Driekwart van de psychiaters is voor het behoud van euthanasie als wettelijke levenseindeoptie voor patiënten die lijden aan een ernstige psychiatrische aandoening. Maar er is een minder grote bereidheid om actief met deze euthanasieverzoeken aan de slag te gaan.

In België kunnen patiënten die lijden aan een psychiatrische aandoening onder bepaalde omstandigheden hun leven beëindigen via euthanasie. Desalniettemin weerklinkt de laatste jaren een steeds luidere oproep om de huidige euthanasiewet terug te schroeven of te verstrengen. Nederlands onderzoek wees uit dat psychiaters een eerder terughoudende houding aannemen en zelden euthanasieverzoeken van deze patiëntengroep honoreren. Maar hoe staan psychiaters in Vlaanderen tegenover de Belgische euthanasiewet en -praktijk bij deze patiëntengroep? In welke mate zijn ze bereid om een concrete, actieve rol in dergelijke euthanasieprocedures te vervullen? En zo ja, welke rol? En in welke mate werden ze tijdens hun loopbaan geconfronteerd met zulke euthanasieverzoeken en -procedures?

Onderzoekers van de End-of-life Care Research Group (VUB-UGent) polsten bij 184 psychiaters naar antwoorden op deze pertinente vragen. Tussen november 2018 en april 2019 lanceerden ze een bevraging bij alle psychiaters die aangesloten zijn bij de Vlaamse Vereniging voor Psychiatrie (die 80-90% van alle psychiaters in Vlaanderen vertegenwoordigt). Het is voor het eerst dat een dergelijke, omvangrijke bevraging werd gelanceerd in Vlaanderen. De resultaten van deze bevraging werden recent in BMC Psychiatry gepubliceerd.

Uit die resultaten blijkt dat driekwart van de psychiaters zich schaart achter de wettelijke mogelijkheid van euthanasie voor patiënten die ondraaglijk lijden aan een medisch uitzichtloze psychiatrische aandoening. De overgrote meerderheid van psychiaters is ervan overtuigd dat het lijden van deze patiënten ondraaglijk (95%) en medisch uitzichtloos (84%) kan zijn.

Een minderheid van de psychiaters was bereid om de uitklaring van een uitdrukkelijk euthanasieverzoek op zich te nemen (39%) of hiertoe formeel advies te verstrekken (30%). Nog minder psychiaters zagen een rol als uitvoerend arts voor zich weggelegd (< 10%). Wel zou de meerderheid een psychiatrische patiënt met dergelijk verzoek doorverwijzen naar een collega voor de verdere uitklaring van het euthanasieverzoek. Ook bleek dat tachtig procent van de bevraagde psychiaters reeds geconfronteerd is geweest met een uitdrukkelijk euthanasieverzoek van een volwassen psychiatrische patiënt. 73% heeft zelfs een actieve rol vervuld tijdens een euthanasieprocedure, al bleef deze rol eerder beperkt tot het doorverwijzen van de eigen patiënt naar een collega-arts/psychiater voor de verdere uitklaring van diens euthanasieverzoek Een minderheid nam zelf de uitklaring van het euthanasieverzoek op of verleende formeel advies Slechts 4.5% van de bevraagde psychiaters was betrokken bij de uitvoering van de euthanasie.

“Dit onderzoek toont aan dat euthanasie bij psychisch lijden geen randfenomeen is”, aldus onderzoekster Monica Verhofstadt. “Zelfs al zouden alle psychiaters die de vragenlijst niet ingevuld hebben nooit geconfronteerd zijn geweest met zulke euthanasieverzoeken, dan nog zou ruim een kwart van de psychiaters er minstens 1 keer mee in aanraking gekomen zijn én zelfs bereid zijn om met euthanasieverzoeken van deze patiënten aan de slag te gaan.”

Ondanks het brede draagvlak voor euthanasie en de grote intrinsieke bereidheid om met euthanasieverzoeken van deze patiëntengroep aan de slag te gaan, zijn psychiaters erg terughoudend om een formele rol als uitklarend, adviserend of uitvoerend arts op zich te nemen. De helft van de psychiaters acht een concrete betrokkenheid bij een dergelijke euthanasieprocedure ook moeilijk verenigbaar met de therapeutische hulpverleningsrelatie.

---

Link naar de artikels in BMC Psychiatry