De voorbije decennia waren we terecht kritisch over het westerse optreden in de ‘gordel van onzekerheid’ rond Europa. We bakten er weinig van. Vaak lieten we ons opmerken door veel woorden en weinig daden. En als er al daden van kwamen, waren dat soms roekeloze interventies, zoals in Irak en Libië. Vandaag trekt Europa zich meer en meer terug. We mogen nu vooral kijken naar de interventies van anderen in Oekraïne, Syrië, Libië enzovoort. Het is een boeiende vaststelling: wie in het verleden onze krachtpatserij hekelde, lijkt amper nog wakker te liggen van de krachteloosheid van het Westen.

Dit opiniestuk verscheen eerder op knack.be (+).

Neem de Sahel, de Afrikaanse regio bezuiden de Sahara waar geweld en terrorisme razendsnel uitbreiden. Frankrijk is er aanwezig met ongeveer 3.500 soldaten, maar krijgt de situatie niet onder controle. Het is als wassend water: telkens als je het probeert tegen te houden, zoekt het elders een uitweg. Andere EU-lidstaten deinzen ervoor terug om versterking te sturen. Frankrijk zou, zo foetert men in Europa, alleen in de regio aanwezig zijn omdat het afhankelijk is van uranium dat in Niger ontgonnen wordt. Die energiebelangen zijn reëel. Maar ook regionale organisaties als de Afrikaanse Unie en de Verenigde Naties waarschuwen dat het geweld in de Sahel weldra de stabiliteit van aangrenzende landen kan ondermijnen, met in het zuiden landen als Nigeria, Ghana, Benin en Ivoorkust en in het noorden Algerije en Egypte.

Het voorbije jaar vielen in deze regio 12.000 doden door geweld. Ruim vijf miljoen mensen zijn op de vlucht. Duizenden scholen zijn gesloten omdat gewapende mannen het systematisch op kinderen gemunt hebben. Meisjes vormen een weerloos doelwit: voor de ene groep horen ze niet thuis op school, anderen verdienen aan hen als gijzelaars of slavinnen. Dit is geen grote oorlog met dramatische veldslagen, het is een grotendeels verdoken conflict. De dreiging van terreur en criminaliteit werpt een schaduw over het dagelijkse leven van tientallen miljoenen mensen. Maar dat verdoken conflict heeft wel zichtbare gevolgen voor Europa. Het vergroot de migratie- en de vluchtelingenproblematiek, voedt smokkelnetwerken en biedt een schuiloord aan terroristen uit de hele wereld.

 

Wie in het verleden onze krachtpatserij hekelde, lijkt amper nog wakker te liggen van de krachteloosheid van het Westen.

 

De Franse interventie heeft voorkomen dat Mali volledig ten prooi viel van terroristen. En ze heeft verhinderd dat terreurgroepen grote steden onder hun controle kregen. De Franse soldaten, bijgestaan door kleine groepen militairen, onder meer uit België, zijn ook cruciaal geweest om de smokkelroutes te verstoren waarmee rebellen en terroristen inkomsten genereren. De militairen doen wat ze kunnen – soms met grote risico’s, zoals de aanslag op een Belgisch pantservoertuig recent bevestigde. Maar troepen sturen zal niet volstaan om te voorkomen dat de regio verder in lichterlaaie wordt gezet. Ook een civiele aanpak is nodig, om een doeltreffende overheid te helpen opbouwen, om de landbouw te verbeteren enzovoort. Helaas blijft die aanpak uit. De ontwikkelingshulp is amper toegenomen en economische samenwerking is vrijwel onbestaande.

Het geweld dreigt dus alsnog uit te breiden: Niger, Burkina en Mali worden permanent bedreigd. Tijdens een aanval door een tak van de IS zijn in Niger twee weken geleden nog eens 89 soldaten gesneuveld. Het geweld begint vaak met een twist over land en water. Een gemiddelde inwoner in de regio verdient 2,30 euro per dag. Amper 1 op de 20 volwassenen heeft een echte baan. De bevolking groeit razendsnel: 3 miljoen mensen komen er jaarlijks bij. Klimaatopwarming en overbegrazing verstoren de landbouw. Wapens, gesmokkeld uit landen als Libië en Nigeria, zijn overvloedig aanwezig. En alsof dat niet genoeg is, strijken ook landen als China, Rusland en Saudi-Arabië neer om hun invloed te vergroten, zeker nu de Amerikanen zich terugtrekken. Van internationale samenwerking is geen sprake, er is vooral internationale achterdocht.

De Sahel zal de veiligheid van het Afrikaanse continent meebepalen – en dus ook die van Europa. De Fransen worden stilaan moedeloos. Hun troepen worden getergd door demotivatie. Tijdens een topconferentie georganiseerd door president Emmanuel Macron, schreeuwde Parijs opnieuw om Europese solidariteit. Veel lidstaten willen of kunnen niet. De Belgische krijgsmacht, bijvoorbeeld, kan haar huidige aanwezigheid in de regio moeilijk combineren met een nieuwe missie om de Fransen elders te ondersteunen. En zo lijkt een nieuw machtsvacuüm in de maak.