Deze column verscheen eerder op tijd.be.
De Zweeds-Iraanse gastprofessor, een specialist in rampengeneeskunde, zit al meer dan drie jaar in de cel zonder enige vorm van eerlijk proces. Ja, er is een vage beschuldiging van spionage. En ja, er zijn onder dwang ‘bekentenissen’ afgedwongen. Maar bovenal gaat het om een aanfluiting van elk rechtsbeginsel.
We kunnen ons moeilijk voorstellen hoe het moet zijn elke ochtend wakker te worden met het besef dat het weleens je laatste dag kan zijn. Deze zomer leek het trouwens zover. Ze deden Ahmadreza een blinddoek om en namen hem zonder waarschuwing mee uit zijn cel. Maar het bleek een zoveelste gruwelijke poging van het Iraanse gerecht om bekentenissen af te dwingen.
Intussen zit Ahmadreza weer in zijn dodencel. Zijn gedachten gaan ongetwijfeld naar zijn vrouw Vida en hun twee kinderen. De ontmoetingen die ik met hen had, zullen me altijd bijblijven. Vanwege hun strijdvaardigheid en - ondanks alles - hun geloof in een goede afloop voor de lieve man en papa die Ahmadreza Djalali is.
De Iraanse ambassade zit niet ver van de chique Louizalaan. Ooit deed de naam mensen verstijven van angst. Aan de Louizalaan was het hoofdkwartier van de Gestapo gevestigd. In de intussen beschermde kelders staan nog altijd de in de muren gekraste wanhoopskreten te lezen van wie er opgesloten zat, in afwachting van het allerergste. Die gruwelijke realiteit zo ver achter ons lijkt te liggen, is op veel plaatsen in de wereld nog altijd dagelijkse realiteit.
Is dat niet wat we vandaag ook zien in Hong Kong, in Catalonië en op zoveel andere plaatsen? Moedige mensen die de straat opgaan en de gitzwarte regen trotseren.
Dat een dubbele nationaliteit - zoals bij Ahmadreza - weinig bescherming biedt, mocht ook onze Belgisch-Turkse rechtenstudente Gülsüm Cetinkaya dit jaar ondervinden. Bij een bezoek aan Turkije belandde in een Turkse cel, en zolang het onderzoek loopt, mag ze het land niet uit. Een onderzoek naar wat? Naar Facebook-berichten van vier jaar oud waarin ze het opnam voor de Koerden in Turkije.
Eerder dit jaar mocht ik een eredoctoraat in ontvangst nemen van de Université Catholique de Louvain. Een hele eer, uiteraard. Maar tijdens de uitreiking werd ik vooral getroffen door de afwezigheid van een van de andere laureaten. De Saoedische vrouwenrechtenactiviste Loujain al-Hathloul moest haar eredoctoraat door haar zussen in ontvangst laten nemen, omdat ze al anderhalf jaar in de cel zit. Wie voor vrijheid vecht, zet zijn eigen vrijheid op het spel.
De Franse dichter Paul Eluard heeft in volle bezetting in 1942 een hartverscheurende ode aan de vrijheid geschreven, een ode in 21 kwatrijnen die - hier in een vertaling van Paul Claes - als volgt eindigt:
Op de herwonnen gezondheid
Op het geweken gevaar
Op de hoop zonder heimwee
Schrijf ik je naam
En door de kracht van een woord
Begin ik aan een nieuw leven
Ik besta om jou te kennen
Om jou te noemen
Vrijheid.
In het voorjaar maakte ik de première mee van de prachtige kortfilm die regisseur Jaco Van Dormael met dit gedicht als leidraad heeft gemaakt. ‘The Shape’, heet de film. We zien het onbekommerde leven op een Frans marktplein, tot plots een angstaanjagende donkere wolk boven de mensen samentrekt en gitzwarte regen over het plein laat neerdalen. Alle mensen vluchten naar een schuilplaats. En het blijft maar regenen. Tot een meisje naar buiten stapt, de gitzwarte regen trotseert en het gedicht van Paul Eluard voorleest. De zwarte vorm trekt zich terug, de blauwe hemel komt terug
Is dat niet wat we vandaag ook zien, in Hong Kong, in Catalonië en op zoveel andere plaatsen? Moedige mensen die de straat opgaan en de gitzwarte regen trotseren. Liberté j’écris ton nom.