Harry Zekollari, die vanaf 1 oktober prof wordt aan de VUB, krijgt van de Europese Unie een ERC Starting Grant ter waarde van bijna 1,5 miljoen euro voor zijn wereldwijd onderzoek naar de evolutie van gletsjers als gevolg van de klimaatverandering. Smeltende gletsjers vormen een serieuze uitdaging voor de watervoorziening in periodes van droogte in dichtbevolkte gebieden in Azië en in Zuid-Amerika. Het wegsmelten van die gletsjers heeft ook zijn gevolgen voor de biodiversiteit, de economie en zelfs, vooral dan in Europa, voor het toerisme.
“Gletsjers zijn de kanaries in de koolmijn”, zegt Zekollari. “Ze zijn het zichtbare bewijs dat ons klimaat wereldwijd aan het veranderen is. Meer dan 90 procent van de gletsjers overal in de wereld verliezen volume. Volgens de meest optimistische voorspellingen zal tegen het einde van de eeuw 25 procent van het globale gletservolume verdwenen zijn, pessimistischer voorspellingen gewagen van 50 procent. In de Europese Alpen zullen, in een pessimistisch scenario, zowat alle gletsjers verdwijnen in de komende vijftig jaar. Gletsjers zijn zo, net als koraalriffen of de oprukkende woestijnen, ambassadeurs van de klimaatverandering. En ze zijn ook voor ons belangrijk. De stijging van de zeespiegel als gevolg van het afsmelten van de gletsjers is belangrijk genoeg om maatregelen te nemen, ook voor onze kustlijn en voor onze havens. Het is daarom ook van belang dat het onderzoek naar de schijnbaar verafgelegen gletsjerveranderingen ook bij ons gebeurt.”
Het onderzoek van Zekollari bevindt zich op de interface tussen wat wetenschappers op het terrein en met satellieten observeren en de voorspellende modellen die ze maken. “We zullen voor onze modellen vooral gebruik maken van de visuele satellietdata uit het Europese Copernicus- en het Amerikaanse Landsat-programma. Daarmee kunnen we voor elk van de bijna 200.000 gletsjers in de wereld bepalen hoe groot ze zijn, hoe snel ze afsmelten en hoe snel ze bewegen. De stroomsnelheid van een gletsjer hangt voornamelijk af van de ijsdikte en van de helling aan het gletsjeroppervlak. Hoe steiler de helling en hoe meer massa de gletsjer bevat, hoe sneller die zal bewegen. Dunner wordende gletsjers hebben de neiging om trager te stromen, al wordt dat snelheidsverlies dan soms gecompenseerd door eventueel smeltwater dat onder de gletsjer geraakt, waardoor die beter kan glijden. We zullen dat soort processen trachten te kwantificeren met onze modellen”
De dikte van een gletsjer is moeilijk exact te bepalen. Voor circa. 1 procent van de gletsjers zijn er ook effectief precieze metingen uitgevoerd. Aan de hand van de combinatie van al die data kunnen wetenschappers de ijsdikte voor vele andere gletsjers bepalen door de bekende parameters te verwerken in hun modellen. “Eigenlijk proberen we op die manier van elke gletsjer een digital twin te maken, een digitale kopie van de eigenlijke gletsjer, waar we dan onze voorspellende modellen op los kunnen laten”, aldus Zekollari. “De modellen zullen ook dienen voor onderzoek van hydrologen, die nu soms hun eigen onderzoeksparcours volgen maar die er veel baat bij hebben om een gedetailleerde weergave van gletsjerevolutie in hun modellen te hebben. Ze kunnen nuttige info opleveren over hoeveel water gletsjers bufferen en hoe lang dat nog kan doorgaan. Let wel: mijn onderzoek houdt zich niet bezig met het adviseren van oplossingen aan overheden, maar het verder toegepaste onderzoek van bijvoorbeeld hydrologen op basis van mijn modellen kan daar wel erg nuttig voor zijn. Voor grote riviersystemen in de valleien ten zuiden van de Himalaya en in de Andes, waar soms honderden miljoenen mensen wonen die afhankelijk zijn van het smeltwater van gletsjers, zoals de Indusvallei, kunnen ze gebruikt worden om toekomstige droogtes te anticiperen en oplossingen mee te helpen ondersteunen.”
Het afsmelten van gletsjers heeft, naast de gevolgen voor de watervoorziening, ook een zware impact op de biodiversiteit van de stroomafwaarts gelegen gebieden. “Daar is nog weinig onderzoek naar gebeurd”, zegt Zekollari. “De veranderende waterhuishouding zal zeker haar gevolgen hebben voor de soorten die er afhankelijk van zijn. Alles verandert als je als soort meer of minder water ter beschikking hebt en als de gemiddelde omgevingstemperatuur stijgt of daalt. Anderzijds komen bij smeltende gletsjers ook grote arealen grond vrij, waarvan we nog niet goed weten welke soorten daar gaan op floreren. Recent was er nog een studie in Nature over dergelijke emerging ecosystems. Wij zullen kunnen voorspellen waar die zullen verschijnen. Wat de ecologische impact ervan zal zijn, is voer voor biologen.”
De data van Zekollari zullen ook door andere aardwetenschappers en klimatologen, zowel binnen als buiten de VUB, gebruikt kunnen worden voor hun onderzoeken. Zekollari zelf zal met zijn onderzoeksteam deel gaan uitmaken van de faculteit ingenieurswetenschappen. De ERC-grant zal, naast hoofdonderzoeker Zekollari zelf, werk verschaffen aan twee postdocs en twee doctoraatstudenten. De ERC Starting Grant heeft een looptijd van vijf jaar.