In de meerderheid van de gemelde euthanasiegevallen ging het steeds om kankerpatiënten en patiënten jonger dan tachtig. De toename van euthanasie is echter vooral opvallend bij patiëntengroepen die de eerste jaren na de euthanasiewetgeving minder vaak een euthanasieverzoek uitten en van wie het verzoek ook minder vaak werd ingewilligd. Zo steeg het aandeel patiënten met andere ziektes dan kanker van 15.7% van alle gemelde gevallen in 2003 naar 31.3% in 2013. Hierbij ging het voornamelijk om evolutieve neuromusculaire, cardiovasculaire en neuropsychologische aandoeningen. Het aandeel patiënten ouder dan 80 steeg eveneens, meer bepaald van 17% van de gemelde gevallen in 2003 naar 35% in 2013.
 
 
Toegenomen maatschappelijke aanvaarding
Een verklaring voor deze bevindingen is de toegenomen maatschappelijke aanvaarding van euthanasie, waarbij euthanasie steeds meer beschouwd wordt als een reguliere keuze bij het levenseinde. Verder zijn patiënten zich er steeds meer van bewust zijn dat niet enkel patiënten met aanhoudend en ondraaglijk lijden door terminale aandoeningen zoals kanker in aanmerking kunnen komen voor euthanasie en daardoor vaker een euthanasieverzoek uiten. Artsen geraakten ook meer vertrouwd met de praktijk en zijn steeds vaker bereid om in te gaan op euthanasieverzoeken.
 
 
Belang evaluatie
De toename van euthanasiegevallen met een andere diagnose dan kanker en met niet-terminale aandoeningen benadrukt het belang van een grondige evaluatie en monitoring van de praktijk, aangezien het ook gaat om meer controversiële gevallen zoals patiënten met een psychiatrische stoornis.
 

Het onderzoek
De studie is gebaseerd op gegevens die door de FCECE verzameld werden in het kader van de wettelijk verplichte meldingsprocedure voor euthanasie.
De onderzoekers bestudeerden alle euthanasiegevallen die gemeld werden bij de FCECE van 1 januari 2003 tot 31 december 2013. Het aantal gemelde euthanasiegevallen steeg jaarlijks, van 235 in 2003 (0,2% van alle overlijdens) naar 1807 in 2013 (1,7% van alle overlijdens).