Om de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen voor de ziekte van Alzheimer te vereenvoudigen gaan VUB, ULB, UZ Brussel en de Brusselse start-up Digita.AI de ziekte in een heel vroeg stadium opsporen. Ze gaan daarvoor een nieuwe speciale magnetische OPM-scanner (Optically Pumped Magnetometers) gebruiken, die de werking van de hersenen veel gedetailleerder in beeld kan brengen dan de gangbare hersenscanners. De onderzoekers krijgen daarvoor 1,2 miljoen euro van Innoviris, het Brusselse agentschap voor technologie en innovatie. De ziekte van Alzheimer is ongeneeslijk en treft 1 op 9 personen ouder dan 65 jaar.
Om te bevestigen dat iemand de ziekte van Alzheimer heeft, gebeurt er een onderzoek door een arts. Daar horen geheugentesten bij en wordt er steevast een hersenscan gemaakt waarop zichtbaar is waar de hersenen gekrompen zijn of waar er samengeklonterde eiwitten zitten die op Alzheimer kunnen wijzen.
Om de ziekte van Alzheimer in de toekomst te kunnen behandelen is het cruciaal dat de ziekte in een vroeg stadium opgespoord kan worden. Een techniek die daarbij kan helpen is magneto-encefalografie. De klassieke scanners die hiervoor gebruikt worden werken met sensoren die gekoeld moeten worden met vloeibaar Helium. Die supergekoelde sensoren hebben als grote nadeel dat ze niet zomaar op de schedelhuid kunnen worden aangebracht, omdat ze dan teveel schade zouden aanrichten. De resolutie van de beelden is daardoor relatief klein.
“Bij patiënten waarbij de ziekte al ver is gevorderd, kunnen artsen duidelijk een veranderde hersenactiviteit waarnemen”, zegt Jeroen Van Schependom, Senior Research Fellow op de VUB-faculteit Ingenieurswetenschappen en Geneeskunde en Farmacie en lid van de VUB-onderzoeksgroepen ETRO en AIMS. “Op een klassiek MRI-beeld zie je de gevolgen van de krimpende hersenen redelijk goed, maar de beeldvorming laat voor Alzheimer te wensen over. Helaas wordt daardoor de diagnose meestal gesteld als de ziekte al in een vergevorderd stadium zit, waardoor men enkel nog kan proberen om met medicatie het verdere aftakelingsproces af te remmen. We denken dat, als we de diagnose veel vroeger kunnen stellen, we veel meer kans zullen hebben om dat proces met de bestaande medicatie onder controle te houden.”
Daar kan de nieuwe scanner een prominente rol in spelen. Omdat bij de nieuwe electromagnetische scanner geen gekoelde sensoren gebruikt moeten worden, kan men de sensoren veel dichter bij de schedelhuid aanbrengen, waardoor ze ook een veel sterker signaal kunnen opvangen en het beeld veel scherper en gedetailleerder wordt. “Bovendien kunnen we het signaal veel preciezer lokaliseren zoals we recent ook hebben aangetoond voor epilepsie”, zegt professor Xavier De Tiège, neuroloog en hoofd van de MEG unit (ULB).
Met de nieuwe scanner kunnen de vorsers veel sneller detecteren dat delen van de hersenen uitvallen of minder performant worden – in het begin van het ziekteproces zijn dat soms kleine afwijkingen - en kunnen ze veel sneller de diagnose Alzheimer stellen.
Een andere belangrijke factor in de behandeling van Alzheimerpatiënten is de langdurige opvolging van hun ziekteproces. Daarvoor gaan de onderzoekers samenwerken met Digita.AI, een Brusselse start-up die werkt met zogenaamde datapods. “We willen de ziekte van Alzheimer zo vroeg mogelijk opsporen”, verduidelijkt Van Schependom. “Dat betekent dat we persoonlijke data erg lang moeten bijhouden. Om dat probleem op te lossen heeft Digita.AI een systeem ontwikkeld waarin iedereen een persoonlijke digitale kluis heeft om zijn of haar medische data in op te slaan. De patiënt blijft daarbij eigenaar van zijn of haar data en kan beslissen om die beschikbaar te stellen voor vervolgonderzoek. De patienten kunnen hun data, eventueel met hulp van hun familie, zelf beheren. Met die datakluisjes, een soort van kleine servers eigenlijk, kunnen we de patienten op langere termijn opvolgen.”