Dit opiniestuk werd gepubliceerd in Knack op 12/05/2025

Geen spreekwoordelijke maartse buien en aprilse grillen dit jaar. In maart en april 2025 regende het op veel plaatsen in Vlaanderen maar enkele millimeter. In de weersvoorspellingen voor de volgende twee weken is ook geen druppel regen te zien. De kaart met de droogte-index van KMI kleurt in grote delen van Vlaanderen dan ook donkerbruin. “Uiterst droog”, zegt de legende. Er viel de voorbije drie maanden zo weinig regen dat dit volgens de statistieken maar één keer om de 50 jaar voorkomt. En toch zagen we dit ook al in 2018, 2020 en 2022.

In 2024 leek er nochtans geen einde aan de regen te komen. Er viel een recordhoeveelheid neerslag van 1170 mm. Ter vergelijking: gemiddeld regent het 837 mm per jaar in België. En ook 2023 was nat. De beelden van de overstromingen in het IJzerbekken van november 2023 staan nog op ons netvlies gebrand. Als water de voorbije twee jaren in het nieuws kwam, ging het meestal over overstromingen, landbouwers die niet op hun natte velden konden of ondergelopen kelders.

Van kletsnat naar kurkdroog op enkele maanden tijd. Terwijl men in de Westhoek nog volop bezig is met het implementeren van de maatregelen na de overstromingen van eind 2023, snakken de akkers er nu naar regen. De grondwaterstandsindicator van VMM noteerde in juni 2024 nog hoge of zeer hoge grondwaterstanden voor de tijd van het jaar in maar liefst 96% van de meetpunten in Vlaanderen. Op dit moment zien we in al meer dan de helft van de meetpunten lage of zeer lage grondwaterstanden voor de tijd van jaar. Wat een omslag.

De extremen van te veel of te weinig water volgen elkaar in hoog tempo op. Klimaatverandering leidt in onze contreien tot vakere, intensere en langere periodes van droogte maar ook tot intensere neerslag en wateroverlast. Dit plaatst het waterbeheer voor enorme uitdagingen. Het ene jaar is het alle hens aan dek om kritieke overstromingen te vermijden, het andere jaar om droogvallende rivieren te voorkomen. Landbouwers en natuurbeheerders moeten snel schakelen. Gewassen en planten die dit jaar snakken naar water, verzopen vorig jaar in kletsnatte gronden. En drinkwaterbedrijven, die zich de afgelopen tijd waarschijnlijk vaker zorgen maakten over de kwaliteit dan over de kwantiteit van het water in hun bronnen, beginnen nu ongetwijfeld terug te denken aan september 2022, toen het maar net op tijd begon te regenen om drastische beperkingen op drinkwatergebruik voor bedrijven en gezinnen te vermijden.

Toch ben ik veel liever hier hydroloog dan in pakweg Egypte of Mongolië. In tegenstelling tot veel regio’s in de wereld, valt er hier in veel maanden op een jaar wel voldoende regen. Dit betekent dat er hier heel wat proactieve oplossingen mogelijk zijn om ons weerbaar te maken tegen droogte en waterschaarste en tegelijk het risico op wateroverlast te verkleinen.

Als je afwisselend last hebt van te veel en te weinig water, lijkt de oplossing namelijk evident: sla het overtollige water tijdens natte periodes op zodat je het kunt gebruiken als het droog is. Water opslaan kan op veel manieren. Heel wat gezinnen doen dit thuis in hun regenwaterput, zodat toiletten doorspoelen en de tuin water geven niet met kostbaar drinkwater hoeft te gebeuren. Op grotere schaal kan regenwater in collectieve opvang of bufferbekkens bedrijven en landbouwers van water voorzien. De beste plek om grote hoeveelheden water op te slaan, is echter onder onze voeten: in de ondergrond.

Omdat grondwater een groot en traag waterreservoir is, is het de ideale buffer in periodes van droogte. Zelfs wanneer rivieren en beken droog staan, zijn er nog enorme reserves grondwater. Om die rol als waterbuffer te kunnen opnemen, moet er tijdens natte periodes wel voldoende water kunnen infiltreren, vooral in bovenstroomse gebieden. Meer infiltratie betekent minder verharding, meer ontharding, het aanleggen van watervertragende landschapselementen en investeren in infiltratievoorzieningen zoals wadi’s. Om het water langer vast te houden in de ondergrond, kunnen we slimmer gaan draineren, grachten stuwen en kapotte rioleringen herstellen.

Om de druk op grondwater en drinkwater te verminderen, zijn waterbesparende maatregelen en gebruik van regenwater evident maar ligt er ook veel potentieel in het hergebruik van gezuiverd afvalwater. Er zijn mooie projecten waar landbouwers gezuiverd afvalwater van bedrijven gebruiken, of bedrijven hun eigen afvalwater zuiveren en opnieuw inzetten. Ook huishoudelijk afvalwater biedt kansen. Via onze riolen stroomt er meer dan 800 miljard liter water per jaar naar de rioolwaterzuiveringsinstallaties. Een enorme hoeveelheid water die nu meestal na zuivering geloosd wordt, maar een alternatieve bron van water zou kunnen zijn voor landbouw en industrie.

De afwisseling van natte en droge perioden opent nog andere mogelijkheden. Ongeveer de helft van het kraanwater komt uit grondwater, de andere helft uit kanalen en rivieren. Waarom gebruiken we in de winter niet vooral water uit kanalen en rivieren om drinkwater te produceren zodat we het grondwater kunnen sparen voor de zomer? Of waarom kunnen we het overtollige water tijdens natte periodes niet op grote schaal infiltreren of zelfs injecteren in de ondergrond om een buffer op te bouwen?

In de zomer van 2020 werden dit soort proactieve maatregelen opgenomen in de Blue Deal, het plan om Vlaanderen beter te wapenen tegen droogte en waterschaarste. De Blue Deal betekende grote investeringen in oplossingen zoals infiltratie, circulair watergebruik, waterbuffers, gezonde bodems, ontharden van straten en pleinen, regelbare stuwen, regenwateropvang, waterbesparingen bij bedrijven, ruimte voor water en peilgestuurde drainage. Bovendien zorgde de Blue Deal voor meer bewustwording rond waterschaarste bij alle betrokken actoren die ook zelf aan de slag gingen met klimaatadaptatie.

Maar we zijn er nog lang niet. De extremen van te veel of te weinig water volgen elkaar in zo’n hoog tempo op dat wateractoren vanuit verschillende sectoren vrezen dat we onvoldoende voorbereid zijn op wat komen gaat. Waterbeheerders, bedrijven, landbouwers, lokale besturen, gezinnen en natuurbeheerders zullen de oplossingen uit de Blue Deal nog veel sneller en op grotere schaal moeten uitrollen dan tot nu toe is gebeurd. De Blue Deal 2.0, die momenteel in opmaak is, zal met concrete maatregelen, aanzienlijke investeringsbudgetten en een snelle uitvoering gepaard moeten gaan. Alleen zo kunnen we landbouw, natuur, industrie en gezinnen beschermen tegen droogte en waterschaarste. Ik kijk dan ook met hoge verwachtingen uit naar een ambitieuze Blue Deal 2.0 – met snelle, stevige en structurele financiering – zodat we de nodige investeringen kunnen doen in een veerkrachtig en robuust watersysteem, bestand tegen zowel kletsnatte als kurkdroge tijden.