Bavi Yassin doorbreekt taboes voor verandering
Een zoektocht naar wat âthuisâ is, bracht filmmaakster Bavi Yassin op het idee voor haar doctoraat: Bavi kwam op dertienjarige leeftijd met haar ouders naar BelgiĂ« vanuit Koerdistan in Irak. Ze voelde zich niet thuis in BelgiĂ«, maar ook niet in Koerdistan: âIn Koerdistan was ik de Koerdische die in Europa is opgegroeid en die niet zoals de locals is. In BelgiĂ« was ik dan weer altijd de allochtoon, de ander. Mijn accent was anders, ik zag er anders uit, ik was altijd anders. Wat ik ook deed, het was nooit genoeg. Ik zou altijd de allochtoon blijven die anders was. Ik zat daar zo erg mee dat ik er een depressie van kreeg.â
Het maakte dat Bavi niet in BelgiĂ« wilde blijven wonen en zich in 2014 definitief terug in haar geboorteland vestigde. Ze ging aan de slag met het gevoel overal anders te zijn door er de poĂ«tische documentaire Illusion over te maken: âZo kwam ik tot het besef dat het feit dat ik me niet thuis voelde ook te maken had met dat ik tussen twee culturen opgroeide als vrouw. Onze familie is een atypische oosterse familie. Mijn papa is bijvoorbeeld een atheĂŻst. Ik ben dus ook binnen de oosterse samenleving nog eens heel anders opgegroeid. Niets klopte.â
Toen ze terugblikte op het werk dat ze sinds haar Bachelor gemaakt had, besefte Bavi dat ze eigenlijk altijd rond de positie van vrouwen in de maatschappij werkte. Het inspireerde haar om te gaan onderzoeken of cinema een samenleving kan veranderen - en dan vooral voor vrouwen. Dat doet ze in het kader van haar doctoraat âwomenâs empowerment through cinemaâ aan de VUB en RITCS. âHet doctoraat geeft me de kans mijn interesse voor hoe de samenleving in elkaar zit te combineren met mijn passie voor filmâ, zegt Bavi. [Lees verder onder de foto]
De kracht van cinema
Voor het doctoraat begeleidt ze haar studenten aan de universiteit van Suleimaniya om een reeks films te maken over taboeonderwerpen in de Koerdische samenleving: âIk wil de films gebruiken om zulke onderwerpen uit de taboesfeer te halen en bespreekbaar te maken. Een grote inspiratiebron voor mijn doctoraat is de Pakistaanse kortfilm A Girl in the River: the Price of Forgiveness, een documentaire over eerwraak. De eerste minister van Pakistan besliste de wet rond eerwraak te veranderen nadat hij die film zag. Daar zie je echt de kracht van cinema om een land te veranderenâ zegt Bavi.
Baviâs studenten werken intussen druk aan scenarioâs voor films over dit soort taboeonderwerpen. Drie scenarioâs zijn al klaar: âEen van de films zal gaan over het verkopen van maagdelijkheid. Ik kwam namelijk te weten dat sommige meisjes in financieel moeilijke situaties in contact komen met rijke mannen die willen betalen voor hun maagdelijkheid. Ze betalen grove sommen geld, 10.000 Ă 20.000 dollar, om als eerste met een meisje te mogen slapen. Let wel, dit is echt een uitzonderlijke situatie en geen algemeen verhaal, maar voor mij toont het wel hoe het patriarchaat nog steeds de macht heeft en hoe tegelijk de maagdelijkheid nog altijd een taboe is.â
Wat ik ook deed, het was nooit genoeg. Ik zou altijd de allochtoon blijven die anders was.
