak van onderwijs en zo de banden met de havenindustrie aan te halen.”
Jullie begeleiden onderzoekers niet alleen rond onderzoeksfinanciering, maar ook bij het opzetten van spin-offs. Hoe loopt dat?
Sonja: “We hebben al heel lang een spin-offbeleid. Wij richten gemiddeld drie tot vier spin-offs per jaar op, maar we zouden dat tempo graag verhogen. Dat sluit overigens ook aan bij de beleidsprioriteiten van het kabinet van minister Diependaele. De opstart van een spin-off vraagt echter veel begeleiding. Hoe zet je je onderzoek om in een onderneming? Wat zijn de risico’s? Niet alle onderzoekers komen daarvoor goed beslagen op het ijs. Tegelijk moeten wij er als universiteit over waken dat de transfer van intellectuele eigendom in de spin-off gebeurt aan marktconforme voorwaarden. Het kan niet dat onderzoekers alles wat binnen de universiteit is ontwikkeld gratis meenemen, want dan verstoor je de markt. Die onderhandelingen zijn niet altijd eenvoudig. Want hoe waardeer je technologie die nog niet helemaal marktklaar is? Hoe bepaal je het aandeel van de universiteit? Samen met collega’s van andere universiteiten werken we eraan om de procedures en verwachtingen daarover nog scherper te stellen. Elk dossier heeft zijn eigenheid en elke universiteit valoriseert in een eigen context, maar we willen graag vermijden dat we als universiteiten tegen elkaar worden uitgespeeld.”
Ook het StartLAB.Brussels stimuleert ondernemerschap. Kun je daar wat meer over vertellen?
Sonja: “Het StartLAB is een initiatief van ULB en VUB en heeft als doel om onderzoekers, maar ook studenten die een onderneming willen starten, te coachen in hun voortraject. Ze leren er pitchen, een marktanalyse maken en ze denken na over hoe ze een team kunnen samenstellen. Dit academiejaar hebben we meer dan twintig inschrijvingen in StartLAB for Researchers. Dat toont dat heel wat onderzoekers van plan zijn om met hun eigen onderzoek aan de slag te gaan in een spin-off.”
“Valorisatie gaat niet alleen over technologie. Het gaat net zo goed over het verzilveren van kennis in de humane en sociale wetenschappen”
Heeft TechTransfer alleen met technologie te maken?
Sonja: “Nee, dat is een hardnekkig misverstand. Het gaat ook over het valoriseren van kennis. We bedienen dus evengoed onderzoekers uit de humane en sociale wetenschappen. Soms gaat het om methodologieën die in een spin-off kunnen worden ingebracht, maar vaak gaat het via beleidsvoorbereidend onderzoek. Neem nu de actuele discussies rond de begroting: achter de schermen zit een heel team te rekenen en voorspellen wat de impact zal zijn van bepaalde maatregelen. Onze onderzoekers uit de humane en sociale wetenschappen zijn uitstekend gewapend voor dat soort onderzoek. Ook op andere manieren trekken we onze werking open. Op Crosstalks-events worden bijvoorbeeld linken gelegd tussen onderzoekers, kunstenaars, denkers en beleidsmakers. Dat verruimt de geesten en zorgt voor nieuwe inzichten. Daar sluiten ook de Fellowships bij aan. Fellows dragen aan de ene kant de visie van de VUB mee uit in de samenleving en brengen aan de andere kant hun expertise - uit het bedrijfsleven, het beleid of hun artistieke praktijk - binnen op de universiteit, bijvoorbeeld via gastcolleges. Die Fellowships leggen op een andere manier linken tussen 'academia' en de samenleving en belichamen zo waar we als universiteit willen voor staan.”
Postdoctoraal onderzoeker Hichem Sahli van de ETRO-onderzoeksgroep over de VUB TechTransfer Office
“In eerste instantie ondersteunt TechTransfer onze onderzoeksgroep op vlak van onderzoeksfinanciering. Ze volgen de oproepen op, zowel van de Europese Commissie als van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Vlaanderen. Ze signaleren daarbij tijdig nieuwe opportuniteiten en doen gericht opzoekwerk naar calls rond thema’s die wij aanbrengen. Dat bespaart ons enorm veel tijd.
