De zondvloed die Wallonië heeft getroffen deze zomer maakte duidelijk dat ook wij niet zullen ontsnappen aan de gevolgen van klimaatverandering. VUB-professor en klimaatwetenschapper Wim Thiery legt uit hoe klimaatopwarming deze extreme weersomstandigheden kan veroorzaken en bespreekt de mogelijke oplossingen.
Dit interview verscheen eerder op HUMO.be. Auteur: Marc Van Springel.
Voor wie er nog aan twijfelt: in welke mate is de recente watersnood in de Ardennen een gevolg van de klimaatopwarming?
"De voorbije weken hebben we over de hele wereld een ongewone opeenvolging gezien van extreme weerfenomenen. In Canada was er een hittegolf waarbij de temperaturen tot bijna 50 graden opliepen, met een reeks verwoestende bosbranden als gevolg. In Scandinavië was er een hittegolf met temperaturen van meer dan 34 graden bóven de poolcirkel. In het westen van de
VS beleven ze op dit moment een ongeziene droogte en dreigt de waterbevoorrading zelfs in het gedrang te komen. In Pakistan waren er dan weer hittegolven met temperaturen van bijna 50 graden. Voor al die weerfenomenen is er een zeer duidelijke link met de klimaatverandering. Wetenschappers hebben berekend dat de kans op zo'n hittegolf in Canada door de klimaatverandering 150 keer groter is geworden.
"Voor de extreme neerslag die wij hebben gehad, is die specifieke berekening nog niet gemaakt, maar het is duidelijk dat ook die verband houdt met het warmere klimaat. De oorzaak is een simpel natuurkundig principe dat we al meer dan 170 jaar kennen, zijnde: een warmere atmosfeer kan meer water vasthouden. Daardoor krijg je langere periodes zonder neerslag. Wanneer het dan uiteindelijk toch begint te regenen, valt er een veel grotere massa water. Klimaatmodellen tonen aan dat dit fenomeen zich in de toekomst zal verderzetten, want per graad opwarming neemt de capaciteit van de atmosfeer om water vast te houden met 7 procent toe."
Er zijn ook steeds meer aanwijzingen dat de straalstroom een rol speelt bij het extremere weer. Hoe zit dat juist?
"In het noordelijk halfrond kronkelt de straalstroom al een paar maanden meer dan normaal, waardoor weersystemen langer blijven hangen. De meanderende straalstroom is zowel verantwoordelijk voor de hittegolf in Canada als voor de regenzone die boven ons land vast kwam te zitten. Maar of die verzwakte en kronkelende straalstroom echt een gevolg is van de klimaatverandering, is op dit moment nog geen wetenschappelijke zekerheid."
Hoe groot is de kans dat we in de toekomst nog met dit soort scenario's te maken krijgen?
"Het is globaal nu al één graad warmer dan voor het industriële tijdperk. Het klimaat warmt op dit moment op met ongeveer 0,2 graden per decennium. Zolang we CO2 in de atmosfeer blijven pompen en we de lucht als een vuilnisbelt gebruiken, zal de toestand erger worden. Dat betekent: meer hittegolven, meer droogtes, meer bosbranden, meer extreme regenval en meer overstromingen."
Het belangrijkste initiatief om de uitstoot te beperken is het klimaatakkoord van Parijs uit 2015. Hoe staat het met de uitvoering daarvan?
"De kernboodschap van klimaatwetenschappers was toen dat we voor een keuze staan: de CO2 die we in het verleden hebben uitgestoten, heeft ons met een opwarming van 1 graad opgezadeld, maar de uitstoot van de komende decennia zal bepalen waar we uiteindelijk uitkomen. Volgens de klimaatmodellen is dat tussen de 1,5 en 3 à 4 graden tegen het einde van deze eeuw. Met het akkoord van Parijs hebben 200 landen zich ertoe verbonden om aan de onderkant van die vork te blijven, en de opwarming ruim onder de 2 graden te houden - en liefst zelfs tot 1,5 graden te beperken.