De film over maagdelijkheid wordt een fictiefilm met acteurs. De tweede kortfilm zal gaan over hoe vrouwen overal ter wereld nog steeds beoordeeld worden op basis van hoe ze eruitzien en wat ze dragen, maar Baviâs favoriete scenario tot nu toe gaat over eerwraak: âWe vertrekken van een begraafplaats waar meisjes liggen die vermoord werden omwille van eer. Op hun grafstenen staat enkel een nummer, maar geen naam. Je weet dus niet wie er begraven ligt. We zijn nu op zoek naar wie daar ligt en waarom. Elk graf heeft een verhaal. Die meisjes worden vermoord om een belachelijke reden, omdat ze een of ander taboe hebben doorbroken, en vervolgens zijn ze voor altijd weg. Je kan hen niet bezoeken, ze bestaan gewoon niet meer. Ze worden als vrouw langs alle kanten vernietigd. Dat vond ik heel interessant, maar ook echt verschrikkelijk.â
Een wereldwijde beweging
Bavi en haar studenten kwamen van de politie al meer te weten over een van de meisjes: âZe werd vermoord door haar familie omdat ze geen maagd was op haar huwelijksnacht. Nadat de familie werd opgepakt, constateerde de dokter die de autopsie deed dat het meisje wel nog maagd was. De vader van het meisje kreeg, omdat hij zich zo schuldig voelde, onmiddellijk een hartaanval toen hij het hoorde. Hij zit nu in een rolstoel en kan niet praten en niet bewegen. De hele familie heeft geen dag rust gevonden nadat het gebeurde. We zijn nu op zoek naar de familie om hen te filmen.â [Lees verder onder de foto]
De genummerde begraafplaatsen veroorzaakten ook al controverse in het lokale nieuws: âVeel mensen vinden het niet okĂ©, maar het is iets waar niet over gesproken wordt. Ik hoop dat het bespreekbaar wordt door er iets over te maken en dat die nummers weggaanâ, zegt Bavi. Ze wil de films vertonen op scholen, binnen organisaties, op openbare plaatsen, ⊠De reactie van de kijkers zal gefilmd worden en zij zullen ook bevraagd worden via een enquĂȘte. Aan de hand van het onderzoek zal Bavi voor het theoretische gedeelte van het doctoraat essays schrijven over de films die ze koppelt aan de geschiedenis van vrouwen in de cinema en hoe vrouwenonderwerpen in de cinema, en meer specifiek de Midden-Oosterse cinema, besproken worden.
Dat ze zich met haar werk op Koerdistan richt, betekent evenwel niet dat er in het Westen geen werk aan de winkel is wat gendergelijkheid betreft: âOp dit moment is er grote discussie aan de gang over waarom zo weinig vrouwen voor de Oscars genomineerd worden. Geena Davis haar activisme vind ik echt geweldig. Zij gaat bij alle studioâs aankloppen om ervoor te zorgen dat er meer vrouwen in films te zien zijn. Ik ben dus niet alleen. Er is een heel grote beweging van organisaties, studioâs en regisseurs die nog steeds moeten vechten om vrouwenrollen en vrouwenfilms naar de voorgrond te brengen. Mijn werk sluit aan bij deze grotere beweging.â
De eerste minister van Pakistan besliste de wet rond eerwraak te veranderen nadat hij die film zag. Daar zie je echt de kracht van cinema om een land te veranderen.
Saddie Choua werkt aan een nieuw collectief geheugen
We ontmoeten Saddie Choua in een salon dat ze inrichtte in de Kunsthal in Gent: op het eerste zicht een gezellige zitruimte met planten, platen en een paar comfortabele fauteuils. Maar wie verder kijkt, vindt remedies tegen pijn: in de kast staan een foto van Saddie Chouaâs kat, pijnstillers, literatuur en een fles drank: âDat zijn allemaal oplossingen tegen pijn, want dit salon is ontstaan door pijnâ, zegt Saddie Choua. âAls je de hele tijd werk moet maken over jezelf en wat er misloopt, dan beleef je die pijn namelijk telkens opnieuw.â
Werk over jezelf âmoetenâ maken, dat is wat Saddie Choua overkomt, want van mensen met een migratieachtergrond wordt verwacht dat ze steeds daarover werk maken. Dat werd Saddie Choua, die van opleiding sociologe is, duidelijk toen ze als documentairemaker begon te werken: âIk ontdekte al snel dat ik niet veel controle had over de beelden die ik wou maken.â Als dochter van een Belgische moeder en een Marokkaanse vader werd ze namelijk vaak vanuit bepaalde vooroordelen benaderd. [Lees verder onder de foto]
âDe mensen met wie ik werkte op verschillende niveaus bekeken me door een bepaalde bril. Mensen die mijn voorstel voor een film beoordeelden, die me vroegen in opdracht een film te maken, cameramensen, ⊠Ze hadden een stereotiep beeld van mij en het werk dat ik als persoon van Marokkaanse origine zou maken. Als ik me daar niet naar schikte dan begreep men dat niet. Voorlopig blijf ik in deze maatschappij altijd allochtoon. Daardoor word ik bijna gedwongen om werk te maken over allochtone themaâs, terwijl dat eigenlijk niet is wat ik wilâ, zegt Saddie Choua.
