Onze maatschappij herbergt een groot onbehagen. Polarisatie is daarom een grote zorg. Hoe denken VUB-politicologen daarover? Het onderzoek naar democratie en polarisatie van PhD-er Kamil Bernaerts onder begeleiding van professor Didier Caluwaerts en in samenwerking met PhD-er Benjamin Blanckaert leidde tot een bekroonde publicatie: de Frank Cass prijs voor het beste artikel van 2023. Beiden zijn verbonden aan het departement Politieke Wetenschappen en de nieuwe onderzoeksgroep DFuture. “Tegenwoordig heb je veel meer emotionele vormen van polarisatie.”

Hoe zorgwekkend vinden jullie de huidige polarisatie?

Didier Caluwaerts (DC): “Het is uiteraard problematisch dat in een samenleving een aantal groepen uit elkaar groeit en dat het conflict tussen hen intensiveert. Dat is een probleem voor de democratie, waarin we juist samen tot beslissingen moeten komen.

Dat er de afgelopen jaren – en vooral sinds Trump - veel aandacht is voor polarisatie, wil echter niet zeggen dat er ook méér polarisatie is. Als je het vanuit historisch perspectief bekijkt, denk ik niet dat het problematischer is dan 40, 50 jaar geleden. België was toen zeker geen perfect homogene samenleving zonder conflict, maar evenzeer een diep verdeelde samenleving. Als je het mij vraagt, is de aard van de polarisatie veranderd, niet de intensiteit.”

Kamil Bernaerts (KB): “Tegenwoordig heb je veel meer emotionele vormen van polarisatie: elkaar verafschuwen, schelden of elkaar ook effectief geen rechten meer gunnen en daardoor het heft in eigen handen nemen zoals we gezien hebben bij de bestormers van het Amerikaans Capitool. Kijk naar hoe bepaalde politici met elkaar omgaan, hoe zij met andere machten omgaan, hoe ze de rechterlijke macht bekritiseren. Daarom ben ik bezorgd over de staat van onze democratie. Mijn motivatie om het onderzoek te doen, startte vanuit een grote, persoonlijke bezorgdheid. Het was midden in de COVID-pandemie, waarin veel onderhuidse spanning naar boven kwam.”

Didier Caluwaerts

Didier Caluwaerts

Wat is de conclusie van jullie bekroonde onderzoek?

DC: Aangezien er vaak over polarisatie gesproken wordt, was onze centrale vraag of elke democratie in dezelfde mate last heeft van polarisatie. Je hebt immers meerderheidsdemocratieën, zoals in de VS, waarbij 1 partij de dienst uitmaakt, en je hebt consensusdemocratieën, zoals in België, waar verschillende partijen samen het beleid moeten voeren. Uit ons onderzoek blijkt dat meerderheidsdemocratieën meer polarisatie kennen. Eigenlijk zit dat in het systeem ingebakken; het is maar 1 groep die de marsrichting bepaalt. Dus meer kans op frustratie bij de vaak grote groep die niet aan de macht is. In consensusdemocratieën worden partijen en maatschappelijke groepen als het ware gedwongen om samen te werken. Daar komt volgens ons onderzoek minder polarisatie voor. De algemene conclusie is, hoe inclusiever de politieke instellingen, hoe minder potentiële conflicten.”

Wat is inclusief?

DC: “Het gaat in deze context niet over de inclusiviteit in de zin van gender, minderheden of iets anders van dien aard. In dit onderzoek betekent het vooral powersharing tussen verschillende groeperingen. Dat kunnen maatschappelijke groeperingen zijn, of taalkundige, religieuze, of etnische.In landen als België en Nederland bijvoorbeeld heb je inclusieve instellingen met een evenredige vertegenwoordiging in het parlement, en grote coalities in de regering. Elke groep moet daar worden gehoord.”

“Mensen wegzetten als populistisch en hun voorstellen enkel als quatsch afdoen, voedt de polarisatie juist superhard.”

In een consensusdemocratie, zoals in landen met een evenredig vertegenwoordiging, gaat veel discussie aan een beslissing vooraf. Wordt de acceptatie daardoor ook groter?

KB: “Jazeker, omdat je met diverse partijen moet overeenkomen, krijg je ook een breder draagvlak omdat er meer pijnpunten worden besproken. In de discussie komen de verschillende opinies en belangen van de meeste partijen aan bod. Dat verhoogt de legitimiteit en acceptatie bij de achterban.”

Neemt de kwaliteit van de beslissingen daardoor ook toe?

DC: “De besluitvorming verloopt trager. Maar de resultaten zijn positiever, als we kijken naar economische groei, naar inflatie, economische ongelijkheid, klimaatbeleid of corruptie. Op die maatschappelijke indicatoren scoren consensusdemocratieën op de lange termijn echt beter.

Burgerinitiatieven worden populairder. Burgers nemen steeds vaker zelf het heft in handen om zelf iets te verwezenlijken. Dat kan uiteenlopen van het opknappen van een speeltuin tot een rol spelen in het beleid. De overheid beperkt zich bijvoorbeeld tot advies, juridische of financiële ondersteuning, maar ze kan ook helemaal afzijdig blijven. Meer informatie vind je bij de Vlaamse overheid, De Wakkere Burger en Burgervuur.

