Een team van wetenschappers van de Nelson Mandela Universiteit, Vrije Universiteit Brussel, de Moss Landing Marine Laboratories en de Universiteit van de Westkaap heeft in een studie gepubliceerd in het gerenommeerde Journal of Ecology, voor het eerst kunnen aantonen dat oceaanstromingen en kustgeomorfologie de verspreiding van mangrovebossen langs de Zuid-Afrikaanse kust ook in de toekomst kunnen tegenhouden, zelfs als er door de klimaatopwarming een idealer klimaat voor deze bossen ontstaat.
De studie suggereert dat tegen 2050 negen van de in totaal 31 estuaria waar vandaag mangroves groeien ongeschikt zullen worden voor deze planten en er zes extra estuaria zouden kunnen bijkomen waar er nu geen mangroves groeien.
Tom Van der Stocken VUB/ NASA Jet Propulsion Laboratory (JPL/Caltech): “Deze studie toont voor het eerst aan dat hoewel er door de klimaatverandering plaatsen in Zuid-Afrika klimatologisch geschikt zullen worden voor mangroves, deze zich daar mogelijk niet zullen kunnen vestigen op een natuurlijke wijze. En dit omdat de geomorfologie van de kust zelf en de regionale oceaanstromen de aanvoer van zaailingen verhindert.”
De studie biedt nieuw inzicht in hoe de verspreiding van mangroves wereldwijd kan evolueren naarmate onze wereld opwarmt. Bovendien zorgde de studie ervoor dat een tot nog toe onbekend mangrovebos werd gedetecteerd.
Een ideaal klimaat betekent nog lang niet dat mangroves er ook kunnen groeien
Mangrovebossen vind je langs de kustlijnen van voornamelijk tropische en subtropische gebieden. Op hogere breedtegraden kunnen zij niet gedijen, omdat het er te koud is. Maar de klimaatverandering veroorzaakt veranderingen in temperatuur- en neerslagregimes. Een VUB-studie in Zuid-Amerikatoonde reeds aan dat mangroven "poolwaarts" uitbreiden.
Maar het is niet omdat factoren zoals temperatuur, neerslag en getijden ideaal zijn dat mangroves er ook groeien. De locatie moet ook kunnen worden gekoloniseerd door mangrovezaailingen. Mangroves worden namelijk verspreid door zaden en vruchten, gezamenlijk "propagules" genoemd, die vervoerd worden door rivier-, kust- en oceaanstromen. Veel propagules komen lokaal terecht, maar sommige reizen tot 1.000 kilometer ver.
Van der Stocken: “Om te kunnen voorspellen hoe de verspreiding van mangroves in de toekomst kan veranderen, moeten we alle factoren begrijpen die hun verspreiding bepalen. In vroeger onderzoek werden factoren zoals klimatologische omstandigheden, geomorfologie van de kust en verspreiding via waterstromingen afzonderlijk bestudeerd, maar door de technologische ontwikkelingen van de laatste jaren konden we nu voor het eerst alle factoren integreren en voorspellingen doen over de verspreiding van mangroves in een opwarmend klimaat"
Zuid-Afrika en de opwarming
De studie richtte zich op de mangrovebossen van Zuid-Afrika. De Zuid-Afrikaanse kustlijn wordt gekenmerkt door een sterke golfslag en mangroven, die daar niet zo van houden, gedijen er enkel in beschutte riviermondingen. Bij lage rivierstromen blijven deze estuaria vaak afgesloten van de zee, waardoor de mangrovezaailingen enkel lokaal verspreiden. In sommige gevallen leidt een langdurig (> 3 maanden) afsluiten van de monding van estuaria hier tot mangrovesterfte. De mangroven in Zuid-Afrika zijn door deze bijzondere dynamieken zelfs bij ideaal klimaat heel fragmentarisch verspreid, met een voorkomen van mangroven in slechts 16% van de in totaal 192 estuaria.
De studie onderzocht of de verspreiding van zaailingen inderdaad deze specifieke verspreiding van mangrovebossen kan verklaren, welke estuaria langs deze kustlijn geschikt zijn voor mangroven, en hoe de verspreiding van mangroves zou worden beïnvloed onder verschillende scenario's van klimaatverandering.
"Onze resultaten geven weer dat er vandaag acht estuaria zijn binnen het huidige verspreidingsgebied en nog eens 14 estuaria voorbij het huidige verspreidingsgebied, waar mangroves zouden kunnen groeien. Zij groeien hier echter niet omdat de oceaanstromingen en de bijzondere geomorfologie van de kust de verspreidingen van zaden en vruchten naar deze locaties verhindert,” verklaart Dr. Jacqueline Raw, postdoctoraal onderzoeker aan de Nelson Mandela Universiteit en hoofdauteur van de studie. “Maar we weten dat de mangroves hier zouden kunnen gedijen. Een experiment van 50 jaar geleden staaft dit ook. Toen werd er een mangrovebos aangeplant 60 km ten zuiden van de natuurlijke verspreidingsgrens. Dit mangrovebos bestaat nog steeds en heeft zich zelfs op natuurlijke wijze voortgeplant naar aangrenzende gebieden.”
Een verrassende vondst: een ongekend bos
Raw: "Een ander verrassend resultaat is dat we een mangrovebos gevonden hebben in een estuarium binnen het bekende verspreidingsgebied dat nog niet was opgenomen in de nationale estuariene botanische databank."
Van der Stocken: "Ons soortenverspreidingsmodel toonde aan dat het estuarium waar het bos werd geïdentificeerd, geschikt zou zijn voor mangrove. De collega’s in Zuid-Afrika hebben via Google Earth en een bezoek op het terrein kunnen bevestigen dat er inderdaad mangrove voorkomt. Dit is bijzonder! We weten namelijk dat we modelresultaten altijd met voorzichtigheid en in het licht van de beperkingen van het model moeten interpreteren. Maar deze waarneming illustreert dat modellen ook hun nut kunnen hebben bij het informeren en sturen van onderzoeksagenda's en veldwerk."
Het onderzoek
De verschillende leden van het onderzoeksteam combineerden hun expertise: Jacqueline Raw en collega's van de Nelson Mandela Universiteit en de Universiteit van de Westkaap hadden de klimatologische en geomorfologische aspecten gedocumenteerd in een eerdere studie, en Raw integreerde deze in zogenaamde soortenverspreidingsmodellen die voorspellen of locaties al dan niet geschikt zijn voor mangroven, onder verschillende klimaatomstandigheden. Inmiddels is dit gekoppeld aan een bij JPL ontwikkeld verspreidingsmodel, en gepubliceerd in een eerdere studie onder leiding van Van der Stocken en Dr. Dustin Carroll, fysisch oceanograaf bij de Moss Landing Marine Laboratories en verbonden aan JPL.