Geen ruimte voor een ander perspectief
Een van de vele voorbeelden is een film die ze wil maken over feminisme aan de hand van het verhaal van Pussy Riot: âIk zat in Moskou ten tijde van hun proces, maar ik kende Pussy Riot al veel langer. Ik heb veel beeldmateriaal opgenomen van hen. De film die ik daarmee wilde maken, ging eigenlijk over hoe er in het Westen met feminisme wordt omgegaan. Pussy Riot is een feministisch kunstencollectief, maar in de westerse media ging het niet over feminisme. De Koude Oorlog kwam weer terug. Er was opnieuw de beeldvorming van âhet slechte Ruslandâ.
Het is niet omdat ik van Marokkaanse origine ben dat ik geen film mag maken over feminisme in het Westen.
âHoe media naar de kunstenaars van Pussy Riot keken was ook heel seksistisch. Gek genoeg eisten de leden van Pussy Riot met hun performances ruimte op voor een feministische boodschap in het patriarchale Rusland, maar net hun feministische stemmen werden de mond gesnoerd in de westerse media. De film die Saddie Choua voor ogen had, was dan ook vooral een kritiek op westerse media: hoe komt het toch dat we ons eigen seksisme niet zien?
Toen ze het dossier moest gaan verdedigen om steun aan te vragen voor de film, ving ze echter bot: âIedereen reageerde heel verbaasd alsof er in het Westen geen problemen meer waren met feminismeâ, zegt Saddie Choua. âZou jij niet beter een film maken over Boko Haram?â, kreeg ze te horen. âEr zijn allerlei mogelijke argumenten om een filmdossier af te keuren, maar dit is geen geldig argument: ik leef in het Westen. Het is niet omdat ik van Marokkaanse origine ben dat ik geen film mag maken over feminisme in het Westen en me dan maar moet toespitsen op Boko Haram of feminisme in de Arabische wereldâ, zegt Saddie Choua. [Lees verder onder foto]
De familie die je nooit op tv ziet
Naast documentaire begon Saddie Choua ook experimentele film te verkennen: âHet format van documentaire is vaak beperkt. Via experimentele films of multi-screen installaties is meer mogelijk. Zo kan op een ander scherm iets verteld worden dat het verhaal anders maakt en heb je meer spraak en tegenspraak. Je haalt mensen daarmee ook uit hun consumerende houding zodat ze anders gaan kijken.â
En dat is belangrijk, want enkel zo kan er iets veranderen volgens Saddie Choua: âBeelden van de ander, bijvoorbeeld van migranten, komen vaak op dezelfde manier aan bod. Gaat het over islam, dan trekken de media naar Molenbeek. We leven in een beeldcultuur en die beelden vormen ons collectief geheugen. Dat collectief geheugen bepaalt hoe we naar minderheden kijken: we duwen hen in een statische positie alsof ze volledig samenvallen met hun godsdienst of hun anderszijn. De beeldvorming en thematiek bevestigen steeds de status quo. Als we iets kunnen veranderen op het niveau van dat collectief geheugen, dan kunnen misschien ook de machtsverhoudingen veranderen.â
Door dingen samen te brengen die op het eerste zich niet samen horen, probeer ik mensen anders te doen kijken.
