In discussies rond Black Lives Matter of racisme, komt vaak de vraag naar boven: Heeft België of hebben de Zuidelijke Nederlanden een rol gespeeld in handel die slaven van Afrika naar Amerikaanse plantages bracht? VUB-historicus en lid van de Koninklijke Belgische Marine Academie Michael Serruys zegt van niet, toch was er wel degelijk slavenhandel vanuit Oostende.
Volgens Serruys sluiten de Zuidelijke Nederlanden in de zeventiende eeuw geen contracten af met Spanje of Portugal omdat ze niet genoeg schepen hadden. "Rijke Zuid-Nederlandse handelaars of bankiers hebben tijdens die periode wel in de buitenlandse slavenhandel geïnvesteerd. Maar de Zuidelijke Nederlanden doen niet actief mee aan de slavenhandel tussen Afrika en Amerika.
Aan het begin van de achttiende eeuw echter, komen er voor de Zuidelijke Nederlanden meer mogelijkheden om een rol te spelen in de overzeese en koloniale handel. "Tussen 1715 en 1723 vertrokken er zo 38 schepen vanuit onze havens. 19 daarvan gingen naar India, 15 naar China en 4 naar Afrika", zegt Serruys.
Waar komen de bovengenoemde geruchten dan vandaan? De Oostendse Compagnie handelde in zeldzame goederen, zoals thee, porselein en zijde, die ze in India en China konden kopen. Het was de Duitse bankier en ondernemer Fréderic Romberg die in 1775 naar België trok om in Oostende en slavenhandel op te zetten. "Romberg profiteert vooral van het feit dat de Zuidelijke Nederlanden neutraal blijven ten tijde van de Amerikaanse vrijheidsoorlog. Tijdens die oorlog hebben Spanjaarden, Fransen, Nederlanders en Engelsen het te druk met elkaar te bevechten op zee, waardoor neutrale landen zoals de Zuidelijke Nederlanden en Denemarken, de slavenhandel tijdelijk kunnen overnemen."
Lees het volledige artikel op factcheck.vlaanderen.