Om binnen die 1,5 graden te blijven, mogen we nog acht keer de gemiddelde jaaruitstoot in de atmosfeer pompen. Anders gezegd: als we die 1,5 graden willen halen, zouden we nog acht jaar kunnen uitstoten zoals we bezig zijn, om dan meteen naar een nuluitstoot te gaan. Dat is natuurlijk geen realistische optie. We hebben echter economische modellen die vertellen hoe we binnen dat CO2- budget kunnen blijven. Daarvoor moeten we tegen 2030 wereldwijd onze uitstoot halveren. Verder moeten we tegen 2050 wereldwijd naar een netto nuluitstoot gaan. En na 2050 moeten we netto CO2 uit de lucht halen."
Men heeft het voortdurend over de beperking van de uitstoot, maar ondertussen neemt die wel nog altijd toe. Hoe valt dat te rijmen met al die mooie voornemens?
"De jaarlijkse uitstoot blijft inderdaad toenemen, terwijl we elk jaar een daling van 8 procent zouden moeten halen. In 2020 was er wel een kleine daling door de coronacrisis, maar nu het economische herstel is ingezet, stevenen we opnieuw op een flinke stijging af. We zijn het CO2-budget dat we nog hebben - die acht jaar uitstoot - met andere woorden steeds sneller aan het opsouperen. Maar hoe langer we wachten om in actie te schieten, hoe drastischer de maatregelen die we in de toekomst moeten nemen. Momenteel doen we dus absoluut niet wat nodig is om binnen die 1,5 graden te blijven."
Velen gaan er daarom van uit dat 1,5 graden onhaalbaar wordt, en dat we eerder bij een opwarming van 3 graden zullen uitkomen.
"Afgaande op de plannen die de deelnemende landen bij de VN hebben ingediend, zouden we inderdaad op 3 graden uitkomen. Gelukkig is er in het akkoord van Parijs voorzien dat de landen om de vijf jaar een update van die plannen moeten indienen. In november is er COP26, een VN-klimaattop in Glasgow, waar ze hun nieuwe maatregelen zullen voorleggen.
In die context moet je ook de Europese Green Deal zien. Europa heeft de ambities duidelijk aangescherpt. In de oorspronkelijke Europese plannen was er nog sprake van een reductie van 40 procent tegen 2030. In het nieuwe plan is dat al 55 procent geworden. Europa sprak ook als eerste de ambitie uit om tegen 2050 klimaatneutraal te worden. Sinds die aankondiging zijn veel andere landen - onder andere China, Japan, Zuid-Korea, de VS en Canada - gevolgd. Men beseft, kortom, dat de inspanningen niet voldoende waren. Als alle landen hun bijgestelde ambities ook echt waarmaken, zouden we op een opwarming van 1,9 à 3 graden landen."
Wat nog altijd veel is. Zopas nog lekte een voorlopige versie uit van het nieuwe rapport van het IPCC, het klimaatpanel van de VN. Daarin staat onder andere dat de klimaatopwarming harder gaat dan aanvankelijk gedacht, en dat de gevolgen zich de komende decennia al zullen laten voelen. Dat zal flink ingrijpen op het leven op aarde.
"Aan dat rapport hebben honderden wetenschappers van over de hele wereld meegewerkt, onder wie ikzelf, maar het komt pas volgende maand officieel uit en we hebben afgesproken om er tot dan geen uitleg over te geven. Nu, dat IPCC-rapport is eigenlijk vooral een samenvatting van de bestaande wetenschappelijke literatuur - er staat niks nieuws in.
Maar het klopt: het is belangrijk om er álles aan te doen om binnen de grenzen van het Parijs-akkoord te blijven. We willen absoluut niet in een wereld leven die 2,5 of 3 graden warmer is. Een opwarming van 1,5 graden zal al meer dan genoeg gevolgen hebben."
