Vorige week werd in het VK de Loneliness Awareness Week georganiseerd om aandacht te vragen voor eenzaamheid en om mensen aan te zetten erover te praten. Voor de onderzoeksgroep Society and Ageing Research Lab van de VUB aanleiding om het eigen multidisciplinair onderzoek, waaronder ‘A Lonely Planet’ in de kijker te zetten.

Volgens het Nationaal Geluksonderzoek uit begin 2022 voelt bijna een derde van de Belgen (32%) zich erg eenzaam en nog eens 36% matig eenzaam. Mogelijk speelden de naweëen van de covid-pandemie hierbij nog een rol maar volgens recente cijfers uit het VK kampt 45% van de volwassenen met gevoelens van eenzaamheid. Verontrustende cijfers, toch is eenzaamheid geen ziekte: het is eerder een signaal dat de behoefte aan sociale contacten aangeeft. Maar langdurige of blijvende gevoelens van eenzaamheid kunnen de psychische en fysieke gezondheid wel schaden.

VUB’ers Liesbeth De Donder, professor Agogische wetenschappen, en doctoraatsonderzoeker Freya HĂ€ussermann werken mee aan het project ‘A Lonely Planet’, dat de relatie tussen eenzaamheid en de buurt waar we wonen onderzoekt, in samenwerking met HIVA-KULeuven en Thomas More Hogeschool.

Freya HĂ€ussermann: “A Lonely Planet onderzoekt de kenmerken van een buurt die gevoelens van eenzaamheid kunnen versterken of tegen kunnen gaan. Eenzaamheid wordt heel vaak vanuit het individuele aspect bekeken en bestudeerd. Dit onderzoek richt zich op het buurtgerichte niveau en we willen een antwoord vinden op de vraag hoe we de buurt kunnen inrichten zodat er aandacht komt voor gevoelens van eenzaamheid.”

Liesbeth De Donder: “Als je naar internationaal eenzaamheidsonderzoek kijkt, gaat het heel vaak over individuele risicofactoren als leeftijd, burgerlijke staat, gescheiden of weduwnaar geworden, opleidingsniveau. Door eenzaamheid te reduceren tot een individueel probleem leidt het vaak tot individuele oplossingen of strategiĂ«en die een persoon naar activiteiten stuurt, naar psychosociale trainingen of interventies. A Lonely Planet wil dat verbreden en vermaatschappelijken door de buurt te onderzoeken.”

 

Kijk je dan naar wat er in een buurt voorhanden is?

Freya: “Ja, maar ook naar wat er nog kan ontwikkeld worden. Het wegvallen van buurtwinkels bijvoorbeeld, heeft ervoor gezorgd dat er minder ontmoetingsmogelijkheden zijn. Maar wat voor ouderen interessant kan zijn, is dat misschien niet voor jongvolwassenen. Zij hebben andere noden als het over eenzaamheid gaat.”

Liesbeth: “Een deel van het onderzoek is een onderscheid maken tussen sociale en fysieke buurtkenmerken. Het andere, innovatieve deel is dat we niet enkel naar het hier en nu kijken. We onderzoeken dus niet enkel hoe de buurt er nu uitziet en wat buurteigenschappen op dit moment zijn. Waar we in ander onderzoek steevast levensloopverhalen van individuen verzamelen, willen we nu ook buurtlevensverhalen opnemen. We stellen steeds dat we niet kunnen begrijpen waarom mensen nu eenzaam zijn, zonder hun leven te kennen, zonder te weten wat er in de jeugd gebeurd is, wat ze allemaal doorheen het leven hebben meegemaakt. Die benadering willen we ook toepassen op het verhaal van de buurt: hoe heeft die zich ontwikkeld door de jaren heen?”

 

Wat is de ambitie van het project?

Liesbeth: “Het project is pas gestart in december en loopt over vier jaar. Er is het ambitieniveau dat lokale besturen zelf een inschatting kunnen maken op basis van onze bevindingen.”

Freya: “We hebben drie onderzoeksluiken: literatuur en verkennend onderzoek, een representieve bevraging dat we uitsturen naar 15 tot 20 duizend 18+’ers en daarnaast gaan we tien concrete buurten opvolgen. Zelf start ik binnenkort met een datacollectie waarbij ik mensen van verschillende buurten in Vlaanderen en Brussel ga bevragen aan de hand van de foto-voicemethode. Daarbij brengen ze hun buurt zelf in beeld en aan de hand daarvan ga ik het gesprek met hen aan over hun buurtbeleving en eenzaamheid.”

 

Wat is jullie motivatie?

Freya: “Ik was 8 jaar afdelingshoofd in een voorziening voor volwassenen met een mentale beperking van het OCMW Brugge en tijdens de corona-pandemie viel me op dat veel mensen over hun eenzaamheid begonnen te spreken. Ik vroeg me daarop af waarom we niet vaker in onze buurt initiatieven nemen om dat tegen te gaan en ervoor zorgen dat mensen zich goed voelen in hun buurt. Iedereen krijgt in het leven wel eens te maken met eenzaamheidsgevoelens, dat staat los van de leeftijd. We moeten voorkomen dat men naar een chronische eenzaamheid gaat door het preventief aan te pakken. Het blijft een vreemd idee dat er zoveel mensen bij elkaar wonen in een stad, maar dat achter al die huisdeuren zoveel vereenzaming is.”

Liesbeth: “Op congressen over eenzaamheid gaat het vaak over ouderen en wordt het enkel herleid tot gezondheid en gemedicaliseerd. Wij willen verder gaan dan dat. Eenzaamheid is niet met een pilletje op te lossen.”

 

Kijken jullie nu anders tegen jullie eigen buurt aan?

Freya: “Eerlijk gezegd ken ik maar heel weinig mensen uit mijn straat. Maar als er bijvoorbeeld een rommelmarkt is, dan connecteer ik makkelijker met de buren. Ik let nu vooral op de buurtcohesie in mijn straat.”

Liesbeth: “Ook de campus van de VUB beschouw ik als een buurt. De VUB als compassionate university helpt de ‘VUB-bewoners’ bij emotioneel moeilijke momenten in het leven als sterven en rouwen. De eenzaamheid na een overlijden van vrienden of collega’s is vaak groot. Eenzaamheid onder studenten mogen we ook niet onderschatten, hun wereld is vaak heel plots veranderd door op kot te gaan en op een universiteit in een nieuwe, grote stad terecht te komen.”