Ervaringen met de Horlait-Dapsensbeurs
De Medische Stichting Mathilde E. Horlait-Dapsens ondersteunt jonge artsen die zich willen vervolmaken in een excellente instelling. De meeste laureaten van de VUB en het UZ Brussel plannen het in naar het einde van hun opleiding tot specialist of hun doctoraat. Ook dr. Maxim Geeroms wou na zijn opleiding tot plastisch en reconstructief chirurg meteen aan een fellowship beginnen.
Dr. Maxim Geeroms: “Voor mij kwam dit zeer gelegen. Omwille van familiale redenen, het kopen van een huis, het hebben van verplichtingen, maar ook omwille van een zeker comfort in je job na 5 of 10 jaar, zou het moeilijker zijn deze extra opleiding later in mijn carrière te volgen.”
Een financieel duwtje in de rug is op dat moment welgekomen of noodzakelijk. Niet in het minst omdat de meerderheid kiest voor een instelling in het buitenland. Dr. Maxim Geeroms trok naar Taiwan voor een 12 maanden durend fellowship op de afdeling reconstructieve microchirurgie in het Chang Gung Memorial Hospital. Onbetaald, maar wel in een ziekenhuis met een wereldfaam in het domein.
Dr. Maxim Geeroms: “Het is een intensieve training in verschillende onderdelen van de reconstructieve microchirurgie, waaronder enkele in België relatief onderbelichte topics zoals aangezichtsreanimatie na verlamming van de aangezichtszenuw, plexus brachialischirurgie (het netwerk van zenuwen in de hals die uit het ruggenmerg komen en naar de arm gaan, red.), en hoofd- en halsreconstructie.”
Lees verder onder de afbeelding
Ook dr. Koen Huysentruyt, nu kliniekhoofd kindergastro-enterologie aan het UZ Brussel en klinisch professor, wou zijn kennis en kunde nog naar een hoger niveau tillen. Met een beurs van het Horlait-Dapsensfonds kon hij naar The Hospital for Sick Children in het Canadese Toronto; een universitair centrum befaamd voor zijn onderzoek in de kindergastro-enterologie en de uitmuntende kwaliteit van de zorg voor jonge patiënten.
Dr. Koen Huysentruyt: “Na het afleggen van mijn PhD was het snel duidelijk dat ik universitair wilde blijven werken. Gezien mijn interesse in nutritie bij kinderen en kindergastro-enterologie in het algemeen, was ik op zoek naar een competitief centrum met internationale uitstraling om een verdere opleiding te volgen. Niet alleen om mijn klinische ervaring verder uit te bouwen, maar ook om een internationaal onderzoeksnetwerk uit te bouwen.”
Maar dat hoeft niet altijd aan de andere kant van de planeet. Dr. Willem Staels had net zijn erkenning als kinderarts op zak en zijn PhD afgerond toen hij naar het Hôpital Necker Enfants Malades en het diabetesonderzoekslab van het Institut Cochin trok in Parijs.
Dr. Willem Staels: “Ik koos voor Parijs omdat ik op zoek was naar een plek waar ik zowel klinisch als wetenschappelijk in een topinstituut zou komen. Binnen het domein van de kinderendocrinologie en specifiek de moleculaire diabetologie zijn er niet zoveel plaatsen waar beiden op topniveau gebeuren.”
Ook dokter Sylvia Faict viel voor Franse hoofdstad.
Dr. Sylvia Faict: “Ik speelde al langer met het idee om een deel van mijn opleiding tot internist/hematoloog in Parijs te gaan doen, meer bepaald in Hôpital St. Antoine, wat één van de twee grote centra is voor hematologie in Parijs. De stad spreekt natuurlijk tot de verbeelding als wereldstad, maar is daarnaast ook het walhalla voor zeer gespecialiseerde geneeskunde, met toegang tot zowat alle nieuwe behandelingen, zonder veel rekening te moeten houden met terugbetalingsregels zoals hier in België wel vaak het geval is.”
Intussen heeft dr Sylvia Faict haar opleiding als arts-specialist hervat in het UZ Brussel. De ervaringen van haar beursjaar in Parijs draagt ze nog steeds mee in de dagelijkse ziekenhuispraktijk.
Dr. Sylvia Faict: “Enerzijds is er de pure medische ervaring die ik er heb opgedaan, met een hoog volume aan diverse pathologieën. Anderzijds ben ik er ook geconfronteerd met de menselijke kant van geneeskunde. Het zorgen voor patiënten gaat zo veel verder dan de juiste behandeling kiezen; er moet ook aandacht zijn voor de persoonlijke kant en de ziektebeleving bij de patiënt. Dat deel van de zorg kwam des te meer naar boven tijdens Covid-tijden, waarbij patiënten wekenlang geen bezoek konden krijgen, en een vriendelijke babbel en schouderklopje des te meer apprecieerden.”
Lees verder onder de afbeelding
En dat is voor de collega’s niet anders.
Dr. Willem Staels: "Meelopen in de klinische praktijk van een ander centrum is volgens mij steeds verrijkend. Het faciliteert kritische zelfreflectie en maakt het makkelijker de sterktes en zwaktes van je vertrouwde aanpak te identificeren. Eigenlijk geldt hetzelfde voor het wetenschappelijke werk; hoe run je een labo, hoe zorg je dat verschillende onderzoekslijnen toch gericht zijn op hetzelfde doel, hoe stimuleer je creativiteit en behou je toch productiviteit… ? Allemaal zaken waarop je persoonlijke visie sneller kan rijpen als je verschillende (succesvolle) aanpakken kan vergelijken."
Dr. Koen Huysentruyt: “De klinische ervaring die ik in Toronto heb kunnen opdoen met zeldzame pathologie had ik in België - door het volumeverschil - maar kunnen opdoen in 10 à 15 jaar. Ook heeft de competitieve omgeving ertoe bijgedragen dat ik me nog meer kritisch ben gaan opstellen bij het lezen van artikels en het opstellen van een studieprotocol. Gezien ze fellows van over de hele wereld hebben heeft het mijn internationaal netwerk ook erg vergroot.”
Ook al heeft Covid recent geregeld roet in het eten gegooid, wie met een beurs als die van de Medische Stichting Horlait-Dapsens naar het buitenland kon voor een bijkomende opleiding, heeft meer dan genoeg argumenten om twijfelaars te overtuigen.
Dr. Sylvia Faict: “Een opleiding in het buitenland is niet alleen leerrijk voor de specifieke medische handelingen die je daar leert, maar het geeft je ook een ander perspectief op onze gezondheidszorg. Deze beurs geeft je ook de ruimte om dit te kunnen doen, zodat de financiële kant je niet hoeft te belemmeren. Laat deze beurs je helpen je dromen te realiseren, en je grenzen te verleggen.”
Dr. Koen Huysentruyt: “Aarzel niet om de stap te zetten voor meer informatie omtrent beurzen. Ook als je niet zeker weet of je competitief genoeg bent loont het de moeite om een poging te ondernemen!”