Waarover hebben we het dan concreet?
"De koraalriffen zullen sowieso verloren gaan. We zullen vaker te maken krijgen met extreem weer. We zullen ons best moeten doen om met de opwarming om te gaan, maar ons aanpassingsvermogen heeft ook zijn grenzen. Op den duur kan de klimaatverandering tot enorme verstoringen in onze maatschappij leiden, en dat wil je vermijden."
1.500 HITTEDODEN
Waar klimaatwetenschappers zich steeds meer zorgen over maken, is dat de opwarming tipping points in gang kan zetten: kantelpunten met mogelijk grote gevolgen. Ook omdat er domino-effecten zouden kunnen optreden.
"Om een concreet voorbeeld te geven: de Amazone, vandaag een tropisch regenwoud, zou kunnen afsterven en veranderen in een savannegebied. Het Amazonewoud verdampt water, wat voor regen zorgt die op de bomen valt, zodat ze kunnen groeien. Het bos houdt zichzelf in stand. Als het gebied droger wordt door de klimaatverandering, verdampen de bomen minder water en krijg je een versterkend effect waarbij het regenwoud steeds droger wordt. Op een bepaald moment bereik je het tipping point,
en krijg je een ander ecosysteem. Eén dat veel minder CO2 opneemt, wat ook weer een invloed heeft op de globale opwarming. Dat kantelpunt komt ook dichterbij door de wijdverbreide houtkap in de Amazone.
Bij welke opwarming die kantelpunten optreden en hoe sterk de veranderingen zullen zijn, weten we niet, simpelweg omdat we dit nooit eerder hebben meegemaakt. We weten ook niet of het ene kantelpunt het andere in werking kan zetten. Het afsmelten van de Groenlandse ijskap zou bijvoorbeeld de Atlantische Golfstroom kunnen stilleggen, wat dan weer een grote impact zou hebben op het wereldwijde klimaat."
Dat moet u toch eens even uitleggen.
"De Golfstroom voert warm water aan vanuit de Caraïben door de noordelijke Atlantische Oceaan richting Europa. Als het ijs in Groenland en naburige gebieden afsmelt, krijg je een massa zoet water die het zoute water uit de Caraïben verdunt, waardoor de aanvoer van warm water richting onze contreien wordt verstoord. Dat heeft dan weer een invloed op ons weer. Zo zie je hoe veel dingen in het klimaatsysteem met elkaar verbonden zijn."
Het afsmelten van de ijskappen heeft ook een invloed op de zeespiegel. Weten we al wat daar de mogelijke gevolgen van zijn?
"Als we de opwarming weten te beperken tot 1,5 graden, zal de zeespiegel tegen 2100 13 centimeter stijgen, in plaats van 40 centimeter in het slechtste scenario. Op de prognoses zit wat speling, omdat de effecten op Antarctica nog niet helemaal duidelijk zijn. Maar zeker is dat we de omvang van kustoverstromingen in de toekomst sterk kunnen beperken, als we dat willen.
Als al het ijs op Groenland zou smelten, betekent dat een stijging van de zeespiegel met zeven meter. Dat zullen wij echter niet meer meemaken: het duurt namelijk duizenden jaren voor de ijskap daar volledig is weggesmolten. Al zit je ook hier weer met een tipping point: op een bepaald moment bereik je een kantelpunt waarop het volledig afsmelten van de ijskap onafwendbaar is. Er zijn aanwijzingen dat dat kantelpunt rond de 2 graden zou kunnen liggen. We doen er dus goed aan om de afspraken van Parijs te halen."
Maar als de ijskappen sneller beginnen af te smelten, betekent dat niet dat we hier binnen de kortste keren met onze voeten in het water staan?
