Wat is er nodig om in een internationale context competitief te zijn en interessante onderzoeksprojecten binnen te halen? Schaalgrootte, stelt Mieke Gijsemans, directeur Vicerectoraat Onderzoek. “Daarom moedigen we de oprichting van large research groups en NSIS-onderzoeksgroepen aan. Beide mikken op samenwerking – al dan niet interdisciplinair - en streven naar maatschappelijke impact.”

Een doorlichting had wenkbrauwen doen fronsen. De VUB bleek 150 onderzoeksgroepen te tellen. Die waren niet allemaal even efficiënt, krachtdadig of geneigd tot samenwerking met wetenschappers uit andere disciplines. Sommige groepen waren zelfs niet meer actief. 

Mieke Gijsemans: “In de context van ons onderzoeksbeleid is toen beslist om het aantal onderzoeksgroepen terug te schroeven en te streven naar grotere entiteiten met een duidelijk plan: large research groups (LRG). Die kunnen we als administratie beter en gerichter ondersteunen, en ook de communicatie verloopt efficiënter. Schaalgrootte is bovendien nodig om internationaal sterk te staan. Onderzoekers kunnen dan de krachten bundelen en hun budgetten samenleggen en rekenen op steun van projectmanagers en andere medewerkers.”

Het vicerectoraat Onderzoek lanceerde zijn call in het voorjaar van 2023. Wie een LRG wilde oprichten, werd gevraagd om een uitgebreid onderzoeksplan uit te schrijven en op zoek te gaan naar (al dan niet interdisciplinaire) samenwerking rond een groot thema. De respons was snel en breed. De 150 onderzoeksgroepen van enkele jaren geleden zijn inmiddels tot 92 herleid: 42 large research groups en 50 reguliere onderzoeksgroepen. 

Mieke Gijsemans: “Alle onderzoeksgroepen krijgen een basisfinanciering van 3,6 miljoen euro, verdeeld over de groepen. Daarnaast ontvangt een deel van de grote onderzoeksgroepen een bonusfinanciering – goed voor nog eens 3,6 miljoen verdeeld over 30 groepen. We werken in periodes van drie jaar, in 2026 volgt de eerste evaluatie.”

Vandaag is al 65 procent van de VUB-professoren bij een LRG betrokken. Dankzij de schaalgrootte halen ze meer onderzoeksmiddelen binnen, terwijl de samenwerking met collega’s uit andere disciplines nieuwe inzichten brengt en de blik verruimt.

Mieke Gijsemans: “Deze evolutie betekent niet dat een kleinere, hypergespecialiseerde onderzoekscel geen bestaansreden meer heeft. We verplichten niemand om op te schalen: wat werkt voor de ene, werkt daarom nog niet voor de andere. Anderzijds is het perfect mogelijk om deel uit te maken van een breder thematisch geheel en toch je eigenheid te bewaren. Met ons onderzoeksbeleid blijven we op beide mogelijkheden inzetten.”

Naast de call voor LRG’s kwam er ook een call voor NSIS-onderzoeksgroepen. Dat is kort voor Network for Societal Impact Through Science. NSIS is een vervelling van de Expertisecentra, een van de twee interdisciplinaire onderzoeksprogramma’s die de VUB rijk was. Het tweede programma (Interdisciplinaire Projectfinanciering IRP) loopt gewoon verder.

Mieke Gijsemans: “NSIS-groepen zijn interdisciplinaire netwerken van VUB-onderzoekers die focussen op maatschappelijke verandering door middel van wetenschap, vertrekkende vanuit het DNA van onze universiteit: ze zijn bezig met thema’s die de VUB zeer belangrijk vindt en waar we in de samenleving het verschil willen maken.” 

De oproep leverde vijf NSIS-netwerken op, die werken rond migratie, chronische pijn, stedelijke studies, geestelijke gezondheid en decarbonisatie. Ze krijgen vijf jaar lang 110.000 euro per jaar om hun wetenschappelijke inzichten buiten de universiteit te verspreiden.

 “Als large research group kunnen we ambitieuzer zijn dan ooit” - Cathy Macharis (LRG House of Sustainable Transitions HOST)

House of Sustainable Transitions (HOST) verenigt meer dan 200 onderzoekers en 44 professoren uit 19 verschillende onderzoeksgroepen. Die delen kennis en gaan samen op zoek naar antwoorden op complexe duurzaamheidsvraagstukken. Zo’n grote krachtenbundeling is behoorlijk uniek, zegt Cathy Macharis, die de large research group leidt.

