Bob was studentenvertegenwoordiger in de Raad van Bestuur in het academiejaar 1969-1970 en studeerde toen pedagogie en psychologie en vanaf 1979 rechten.
Ik ben begonnen aan de ULB, in 1966, aan de Nederlandstalige afdeling. We hadden soms proffen die amper Nederlands praatten, maar wel alle moeite deden. Er was een vrouw (prof. de Bock-Doehaerd) die ons geschiedenis gaf van de beschavingen (wat dat met opvoedkunde te maken had, dat weet ik niet), waaronder de Chinese kunst. Dat was een oud madammeke; een schat van een madam, echt waar.
Die van Wiskunde, daar kreeg ik grijs haar van. Er is een verschil tussen zeggen “We gaan nu een optel maken met de natuurlijke getallen en (met Frans accent) “We gaan nu een optel maken met naturele getallen”.
Prof. Dumont was procureur-generaal. Hij keek naar mij en zei (met Frans accent) “Hebt u ook problemen met de politie?” Het waren illustere figuren. De vader van mijn goede vriend Vermeulen gaf hier ook les toen, professor Vermeulen, de voorzitter van de Raad van State.
Ik heb nog les gevolgd bij prof. Jean-Pierre Dewaele, een gevangenisdirecteur. Dewaele kwam binnen. Hij zei: “Alle studenten sociologie, psychologie, menswetenschappen, buiten.” Hij pakte zijn boeltje en nam ons allemaal mee. Alle anderen, die onder andere rechten deden, moesten blijven zitten. Er kwam een assistent les geven, want hij vond dat niet interessant. Hij gaf bij ons een aparte cursus; niet hetzelfde als bij die andere. Hij was heel streng op het examen. We moesten een boek lezen in het Gotisch schrift – ik geloof dat ik in de tijd de enige was die dat kon – over die Zeitperspektiven. Ik herinner mij dat en toen ik later (1979) dus terugkwam in de eerste kandidatuur in rechten, vertelde prof. Ruytinckx: “Als je wil, zal ik de punten doorgeven. Dat is een student minder om examen van af te nemen. Eigenlijk mag het niet, want het is toch een wetenschappelijke titel maar die gaan allemaal uw punten overschrijven. Maar je moet je persoonlijk komen aanbieden.” Maar bij psychologie was er nog iemand die ik kende van vroeger, ook een assistent en die zei tegen mij “Aaah, hoe is het? Wat, 17 op 20 bij Dewaele (fluit uit bewondering). Vrijstelling dus. Allez vooruit, ga zitten.” De volgende kandidaat was een meisje met een kort rokje en diepe decolleté. Ik zal het nooit vergeten want ik zat daar met zo een mond vol tanden. Trek een fiche, “Alstublieft, juffrouw. Erfelijkheid en milieu.” Ken jij iets van psychologie? Als ik aan u vraag op het examen erfelijkheid en milieu, wat ga je dan zeggen? We worden geboren met bepaalde erfelijke kenmerken, daar kun je niets aan doen. Het milieu heeft in de loop van het leven zijn invloed. Je zult bepaald gedrag ontwikkelen, als je in warme of in koude streken leeft enzovoort. Als je zo wat bla bla bla dan was je al geslaagd. En die juffrouw zat daar zo met een onwetende blik. “Ja, juffrouw dat is niet zo goed he. Allez, trekt u nog een kaart.” Dat meisje wist niets. Nul. En dat was dan examen rechten. Die stond er echt niet goed voor. Zegt ze: “Professor kun je mij misschien een tien op twintig geven, want ik heb nogal slechte examens gedaan.” Je moet maar durven he. Hij zei dat het toen zo’n hele dag ging. En dat was dan nog een simpele versie van de cursus van Dewaele.