"De zeespiegelstijging en de ijskappen zijn zowat de traagste componenten van het klimaatsysteem. Daar hoeven we ons op korte termijn niet de grootste zorgen over te maken. Andere systemen reageren veel sneller en zelfs onmiddellijk op een stijging van de temperatuur. Ik denk dan aan hitte- en koudegolven, extreme neerslag en droogtes. IJskappen reageren wat trager en lopen een paar decennia achter."
Het IPCC-rapport waarschuwt dat grote delen van de wereld al de komende decennia onleefbaar dreigen te worden door de hitte. Megasteden als Karachi, Manilla en Mumbai zullen amper nog bewoonbaar zijn en 14 procent van de wereldbevolking zou minstens één keer om de vijf jaar zogeheten killerhittegolven te verwerken krijgen, met een pak doden als gevolg.
"Hittegolven zijn een sterk onderschat probleem. Als er in het nieuws over bericht wordt, zie je vaak beelden van mensen die vrolijk in een fontein dansen, maar hittegolven zijn eigenlijk stille killers. Qua oversterfte hebben we in België de afgelopen jaren drie pieken gehad: de eerste en tweede coronagolf, maar ook de hittegolf van augustus 2020. Die heeft in ons land misschien wel 1.500 mensenlevens geëist. Hittegolven zijn niet alleen dodelijk, ze treffen ook de meest kwetsbare mensen in onze samenleving. Net als bij corona zijn ouderen en zieken het grootste slachtoffer. Of mensen die zich geen goed geïsoleerde woning met airco kunnen veroorloven.
Bij ons gaat het om droge hittegolven, maar op bepaalde plaatsen op aarde heb je ook natte hittegolven, waarbij hoge temperaturen worden gecombineerd met een zeer hoge luchtvochtigheid, waardoor je lichaam niet meer kan afkoelen. Als we zweten, verdampen waterdruppeltjes en koelt onze huid af. Maar wanneer de luchtvochtigheid te hoog is, raakt ons zweet niet meer verdampt en kunnen we onze lichaamstemperatuur niet meer onder controle houden. Zo'n weer vind je onder andere in Pakistan, India, bepaalde gebieden in het Midden-Oosten en sub-Sahara-Afrika. Dat zijn ook de hotspots van die toekomstige dodelijke hittegolven.
Een aantal jaren geleden dachten we nog dat zulke onleefbare condities in een pessimistisch scenario pas tegen het einde
van de eeuw zouden voorkomen. Uit de meest recente studies blijkt echter dat dat een te conservatieve inschatting was. Zelfs bij een opwarming van 1,5 à 2 graden zullen er geregeld plekken op aarde zijn, met name in Zuidoost-Azië, waar de grens van de leefbaarheid wordt overschreden. We hebben het dan over een hitte die voor gezonde mensen na een paar uur dodelijk kan zijn."
Een andere weinig opbeurende prognose is dat de wereldwijde voedselproductie door de opwarming in gevaar zou komen. In gebieden in Amerika en Europa die nu voor de wereldwijde graanproductie instaan, zou landbouw door de droogte onmogelijk worden. Kan de klimaatverandering tot voedseltekorten leiden?
"Gewassen zullen meer te kampen hebben met droogte- en hittestress. Dat zal tot lagere opbrengsten leiden, en een grotere kans op mislukte oogsten.
We hadden het daarnet al over een ontregelde straalstroom. Nu, als de straalstroom in een bepaalde vorm komt te liggen, kunnen landbouwgebieden in het noordelijk halfrond op hetzelfde moment door hittegolven worden getroffen. De oogsten zouden in zo'n geval in verschillende cruciale landbouwgebieden tegelijk kunnen mislukken. Dat zou grote gevolgen kunnen hebben voor de voedselbevoorrading van de hele planeet. Opnieuw: een scenario dat je liever vermijdt."
IEDEREEN ELEKTRISCH
Het goede nieuws is dat het gelukkig nog niet te laat is: klimaatwetenschappers zijn het erover eens dat we de ergste gevolgen van de opwarming nog kunnen afwenden, maar dan mogen we niet langer wachten om in te grijpen.