“De kiem werd tien jaar geleden gezaaid, met de campagne ‘We are Paris’. Meer dan honderd studenten hebben toen als klimaatjournalisten kennis en verhalen gedeeld. Ik was wetenschappelijk coördinator en gefrustreerd. In de VUB waren zoveel mensen met duurzaamheid bezig. Waarom deden die niet samen aan onderzoek? Dat is nodig, want duurzaamheid omhelst veel sectoren. Geen enkele discipline kan de problemen alleen oplossen, we moeten het interdisciplinair aanpakken. Bij HOST gebeurt dat. We werken rond vijf thematische domeinen. Ik noem ze de vijf ‘kamers’ van ons huis: energie, mobiliteit, economie, voeding en gebouwde omgeving. Dat zijn geen nieuwe silo’s! Binnen die kamers brengen we immers wetenschappers met verschillende expertises bijeen rond onderzoek. Voor voeding leggen sommige mensen bijvoorbeeld de link met gezondheid, andere werken rond landbouw en biodiversiteit. Die nieuwe aanpak hebben we vertaald in vier transversale assen. De eerste as is duurzaamheidsanalyse, voor de ontwikkeling van evaluatietools; de tweede is mobilisatie, want we willen burgers én stakeholders engageren; de derde is transformatief leren, via bootcamps en andere educatieve trajecten; en de vierde is de transitie begeleiden, want dat vraagt een andere governance. Een mooie nieuwe verwezenlijking is de samenwerking met Helios Foundation. Die stichting steunt bijdragen aan een duurzame, rechtvaardige en inclusieve samenleving. Op ons Open House event mochten onderzoekers en burgers samen creatieve projectideeën ontwikkelen. De meest veelbelovende kunnen rekenen op financiering van de Helios Foundation. Dat we een large research group zijn, is een stevige duw in de rug. We hebben nu mensen die onderzoeksoproepen volgen, intern aftoetsen wie daarvoor in aanmerking komt en helpen met de projectvoorstellen. Dankzij die LRG-structuur kunnen we ambitieuzer zijn dan ooit.”

“De echte innovatie is professionalisering” - Kristof Verfaillie (LRG Criminaliteit en Samenleving CRiS)

Jeugdcriminologie, penologie, stadscriminologie en politie en surveillance: rond die vier onderzoekslijnen verricht CRiS multidisciplinair onderzoek. Bijzonder is de focus op onderzoek naar en met actoren in de criminaliteitscontrole en zij die aan die controle onderworpen zijn. CRiS (onder leiding van Kristof Verfaillie) is een grote onderzoeksgroep categorie I.

“De groepsvorming is bij ons in de loop van jaren stapsgewijs en informeel gegroeid. Door de SRP-financiering – de strategische onderzoeksprogramma’s van de VUB – is dat in een stroomversnelling terechtgekomen en geformaliseerd. Als large research group zetten we opnieuw een stap verder. De call van het vicerectoraat Onderzoek dwong ons om de koppen bijeen te steken en een duidelijke visie en een strategisch plan uit te schrijven. In de volgende fase gingen we aan de slag met domeinen die nog niet helemaal op punt stonden, zoals communicatiebeleid, datamanagement en de ontwikkeling van een langetermijnstrategie voor de financiering van onderzoek. Dat hield ook in: kortere lijnen met de centrale VUB-diensten. De gevolgen waren snel merkbaar. Zo bouwden we onze aanwezigheid op sociale media en een datamanagement-infrastructuur uit. Vroeger moesten ZAP-leden daar tijd in steken - tijd die eigenlijk naar onderzoek moet gaan. Die professionalisering is voor mij de echte innovatie van het LRG-beleid. Nu willen we graag een volgende stap in die professionalisering zetten. Als kleine grote onderzoeksgroep heeft CRiS geen eigen budget voor een Project Management Officer. In tijden van toenemende competitieve en budgettaire druk kan zo iemand nochtans een enorm verschil maken. Het zou een cumulatief effect hebben op de effectiviteit van onze onderzoekers.”

