Deze column verscheen eerder in De Tijd.
Goed voelen we ons daar niet bij, merk je telkens wanneer een golf van solidariteit op gang komt. Als wordt meegeleefd met Thaise voetballertjes opgesloten in een grot, wordt getreurd over het lot van het verdronken vluchtelingenjongetje Aïdan of dat van het neergeschoten Koerdische meisje Mawda, dan is er altijd wel iemand die opmerkt: waarom medeleven met deze slachtoffers en niet met die talloze andere?
Omdat medeleven zo werkt, antwoorden biologen. Empathie heeft een gezicht nodig, schreef Frans de Waal. “Identificatie met anderen opent de deur naar empathie, de afwezigheid van identificatie gooit die deur dicht.” Van anoniem leed nemen we hoofdschuddend akte en gaan over tot de orde van de dag. Als leed een gezicht krijgt, kunnen we er ons in herkennen: dat had ook mij of mijn geliefden kunnen overkomen. En dan ontstaat betrokkenheid.
Uiteraard moeten we onze soort niet mooier maken dan ze is. We zijn ook heel goed in staat om dat mechanisme van identificatie uit te schakelen. En dat gebeurt ook, bijvoorbeeld wanneer conflicten escaleren. Heel snel is die ander dan geen concreet gezicht meer, maar niet meer dan één van een anonieme groep anderen, die “allemaal dezelfden zijn”. Soms ontmenselijken we die anderen helemaal, tot “ongedierte” of “ondermensen”. Dan verdwijnt elk medeleven en zijn we tot het ergste in staat.
Van anoniem leed nemen we hoofdschuddend akte om vervolgens over te gaan tot de orde van de dag.
Biologen weten overigens ook waar die kritische stem vandaan komt die opwerpt: waarom dat medeleven met sommige slachtoffers en niet met die talloze andere? Mensen leefden het grootste deel van hun geschiedenis in kleine groepjes, die slechts konden overleven als er werd samengewerkt. Vandaar dat we bijzonder goed zijn in het ontmaskeren van zwartrijders en hypocrieten. Wie moraliseert, meten we aan hogere standaarden. Wie op de sociale media laat weten andermans leed heel erg te vinden, krijgt de bal teruggekaatst: en wat doe jij om dat te verhelpen?
Dat is ook waarom wie morele argumenten introduceert in de politiek, vroeg of laat de rekening krijgt gepresenteerd. Wie links is, houdt er maar beter geen dure auto op na; wie groen is, let best op zijn ecologische voetafdruk.
Los van dat alles blijft de tegenwerping wel knagen: waarom dat medeleven met sommige slachtoffers en niet met die talloze andere? Empathie is noodzakelijk als je solidariteit op gang wil brengen, maar niet voldoende. We maken de wereld niet tot een betere plek als we ons alleen laten leiden door empathie.
Meer zelfs: soms maken we daardoor de ellende zelfs groter. In 2004 maakte een verwoestende tsunami in Zuidoost-Azië duizenden slachtoffers. Over heel de wereld kwam een ongeziene golf van solidariteit op gang. In België werd 48 miljoen euro hulpgeld verzameld, wereldwijd zo'n 11.5 miljard euro.
We maken de wereld niet tot een betere plek als we ons alleen laten leiden door empathie.
Alle hulporganisaties voelden zich aangesproken en haastten zich naar het getroffen gebied. Nogal wat organisaties kwamen onvoorbereid toe, liepen elkaar voor de voeten of deden dingen waarmee ze geen ervaring hadden. De druk van de media, van het beschikbare geld en de noodzaak om iets te doen, waren groot. Maar of die dadendrang de bevolking ook altijd echt heeft geholpen, is een andere vraag.
De Australische filosoof Peter Singer bepleit daarom “effectief altruïsme”: volg niet je gevoel, maar je verstand. Stel jezelf, als je doneert aan goede doelen, zoals Bill Gates en Warren Buffett de vraag: zal mijn bijdrage leiden tot drastische verbeteringen in een groot aantal levens? Geef aan goede doelen die worden verwaarloosd, omdat ze weinig tot de verbeelding spreken. Laat je leiden door organisaties die uitzoeken hoe effectief charitatieve instellingen zijn. En vooral: geef voldoende. Singer besteedt zelf een derde van zijn inkomen aan liefdadigheid.
Hoe hoog we onze morele lat leggen, is ons eigen keuze en verantwoordelijkheid. Laten we elkaars keuzes ook respecteren. Wie zijn of haar hart wil volgen, moet dat vooral doen. Wie voor het hoofd kiest, ook. Het allerbelangrijkste is dat we minstens proberen zo min mogelijk leed te berokkenen. Dat is vaak al een hele opgave.
Caroline Pauwels