Doctoraatsonderzoek VUB
In haar doctoraatsonderzoek aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB) en de UAntwerpen met als titel When chopsticks meet forks: A linguistic landscape study on Chinese communities in multilingual Antwerp and Brussels onderzocht onderzoeker Rui Guo hoe zowel in Antwerpen als in Brussel het Chinees op sommige plekken het straatbeeld heeft ingenomen en keek ze ook naar het taalgebruik van die Chinese minderheidsgroepen in het meertalige Antwerpen en Brussel. In veel grote steden is er sprake van heuse Chinese wijken, de zogenaamde Chinatowns, waarvan in de twee grootste Belgische steden slechts een bescheiden versie bestaat. Nederlands en Frans zijn bijlange na niet de enige talen in ons straatbeeld, aldus Guo, want België is een taalkundig en cultureel diverse staat.
“België is de thuisbasis van veel internationale instellingen en verschillende immigrantengroepen van over de hele wereld”, zegt Guo. "Toch beperken veel studies over de interactie tussen de verschillende talen in België, vooral in grootstedelijke context, zich tot het Nederlands en het Frans als de twee officieel erkende meerderheidstalen. Studies die de - vooral kleinere - immigrantentalen grondig onderzoeken, zijn relatief zeldzaam. Zelfs grootschaligere overzichtsstudies over taalvaardigheid en taalgebruik in diverse sociale domeinen kampen met een ondervertegenwoordiging van kleinere taalgemeenschappen."
“Chinese winkels en andere kleine ondernemingen in de vele etnische Chinatown-wijken in heel Europa gebruiken geschreven teksten en visuele middelen in hun advertenties, uithangborden en naamgevingspraktijken. Ze trekken een brede waaier van klanten aan, zowel lokale bewoners als toeristen, en zowel met een westerse als niet-westerse achtergrond. Als je door de straten van Chinese buurten in Europa loopt, zul je merken dat de uithangborden ook verschillende samenstellingen hebben. Je vindt die verscheidenheid zelfs in de verschillende buurten binnen dezelfde stad."
Een historische en vergelijkende studie van de publieke visuele communicatie, en dus ook van de teksten, op uithangborden in drie Chinese buurten in België kan bijdragen tot een beter begrip van de achtergrond van de Chinese diaspora in ons land. Het onderzoek geeft inzicht in hoe ze hun commerciële activiteiten ontplooien in België, in een totaal andere context dan in hun regio's van herkomst.
“Een van de vragen die in mijn doctoraat aan bod kwam, is waarom etnisch-Chinese buurten in verschillende steden in België een heel verschillend uitzicht hebben," zegt Guo. “Eerst en vooral zijn er tijdens verschillende migratiegolven Chinezen uit andere regio’s in China naar België gekomen met hun eigen taal en hun eigen specifieke Chinese karakters. Tijdens de eerste migratiegolf, vanaf de jaren vijftig en zestig, waren dat vooral Cantoneestaligen uit het zuiden van China, die in meerderheid in Antwerpen terecht zijn gekomen en in diezelfde periode over de hele wereld zijn uitgezwermd. Zij gebruikten eerder de traditionele Chinese karakters. De Chinezen die in Brussel terechtkwamen, vooral op het einde van de vorige eeuw, waren veeleer afkomstig uit de regio’s rond Shanghai en Hong Kong. Ze vestigden zich in de Dansaertwijk waar het onroerend goed toen nog erg goedkoop was. Zij gebruikten meer vereenvoudigde karakters. Wat je vooral in Brussel ziet is dat de Chinese ondernemers de namen van hun zaken Frans klinkende namen gaven en die dan met Chinese karakters zo goed mogelijk probeerden na te bootsen. Ze hebben met andere woorden het Chinees ‘geromaniseerd’, wat voor een Chinees uit China erg eigenaardig is. Ze deden dat om de namen van hun zaak herkenbaar te maken. Hetzelfde fenomeen zie je in gelijkaardige Chinatowns in de rest van Europa die omstreeks dezelfde periode zijn ontstaan. Het Chinees in Antwerpen ziet er dus anders uit dan dat in Brussel.”
Dat is meestal ook de reden waarom Chinese handelszaken erg duurzaam zijn: ze veranderen niet of nauwelijks als de zaak wordt overgelaten aan een volgende Chinese familie.
“Tot zelfs de menu’s in restaurants blijven vaak identiek, zodat klanten soms niet eens merken dat er nieuwe eigenaars zijn. Toch veranderen die zaken geregeld van eigenaar. Als een Chinese zaakvoerder genoeg verdiend heeft, dan gaan hij graag met pensioen.”