“Veel pijntherapie is geldverspilling” - Jo Nijs (NSIS Painless Lifestyle Network)

Het Painless Lifestyle Network (onder leiding van Jo Nijs) is een interdisciplinair samenwerkingsverband binnen VUB en UZ Brussel. Dit NSIS (Network for Societal Impact through Science) bundelt expertise uit verschillende medische en wetenschappelijke domeinen (psychologie, oncologie, neurochirurgie, kinesitherapie, gezondheidseconomie,…) om via levensstijlinterventies chronische pijn aan te pakken.

“Met de NSIS-groepen geeft het vicerectoraat Onderzoek een stimulus om wetenschappelijke inzichten om te zetten in maatschappelijk verandering. In het geval van chronische pijn is dat alvast hard nodig. Aanslepende pijnklachten zijn het meest voorkomende probleem in onze gezondheidszorg. Dat gaat van rug- en nekpijn en artrose over fybromyalgie tot en met last na een kankerbehandeling of een covidinfectie. Veel pijnpatiënten worden met een verkeerde behandeling naar huis gestuurd, veel geld wordt verspild aan zogenaamde low value care therapie. Het gaat dan om passieve interventies zoals medicatie, infiltraties of sommige vormen van chirurgie. Vaak brengen die in het beste geval tijdelijk verlichting. Maar op lange termijn blijven veel patiënten hangen in een negatieve spiraal van pijnklachten, lage levenskwaliteit en werkongeschiktheid. Beter doen is in theorie niet moeilijk. Zelfs zonder nieuw onderzoek. Gewoon de wetenschappelijke inzichten van vandaag toepassen, dat zou al een enorme stap vooruit zijn. In het geval van chronische pijn wil dat meestal zeggen: inzetten op conservatieve, multimodale evidence-based behandelingen. Daarbij leg je patiënten uit wat hun probleem is en help je hen om hun gedrag aan te passen: meer bewegen, stoppen met roken, gezond eten, stress voorkomen, slaapproblemen aanpakken,… Geen quick fix, maar wel een aanpak die werkt. We zijn blij dat die benadering ook de kern is van het nieuw nationaal actieplan rond chronische pijn van de federale overheid.”

“Samen klinken we luider dan alleen” - Ilke Adam (NSIS BIRMM)
 

In BIRMM, het Brussels Interdisciplinair Onderzoekscentrum voor Migratie en Minderheden, slaan meer dan 130 onderzoekers uit 12 disciplines de handen in elkaar om vraagstukken rond migratie, diversiteit en ongelijkheid te onderzoeken en aan te pakken. Onder leiding van Ilke Adam bouwt BIRMM als NSIS voort op het succes van wat begon als interdisciplinair expertisecentrum. 

“Er was veel expertise rond migratie en minderheden aan de VUB, maar we kenden elkaar niet. Daardoor waren we onzichtbaar en misten we kansen. Caroline Pauwels gaf de initiële push om daar verandering in te brengen. Zij lanceerde de interdisciplinaire expertisecentra. Met de opstart van BIRMM haalden we muren naar beneden en brachten we kennis bijeen. We werkten ook samen met de doelgroep: we vroegen minderhedenorganisaties welk onderzoek zij nodig hadden. Zo is de kans groter dat je onderzoek invloed heeft in de maatschappij. De insteek van NSIS – maatschappelijke impact door wetenschappelijke inzichten – zit dus in ons DNA. Als NSIS-groep gaan we trouwens nog een stuk breder, met 25 partners. We organiseren partnerdagen met matchmaking-sessies tussen onderzoekers en externe organisaties, om te bekijken hoe we samen onderzoek kunnen opzetten en valoriseren. En we zetten sterk in op communicatie naar buiten toe, met persberichten, nieuwsbrieven, evenementen,… We maakten ook al een podcastreeks en plannen een nieuwe, samen met onze partners. Soms heb je positieve impact met onderzoek, en dat is fijn. Soms wordt er niet geluisterd. Door jarenlang onderzoek weten we waarom mensen migreren en wat wel en niet werkt om hen in onze samenleving op te nemen. Die inzichten worden wel eens met een ideologische pennentrek weggeveegd. Het is dus geen overbodige luxe om een grote groep te vormen. Samen klinken we luider dan alleen.”