"Klopt. De opwarming die we veroorzaken, is in essentie onomkeerbaar. De CO2 die we uitstoten, blijft honderden jaren hangen in de atmosfeer. Het gas verspreidt zich door de atmosfeer en zorgt voor opwarming over de hele wereld. Het maakt niet uit waar het wordt uitgestoten. De toekomst hebben we echter zelf in handen, en we hebben de mogelijkheid om de opwarming bij 1,5 graden te stoppen."
Wat moet daarvoor gebeuren?
"Het mooie is dat de technologie die we nodig hebben om de uitstoot te halveren er vandáág al is. We moeten gewoon alles elektrificeren. En die elektriciteit moeten we produceren met hernieuwbare energie, uit zonnepanelen, windkracht en geothermische installaties. Auto's en openbaar vervoer moeten elektrisch worden en huizen moeten we energie-efficiënter maken met warmtepompen en betere isolatie.
Eigenlijk is het simpel. We kennen de technologieën al perfect, maar gebruiken ze nog niet massaal, omdat ze nog te duur
zijn, of omdat het gebruik ervan onvoldoende wordt gestimuleerd. Nu doet de overheid het omgekeerde en subsidieert ze fossiele brandstoffen: jaarlijks geeft ze daar - en dat zijn cijfers van de overheid zelf - 11 miljard euro aan uit. Dat is absurd. We zouden net de nieuwe technologieën moeten subsidiëren. Als we die op grote schaal gaan gebruiken, kunnen we op het pad van de 1,5 graden blijven. Dat is ook exact wat de Europese Green Deal voorstelt."
Komen de Europese plannen niet te laat? Volgens sommigen kan het nog jaren duren voor ze effectief in beleid zijn omgezet en dreigen ze bovendien onderweg nog flink te worden afgezwakt.
"De vermindering van de uitstoot met 55 procent tegen 2030 is door alle lidstaten goedgekeurd en ondertussen ook in een wet gegoten. Dat plan kunnen we alleen maar toejuichen. We zijn het eerste continent dat met een plan op zo'n grote schaal komt. Nu is het hopen dat het lukt: voor onze planeet en voor de toekomst van onze kinderen. Ik hoop ook dat andere regio's met even ambitieuze plannen komen, en dat die ook allemaal worden uitgevoerd. Mogelijk kan Europa een voorbeeld zijn voor de rest van de wereld."
Europa is verantwoordelijk voor een kleine 10 procent van de wereldwijde uitstoot. De grootmacht met de grootste uitstoot is China, maar dat land blaast warm en koud tegelijk: het heeft aangekondigd tegen 2060 klimaatneutraal te willen zijn en doet enorme investeringen in hernieuwbare energie, maar ondertussen blijft het wel ijverig steenkoolcentrales bouwen in Afrika.
"Alle landen moeten sowieso naar een nuluitstoot. Als alleen Europa het doet, zullen we het niet redden. Maar het klopt: China is recent uitgegroeid tot de economie die het meest uitstoot. Het heeft de laatste jaren ook nog zeer veel steenkoolcentrales bijgebouwd, terwijl die energiebron veruit de meest vervuilende is. De grootste quick win die we kunnen boeken, is steenkoolcentrales vervangen door hernieuwbare energie. Dat zou de komende tien jaar wereldwijd moeten gebeuren."
RUIMTESCHILD
Na 2050, wanneer we de nuluitstoot hebben bereikt, komen we in de volgende fase en moeten we CO2 uit de atmosfeer zien te halen. Hebben we daar al de technologie voor?
