Beste mensen, Ik ga het kort houden: het afgelopen zangfeest was het beste, het mooiste en het tofste zangfeest, dat ik ooit heb meegemaakt. Ik moet u hier nu over inlichten, maar het zangfeest was zo tof en is al zo lang geleden, dat ik me er eigenlijk bijster weinig over kan herinneren.
- een student van Limburgia in de studentenkrant Limbabwe, 1997/98
In 1975 ontstaan er twee belangrijke studentenzangfeesten. Het Festival de la chanson Estudiantine, georganiseerd door de Cercle Polytechnique, op de ULB en het zangfeest van het Katholiek Vlaams Hoogstudenten Verbond op de KULeuven. Dat laatste zangfeest breidt zich in 1979 ook uit naar Antwerpen.
Philippe Vandermeer studeert in de jaren 1980 Germaanse filologie en Bedrijfskunde aan de VUB. Hij wordt in 1985 praeses van Germania-Romania (Gerrom) en in 1987 voorzitter van het BSG. Philippe is een enthousiasmerend studentenleider met uitgebreide organisatorische talenten en voor hem gaan vrolijkheid en engagement hand in hand. Vandermeer is zowel initiatiefnemer van het Zangfeest in 1986 als van De Zangfaculteit in 1992. Voor de organisatie van het Zangfeest kan hij rekenen op hulp van heel wat (pro)senioren. Het Zangfeest start als een grote cantus ā met alleen microās en een piano ā in een auditorium waar normaal les gegeven wordt. āHet is zowel voor de organisatoren als voor de āzangersā een totaal nieuwe ervaring, en als de stembanden het uithouden tot het einde van de avond zijn we al tevreden. Uiteraard is het de bedoeling van dit zangfeest een jaarlijkse traditie te maken en aldus de kwaliteit ervan van jaar tot jaar te verbeteren,ā zo verhaalt het eerste programmaboekje.
Philippe zit vol met ideeĆ«n. Het Zangfeest moet voor hem dienen om de studentikoze cultuur te bewaren door de studenten in groep liederen te laten zingen. Het gaat enerzijds om de overdracht van generatie op generatie, anderzijds moeten oude liederen weer worden aangeleerd. Het koor op het podium zingt nieuwe en oude liedjes en door samenzang neemt de zaal ze over en leert ze aan. Vrijzinnige liederen krijgen op initiatieven als het Zangfeest of bij De Zangfaculteit, een prominente plaats. Heel wat studentikoze leden van kringbesturen zijn overtuigd vrijzinnig. Philippe staat dan ook volledig achter de idee om het Zangfeest te verbreden naar de vrijzinnige wereld. Zo gezegd, zo gedaan: het Zangfeest verandert in 1991 in āVrijzinnig Zangfeest van Vlaanderenā, waardoor het plots een veel ruimer en geĆ«ngageerder karakter krijgt. Het is een gezamenlijk studentikoos en vrijzinnig antwoord op een soort nationalisme dat vrijzinnige studenten niet zien zitten. De deelnemers aan het Vlaams Nationaal Zangfeest bezingen de Vlaamse zelfstandigheid, terwijl de deelnemers van het Vrijzinnig Zangfeest de vrijheid en de ontplooiing van het individu, van de maatschappij en van de cultuur bezingen om de toekomst beter aan te kunnen. Beide zangfeesten zijn dan ook fundamenteel en conceptueel zeer verschillend. De uitbreiding is een groot succes: terwijl in de jaren 1990 de andere zangfeesten in Vlaanderen wegkwijnen, zit Aula Q afgeladen vol (ca. 1400 aanwezigen).
Sem Moerman, zangfeestcoƶrdinator van het 1ste Vrijzinnig Zangfeest van Vlaanderen, maakt van de wijziging gebruik om een competitie tussen de kringen toe te voegen aan het Zangfeest.
Die bevat een belangrijk vrijzinnig element: de inzendingen moeten origineel zijn en een studentikoze of vrijzinnige inslag bevatten. Dit geeft aanleiding tot de āprijs van de vrijzinnigheidā voor de tekst die op een frisse manier de vrijzinnigheid bezingt. Dat laatste blijkt niet zo gemakkelijk. In een artikel over de vrijzinnigheid van de ingezonden liederen in 1994 merkt Achille Moerman op: āte veel tegen de kerk en niet tegen andere godsdiensten gericht. Had ze allemaal 0/10 willen geven voor vrijzinnigheid, maar gaf dan toch 5/10. Commentaren blijven ook daarna nog komen: Vrijzinnigheid wordt echt implicieter bedoeld. Het is niet de bedoeling dat je punten scoort door 10 x PoincarĆ© en Verhaeghen te vernoemen. Vooral het verhaal in het lied zou de principes van vrijzinnigheid moeten weerspiegelenā¦.ā Volgens het zangfeestreglement van 2004 kunnen punten verdiend worden voor muzikaliteit, artistieke kwaliteit, originaliteit, de podiumact en vrijzinnigheid. Is de tekst geĆÆnspireerd op de principes van vrij onderzoek, studentikoziteit en broederlijkheid, dan omhelst dit dat het verhaal en niet zozeer de verwoording deze principes weerspiegelt. Maar: bij ex aequo wint diegene die het hoogst scoorde in muzikaliteit; dat was in de jaren voordien diegene die hoogst scoorde in vrijzinnigheid.
Vreemd genoeg zorgt het wedstrijdconcept er ook voor dat de vrijzinnige deelnemers van buiten de universiteit na de milleniumwissel weer langzaam uitdunnen. Door het toenemend belang van de competitie tussen de creaties van de kringen wordt er steeds minder aan samenzang gedaan. Wie denkt dat hij op het zangfeest nog eens uit volle borst de oude geuzenliederen kan zingen, is eraan voor de moeite. Bovendien is een donderdagavond voor ouders of werknemers geen evidente avond om eens tot laat door te zakken. Het āVrijzinnig Zangfeest van Vlaanderenā evolueert daardoor langzaam opnieuw tot āVrijzinnig Zangfeestā. De studenten merken het nauwelijks, maar in 2011 of 2012 valt de bepaling āvan Vlaanderenā ongemerkt uit de titel weg. Het is dan ook meer een Brussels dan een Vlaams event en de studenten domineren het feest, zowel bij de organisatie als op het podium.
Het Vrijzinnig Zangfeest blijft echter wel de luis in de pels van de zangfeesten in Vlaanderen. Op het Vlaams Nationaal Zangfeest zingen ordelijke scharen nationalisten liederen die op de huidige Brusselse cantussen nauwelijks of helemaal niet meer gezongen worden (Vlaamse Leeuw, Blauwvoet), met op de achtergrond een orkest met schetterende trompetten en roffelende trommels. Centraal treden geĆ¼niformeerden op: scouts en jeugdgroepen in korte broek, vendelzwaaiers, ordelijk marcherend, soms in figuren, zoals militaire kapellen. Meisjesdansgroepen vendelzwaaiende turnsters of vendelzwaaiers in klederdacht treden op tussen de liederen.
Niets van dat alles op het Vrijzinnig Zangfeest. Geen vendelzwaaiers op het podium, wel vlaggen bij de kringen in het publiek als uiting van gebondenheid aan de kring. Geen verheerlijking van eigen volk, maar wel verheerlijking van een streven naar vrijheid en ontplooiing.
Meer weten? Literatuurtip: Schoon uit de toon! Het vrijzinnig zangfeest op de VUB sinds 1986. CAVA, 2015, ook te lezen in de leeszaal van CAVA (lokaal 0.B.036).