Daarnaast helper TechTransfer ons bij de voorbereiding van de dossiers. Ze stellen zich daarbij niet op als een administratieve dienst, maar maken dankzij hun expertise deel uit van het onderzoeksteam. We hebben immers hetzelfde doel: fondsen binnenhalen om zo impact te realiseren. TechTransfer is er ook bijzonder sterk in om in de aanvragen de juiste accenten te leggen rond maatschappelijke en economische meerwaarde. Ze begeleiden bovendien niet alleen de opmaak van onze voorstellen, maar doen ook de hele follow-up. Zo nemen ze de contractuele aspecten uit handen waardoor wij ons kunnen concentreren op het onderzoek zelf.
Recent nog werden mede dankzij hun hulp twee grote projecten goedgekeurd rond de impact van milieuvervuiling op onze gezondheid. Voor ENACT, een project met 20 Europese partners, hebben de VUB en UZ Brussel 2 miljoen aan Horizon-financiering van de Europese Unie ontvangen. In Brussel accepteerde Innoviris dan weer het Brussels Environmental Exposome Project, in samenwerking met UZ Brussel, ULB en Sciensano.
Behalve bij onderzoeksfinanciering ondersteunt het TechTransfer Office ons bij de valorisatie van ons onderzoek. Ze helpen bij het opstellen van businessplannen, het beheren van de administratieve processen rond octrooien én bieden strategische ondersteuning om de succesvolle oprichting en groei van spin-offinitiatieven te waarborgen. Ook hier hebben we recent goede resultaten behaald. Zo werd de PoC iHealthy Path - AI to monitor Pulmonary Embolism onlangs bekroond met de juryprijs van de MedTech Accelerator 2025.”
Binnen Mobilise leidt Professor Koen Mommens een onderzoeksteam rond duurzame logistiek
“Wij werken intensief samen met zowel academische partners als met overheden en bedrijven: het Departement Mobiliteit en Openbare Werken, Bond Beter Leefmilieu, Comeos, Colruyt, Bpost... Aan overheden leveren we beleidsadvisering, bijvoorbeeld over emissievrij goederenvervoer in steden. Bedrijven kloppen aan met vragen rond optimalisatie en duurzaamheid. Zo werkten we recent met Bpost aan een groot project om leveringen in Brussel emissievrij te maken.
Als wij samenwerken met een externe partij is het voor ons cruciaal dat we wetenschappelijk kennis opbouwen en daarover kunnen publiceren. Maar als een bedrijf daarvoor betaalt, willen zij vaak de intellectuele eigendom (IP) behouden. TechTransfer ondersteunt ons om die tegenstrijdige belangen te verzoenen en om de - vaak heel technische - samenwerkingsovereenkomsten op te stellen. Dat schept vertrouwen van bij de start.
Daarnaast maakt TechTransfer ons wegwijs in de financieringskanalen. Wanneer we met een bedrijf een projectidee hebben, zoeken zij mee naar passende calls, en geven ze aan waarop we de nadruk moeten leggen in onze aanvraag. Dat bespaart ons veel tijd en vergroot onze slaagkansen. Voor de samenwerking met Bpost hebben ze ons bijvoorbeeld naar de Joint R&D-call van Innoviris geleid. Omdat het voor Bpost de eerste keer was dat ze zo’n dossier indienden, heeft TechTransfer ook hen geadviseerd. Het is zeker mede aan hen te danken dat het project werd goedgekeurd en succesvol was. We hebben er veel academische IP mee opgebouwd. Daarvan getuigen tien conferentiepapers, vier journal artikels en een boekhoofdstuk. Er is zelfs al een zaadje geplant voor een nieuw voorstel.
Wij zijn bijzonder tevreden over TechTransfer. Zij zorgen ervoor dat wij kunnen samenwerken, en zo onze onderzoeksdoelen realiseren en via onze partners maatschappelijke verandering bewerkstelligen. Zonder de fundamenten die zij helpen verankeren in samenwerkingsovereenkomsten, zou dit niet lukken.”
Meer info vind je op de website van VUB TechTransfer.