Hoe je dan het best beelden maakt van âde anderâ waarmee je ook de machtsverhoudingen kan veranderen, dat onderzoekt Saddie Choua met haar doctoraat in de kunsten aan VUB en RITCS. Met de werken voor haar doctoraat hoopt Saddie Choua de kijker ook tot andere inzichten te brengen. Een deel van het doctoraat bouwt voort op een bestaand concept, de Chouas, een soapserie met haar familie als vertrekpunt. Saddie Choua maakte al een vijftal afleveringen en zal er voor het doctoraat nog een aantal maken: âDe Chouas zijn de familie die je nooit ziet op tv. Toch gaat het op zich niet over mijn familie maar over de machtsstructuren achter de beelden die wij ons eigen makenâ, zegt ze.
âIk probeer mensen daarbij anders te doen kijken door dingen samen te brengen die op het eerste zicht niet samen horen.â Zo gebruikt ze in de Chouas bijvoorbeeld vaak westerse muziek. âDan ga je als kijker sneller de link leggen naar je eigen realiteit en zie je bijvoorbeeld dat je eigen ouders ook zo zijn. Door een format en muziek te gebruiken die iedereen kent, voelen mensen zich aangesproken en meer op hun gemak. Het is een kleine handleiding waardoor ze makkelijker de stap zetten om anders te kijken.â [Lees verder onder de foto]
Jezelf zien binnen de machtsverhoudingen
Binnen haar onderzoek beschouwt Saddie Choua vrouwen ook als minderheden: âAls ik het heb over beelden van de ander heb ik het niet enkel over migranten, maar bijvoorbeeld ook over vrouwen.â Daar speelt ze op in met een ander werk voor haar doctoraat: een actualisering van de Fenomenale Feminateek van Louis Paul Boon. De schrijver verzamelde zijn hele leven naaktfotoâs van vrouwen die hij categoriseerde per nationaliteit en ook verwerkte in het mannenblad Partner waarvan hij hoofdredacteur was: âIk verzamel nu al een hele tijd naaktfotoâs van mannen, maar die vind je amper in tegenstelling tot die van vrouwen. Degene die je wel vindt, zijn meestal homo-erotisch en dus ook bedoeld voor een mannelijk publiek.â
âMet die fotoâs wil ik net als Boon ook een maandblad maken: het maandblad voor de allochtone vrouw, met alles wat de allochtone vrouw interesseert. Door de gewone gang van zaken om te draaien en mannen letterlijk in hun blootje te zetten, ga je misschien ook anders naar naaktfotoâs van vrouwen kijken.â De bedoeling is dat haar films en maandblad ervoor zorgen dat de kijkers en lezers een soort transformatie doormaken, waardoor ze machtsverhoudingen zien: âEn vooral ook waar ze zelf staan binnen die machtsverhoudingen. Dat is essentieel, want pas als je dat ziet, kan je de stap zetten om te veranderenâ, zegt Saddie Choua.
Wanneer je ziet waar je zelf staat binnen de machtsverhoudingen, kan je de stap zetten om te veranderen.
Met het doctoraat hoopt ze meer steun te krijgen om daadwerkelijk iets te kunnen veranderen, alleen is ze er niet zeker van dat dat ook zal lukken: âIk vraag me af of ik wel in staat ben het anders te doen. Tenslotte werk ik ook binnen de bestaande machtsverhoudingen. Er wordt veel van minderheden gevraagd. âLaat ze zelf maar hun verhaal vertellen.â Ze kunnen bijna niet anders dan daarover werk maken, want over iets anders mogen ze geen mening hebben of daar moeten ze geen geld voor krijgen.â
Saddie Choua vindt het belangrijk dat in het doctoraat al die vragen en ervaringen die ze heeft kunnen samenkomen: âEen doctoraat is toch een bepaalde verbintenis met de maatschappij, het theoretisch kader en ook andere mensen, bijvoorbeeld studenten.â Ook daar hoopt Saddie Choua invloed uit te kunnen oefenen, bijvoorbeeld door voor studenten een nieuw scenarioboek te maken.
Saddie Choua is finalist van de Belgian Art Prize 2020. Haar werk is momenteel te zien in Mu.Zee Oostende, Kunsthal Gent, La Veronica Gallery, Modica, Temporary Gallery Keulen, Centre Wallonie-Bruxelles, Parijs en de Kunsthalle in Wenen.