"Er is één technologie die al vele miljoenen jaren bestaat: bomen. Eén manier is dus herbebossen. Een andere mogelijkheid is landbouwgewassen telen die CO2 uit de lucht halen. We kunnen vervolgens die gewassen verbranden en de vrijgekomen CO2 onder de grond opslaan. Zo kun je tegelijkertijd energie produceren én CO2 uit de lucht halen. De techniek om CO2 op te vangen tijdens de verbranding staat echter in de kinderschoenen. Nog een andere optie is direct air capture: CO2 uit de lucht filteren.
Een kanttekening daarbij: men stelt het soms voor alsof we het klimaatprobleem kunnen oplossen door bomen te planten of CO2 op te slaan, maar zo werkt het helaas niet. Het potentieel van herbebossing is beperkt. We kunnen namelijk alleen in landbouwgebied herbebossen, maar we moeten opletten dat de wereldwijde voedselvoorziening daardoor niet in gevaar komt.
Het is goed om die technologieën nu al te ontwikkelen, maar het is geen alternatief voor wat we nu moeten doen, namelijk de uitstoot van CO2 terugschroeven. Dat is ook het meest kostenefficiënt: CO2 uit de lucht filteren is zeer duur en energievretend. We zullen die technologieën jammer genoeg nodig hebben, maar er zijn grenzen aan wat ze kunnen doen."
Sommige wetenschappers zien het nog groter en zetten in op geo-engineering: daarbij probeert men de opwarming te stoppen door in te grijpen op het volledige klimaatsysteem. Bijvoorbeeld door zwavel in de stratosfeer te injecteren, het zonlicht tegen te houden met grote ruimteschilden of de vorming van wolken boven de oceaan kunstmatig te stimuleren, zodat er meer licht wordt weerkaatst.
"Dat is zeker niet de oplossing. Momenteel zijn we eigenlijk een gigantisch experiment aan het uitvoeren met onze planeet door massaal CO2 in de lucht te blazen. Het probleem oplossen door nog wat andere chemicaliën in de atmosfeer te pompen, is compleet absurd. Uit computersimulaties blijkt dat je de opwarming met bepaalde chemicaliën in de stratosfeer kunt stoppen, maar die simulaties suggereren ook dat je dan op verschillende plaatsen op aarde neerslagpatronen gaat veranderen. Wat dan weer gevolgen heeft voor de landbouw en de voedselvoorziening in die gebieden. Je zet opnieuw een keten van gevolgen in gang die je niet wilt.
Ik denk dat dit soort wilde ideeën eerder de aandacht afleidt van waar het echt om gaat. De opwarming van de aarde kost ons vandaag geld, en zelfs mensenlevens. Vraag maar aan de mensen in Pepinster. Het is goedkoper om met groene investeringen de opwarming te voorkomen, dan om in de toekomst de gevolgen ervan te counteren. Zo'n transitie kost bovendien nog geen tiende van de herstelplannen die nu overal op tafel liggen om de economie na corona weer op de sporen te krijgen. Vergeleken met de bazooka's die nu worden bovengehaald, is zo'n transitieplan zeer goedkoop en perfect haalbaar. De beleidsmakers moeten er gewoon werk van maken."
DE WARMSTE WEEK
Wat mogen we van de aanstaande klimaattop in Glasgow verwachten?
"Daar zullen een reeks landen een update van hun klimaatplannen op tafel leggen. We zullen dan meteen weten of de ambities daadwerkelijk zijn aangescherpt. Je moet je ook afvragen wat je hebt aan beloften die over dertig à veertig jaar moeten worden ingelost. De mensen die vandaag die beloften maken, zijn tegen dan al lang van het toneel verdwenen. Er moet daarom ook een roadmap zijn, een concreet actieplan over hoe je daar denkt te raken.
Een ander belangrijk punt is de financiering. Hoeveel zullen de rijke landen aan de arme geven om ze te helpen hun uitstoot te verminderen, of zich aan te passen aan de extreme weersomstandigheden als gevolg van de klimaatopwarming? De landen die het hardst getroffen worden door de opwarming, zijn pijnlijk genoeg ook net de landen die er de minste verantwoordelijkheid voor dragen."
