De taalbarometer is een onderzoek naar het taalgebruik van de Brusselaars op basis van een representatieve steekproef bij ongeveer 2.500 inwoners die zijn ingeschreven in het bevolkingsregister. Het is al de vierde keer dat dit onderzoek naar het taalgebruik in Brussel plaats heeft gevonden.
 
In vergelijking met de vorige taalbarometers daalt het percentage van de mensen die van zichzelf zeggen dat ze goed of uitstekend Nederlands spreken tot 16 procent. Ook voor het Frans dalen de cijfers. De zelfverklaarde kennis van het Engels neemt lichtjes toe tegenover de vorige taalbarometer.
 
De taalbarometer geeft tegelijk aan dat het gebruik van het Nederlands op de Brusselse werkvloeren (ongeveer 50%), bij het winkelen (ongeveer 30%) en als gebruikstaal tussen buren (ongeveer 25%) toeneemt. Ondanks de daling van de kennis die het Nederlands volgens de taalbarometer ondergaat, stijgt het gebruik volgens het onderzoek. Het belang van het Nederlands neemt toe. Ook het aantal gezinnen die het Nederlands als thuistaal hebben stijgt licht en verjongt.
 
Dat een lager aandeel van de bevolking zegt Nederlandskundig te zijn in vergelijking met de vorige taalbarometers kent verschillende verklaringen. Zo daalt het Nederlands bijvoorbeeld door de sterke instroom van nieuwe inwoners die van Brussel de voorbije jaren een superdiverse, kosmopolitische en meertalige stad hebben gemaakt. In 2000 telde het Brussels gewest ongeveer 950.000 inwoners. In 2016 bedroeg het bevolkingsaantal net geen 1,2 miljoen.
 
Minister Gatz: “Die toename met 250.000 inwoners op een kleine twintig jaar is vergelijkbaar met een bevolkingsaanwas ter grootte van het aantal inwoners van de stad Gent, de tweede grootste stad uit het Vlaams Gewest na Antwerpen. Het aantal ‘Belgische’ Belgen is in dat totaalplaatje in het Brussels gewest gekrompen, waardoor ook het relatieve aantal mensen dat Nederlandskundig of Franskundig is daalde.”
 
Bovendien brengt de taalbarometer een nieuw gegeven aan de oppervlakte: de daling van de kennis van het Nederlands in het Franstalig onderwijs in het gewest. Opvallend meer 18-jarigen die het Franstalig onderwijs aflevert, vinden van zichzelf dat ze niet Nederlandskundig zijn (slechts 7,8%).
 
Het onderzoek toont verder aan dat Brusselaars zichzelf vooral zien als Brusselaar, Belg of Europeaan en veel minder als Vlaming. Ongeveer één derde van de bevraagde Brusselaars staat negatief ten opzichte van de notie Vlaming of Nederlands.
 
Minister Gatz: “Vlamingen benaderen de hoofdstad niet altijd even pragmatisch, met kennis van zaken of met een open geest. Ook dat mag wel eens worden gezegd. Want dat zou kunnen verklaren waarom volgens dit onderzoek een deel van de Brusselaars wantrouwig en zelfs afwijzend naar Vlaanderen kijkt. En omgekeerd ook wellicht. Het is goed dat we ons daarvan als beleidsmakers in Brussel en buiten Brussel bewust zijn en manieren zoeken om daar aan te werken.”
 
Dankzij het succes van het Nederlandstalig onderwijs in Brussel, (tussen 2000 en 2016 steeg het aantal leerlingen in het kleuteronderwijs van 9.919 naar 12.959, het lager onderwijs van 11.795, naar 17.564 en in het secundair onderwijs van 11.360 naar 13.638), het steeds stijgend aantal cursisten die Nederlands leren via het Huis van het Nederlands (van 14.015 in 2012 naar 18.308 in 2017) en de inburgering (2.543 in 2012 en 3.112 in 2017), neemt de belangstelling voor het Nederlands toe.
 
Minister Gatz: “Ik pleit ervoor om in het Brussels regeerakkoord na de verkiezingen een specifiek hoofdstuk op te nemen om de meertaligheid en in het bijzonder de tweetaligheid in het onderwijs in Brussel sterker uit te bouwen, dit in overleg met beide gemeenschappen. Meertaligheid is voor de Brusselaar een belangrijke factor om later werk te vinden, kennis van het Nederlands verhoogt die kansen nog meer. Het is ook een essentieel onderdeel voor gedeeld burgerschap.”
 
Het Taalbarometer 2018-rapport met alle onderzoeksresultaten wordt om 13 u door minister Gatz en onderzoeker Rudy Janssens toegelicht in Salon Hamesse, Cinéma Palace, Anspachlaan 85 te Brussel. De pers is vriendelijk uitgenodigd om deze toelichting bij te wonen.