Het onderzoek van VUB-sociologen Bourabain Dounia, Verhaeghe Pieter-Paul en UGent socioloog Stevens Peter onderzocht de aanwezigheid van etnische en klasse-discriminatie bij de inschrijvingsprocedure van Nederlandstalige kleuterscholen. Correspondentietesten werden uitgevoerd bij 2.243 scholen waarbij de discriminatiegronden van etniciteit en klasse-achtergrond werden getest. De resultaten tonen aan dat ouders van Maghrebijnse en Sub-Saharaanse origine minder vaak uitgenodigd worden om hun kind in te schrijven. Ook wijzen de resultaten uit dat klasse-achtergrond een belangrijke rol speelt, waar ouders van Belgische origine uit de lagere sociale klasse minder vaak uitgenodigd worden voor een rondleiding in vergelijking tot ouders uit de middenklasse.

 

Het onderzoek werd uitgevoerd op basis van correspondentietesten waarbij 6 fictieve kandidaten een school contacteren. Mails werden uitgestuurd naar 2.243 scholen, dat zijn alle (in 2018) Nederlandstalige kleuterscholen in Vlaanderen en Brussel,  waarin ze gevraagd werden naar informatie en mogelijkheid tot het inschrijven in de school alsook het afspreken van een contactmoment om de school te bezichtigen. De e-mails werden quasi identiek opgesteld, met uitzondering van de discriminatiegrond. Etniciteit werd voorgesteld op basis van de naam en familienaam van de vader en het kind, terwijl klasse werd uitgedrukt door het aanbieden van informatie over de job. Op basis van de antwoorden werd nadien nagegaan welke groep ouders het vaakst uitgenodigd werd voor een inschrijving en/of een schoolbezoek.

 

Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat ouders van Belgische origine 70% kans hadden om hun kind in te schrijven, terwijl dit bijna halveert voor ouders van Sub-Saharaanse origine (40%) en van Maghrebijnse origine (38%). ‘Wat de resultaten aantonen is dat vrije schoolkeuze niet voor iedereen beschikbaar is. Scholen gedragen zich om verschillende redenen als gatekeeper waarbij ze een grote invloed hebben op hun schoolsamenstelling. Dit bestendigt schoolsegregatie dat de afgelopen jaren in het Nederlandstalig onderwijs alleen maar toeneemt’ verduidelijkt Bourabain.

 

Ook was er een etnisch en klasse verschil zichtbaar betreffende het bezoeken van de school. Hierbij hadden ouders van Belgische origine 70% kans om uitgenodigd te worden, terwijl de ouders van Sub-Saharaanse origine 31% kans en ouders van Maghrebijnse origine 32% kans hadden. Maar ook ouders van Belgische origine uit de lagere sociale klasse hadden de helft minder kans om uitgenodigd te worden in vergelijking tot de middenklasse ouders van Belgische origine. ‘Het wijst erop dat scholen voornamelijk tijd investeren in de zogenaamde ‘modelstudenten’, studenten die beter aansluiten bij de schoolcultuur en daarom minder investering nodig hebben om hun schoolcarrière uit te lopen’, verduidelijkt Bourabain.

 

‘Het aanmeldingssysteem is enkel verplicht in gemeentes met een capaciteitstekort. Dus men gaat ervanuit dat in gemeentes zonder capaciteitstekort iedereen een faire kans heeft tot inschrijving wat dus niet het geval is’, aldus Bourabain. Daarom adviseren de onderzoekers om vernieuwde aandacht rond het opstellen van een centraal aanmeldingssysteem dat tevens rekening houdt met het bewaren van een sociale mix in scholen.