Discussie

Is de conclusie dan ook dat er veel meer maatschappelijke debat moet zijn?

DC: “We hebben nu onderzoek gedaan naar inclusieve politieke instellingen. Maar ik denk dat je die boodschap veel breder kan trekken, dat je ook moet gaan kijken naar meer burgerparticipatie en meer betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld. Dat kan zeker tot minder conflicten leiden, en betere politieke resultaten.

Daarbij is het belangrijk dat je geen argumenten uitsluit, omdat je het daar maatschappelijk of ideologisch niet mee eens bent. Ze moeten juist gecapteerd worden, omdat ze kunnen wijzen op een maatschappelijk onbehagen.”

KB: “Alle stemmen tellen. Zeker nu het onbehagen van veel mensen leidt tot de opkomst van extreme partijen. Mensen wegzetten als populistisch en bepaalde voorstellen enkel als quatsch afdoen, voedt de polarisatie juist superhard. Die emoties moeten toegelaten worden op het politieke veld. Iedereen verdient het om gehoord te worden, zolang het debat op een constructieve manier verloopt.”

“Ik denk dat burgerinitiatieven toekomst hebben, zelfs meer dan de representatieve democratie.”

Veel gehoord is dat de hoogopgeleide klasse het contact met de rest van de samenleving heeft verloren.

DC: “Opnieuw, als we dat in historisch perspectief plaatsen, denk ik dat die situatie momenteel niet erger is dan 40, 50 jaar geleden. Toen bestond de politiek vooral uit mannen met een doctoraat in de rechten, de economie of de politieke wetenschappen. Dus waarschijnlijk is de kloof tegenwoordig zelfs kleiner. Als het waar is dat de hoog geschoolde middenklasse nauwelijks contact heeft met groepen waarin veel onbehagen leeft, dan kan je in een democratie juist de randvoorwaarden creëren voor overleg en constructieve dialogen starten.

Kamil Bernaerts

Kamil Bernaerts

Journalisten, politici en academici klagen vaak en vooral graag over de crisis van de democratie en de kwaliteit van democratie. Alsof het vroeger allemaal beter was. Maar de perfecte democratie heeft nooit bestaan. Democratie is nooit af. We moeten die vorm van besluitvorming voortdurend verbeteren. En daar kan de burger tegenwoordig een grote rol in spelen. Er zijn nog nooit zoveel kansen geweest voor burgers om van zich te laten horen. Je kunt participeren via burgerinitiatieven, burgerfora, bevragingen et cetera. Het is natuurlijk wel essentieel dat de resultaten van die initiatieven omgezet wordt in politieke daden. En dat is nog een grote uitdaging: hoe gaan we dat in de praktijk brengen? Democratie blijft werk in uitvoering.”

KB: “Social media hebben het mogelijk gemaakt dat iedereen zijn mening kwijt kan. Maar door algoritmes en het verdwijnen van gatekeepers, zoals journalisten of wetenschappers, komen de extreemste opinies naar voor. Dat maakt niemand gelukkig. Op een conferentie kortgeleden, suggereerde een spreker dat we misschien wel in een soort overgangsperiode zitten: een overcorrectie op een elitair verleden. Het geluid op de socials is dat van de onderbuik van groepen die te lang genegeerd zijn.”

Hoe kunnen mensen weer vertrouwen in elkaar krijgen?

KB: “Mensen moeten in een vroeg stadium bij het beleid worden betrokken. Burgerinitiatieven kunnen daarvoor een belangrijk instrument zijn. De experimenten die het meest succesvol zijn om burgers te depolariseren, zijn de initiatieven waarbij goed gemodereerd wordt, waarbij iedereen kan spreken, waarin verschillende bevolkingsgroepen kunnen deelnemen. Dan blijkt dat mensen dichter bij elkaar komen, depolariseren en er constructieve voorstellen op tafel verschijnen. Ik denk dat burgerinitiatieven een belangrijke rol kunnen spelen om dat vertrouwen terug te winnen, zolang het op een transparante manier en met de juiste opvolging gebeurt.”

VUB Research Centre For Democratic Futures 

VUB Research Centre For Democratic Futures Recent is aan de VUB het Research Centre For Democratic Futures, kortweg DFuture, opgericht. Momenteel bestaat ze uit zeven academici die zo’n 25 onderzoeken hebben lopen. Didier Caluwaerts: “Deze onderzoeksgroep gaat zich vooral bezighouden met de grote thema's rond democratie. Het eerste luik is diagnose van de problemen in de democratie, waaronder Kamils’ doctoraat rond polarisatie. Maar er zijn ook mensen die zich bezighouden met de crisis van de democratie, de ongelijkheid in de democratie, … Het tweede luik gaat over de zoektocht naar remedies: democratische innovaties, institutionele vernieuwingen, ...”