Voor klimaatwetenschappers kwam de recente rampspoed niet als een verrassing. Ze hebben dit al dertig jaar geleden voorspeld en zijn het sindsdien met de moed der wanhoop blijven herhalen. Waarom is er zo weinig naar jullie geluisterd?
THIERY <<Er zijn verschillende redenen, maar het heeft zeker ook te maken met het lobbywerk van de olie-industrie. Die spendeert jaarlijks miljoenen euro's om beleid tegen te houden dat tegen hun belangen ingaat. Dat is uitgebreid gedocumenteerd, en staat prachtig beschreven in het boek 'Merchants of Doubt' van Naomi Oreskes en Erik Conway. Net zoals de tabakslobby erin geslaagd is decennialang de link tussen roken en kanker te minimaliseren, hebben andere lobbygroepen met succes krachtdadig klimaatbeleid in de kiem gesmoord.>>
Hebben we de klimaatopwarming ook niet te lang gezien als een ver-van-ons-bedshow? Elders in de wereld krijgt men al jaren af te rekenen met verwoestende tropische stormen en amper te bedwingen bosbranden.
"Het is heel jammer dat er een ramp als deze nodig is vooraleer mensen zich ervan bewust worden dat de gevolgen van de klimaatverandering zich overal laten voelen, ook hier bij ons. De extreme gebeurtenissen volgen elkaar onmiskenbaar in steeds sneller tempo op. In 2019 klom het kwik boven de 40 graden, in 2020 hadden we de warmste week ooit, in 2021 de watersnood... Dat heeft misschien wel bijgedragen tot een groeiend bewustzijn."
We hebben het nu over een mogelijke opwarming van 1,5 of 2 graden. Hoe komt het dat zo'n schijnbaar miniem temperatuursverschil zulke grote gevolgen kan hebben?
"Als de gemiddelde temperatuur stijgt, worden de extremen ook extremer. We zijn nu 1 graad opgewarmd, maar dat is het wereldwijde gemiddelde. De wereld bestaat voor twee derde uit oceaan. Op het land is de stijging veel sterker dan boven de oceaan. In Ukkel zitten we ondertussen al aan meer dan 2,5 graden opwarming sinds het begin van de metingen. Ik bespaar u de technische uitleg, maar door allerlei zelfversterkende effecten hebben de extreme temperaturen ook nog eens de neiging om sneller op te warmen dan het gemiddelde. Zo weten we bijvoorbeeld dat de hittegolf van 2019 in Europa twee graden warmer was door de klimaatverandering. Om maar te zeggen: we moeten ons niet te veel op dat gemiddelde blindstaren."
Wat staat ons de komende decennia nog te wachten? Gaan we, ook als alle klimaatplannen worden uitgevoerd, een overgangsperiode tegemoet waarin de CO2-uitstoot nog even blijft doorstijgen en we steeds meer met de gevolgen van de opwarming geconfronteerd worden, of kunnen we de situatie snel keren?
"De huidige klimaatplannen zullen niet alles kunnen keren, maar als we ze niet uitvoeren, kunnen we over twintig jaar al aan 1,5 graden opwarming zitten - met alle gevolgen van dien. De mate waarin we erin slagen om wereldwijd een beter klimaatbeleid te voeren, zal bepalen hoeveel erger en frequenter hittegolven, extreme regen en droogten zullen voorkomen. We kunnen het niet genoeg herhalen: er is geen tijd te verliezen. Hoe eerder we er werk van maken, hoe beter.
Het enige wat wij wetenschappers ondertussen kunnen doen, is de samenleving blijven informeren en de opwarming nog beter proberen te begrijpen. En uiteraard ook meewerken aan oplossingen. Want, om toch op een positieve noot te eindigen: ook dáármee zijn ingenieurs en wetenschappers over de hele wereld bezig."