Prof. dr. Frank Scheelings, in een vorig leven voorzitter van de Zangfaculteit, haalt herinneringen op aan die keer dat de Zangfaculteit in onderbroek de openingszitting opluisterde.

Ik ben een tijdje voorzitter van de Zangfaculteit, het koor van de VUB, geweest. We hadden een chronisch tekort aan leden en iedereen die wilde zingen mocht komen.  Je vond er studenten, maar ook oud-presessen en een aantal mensen die eerder heel netjes waren. Het was dus een bonte mengeling en juist dat gaf het koor wel een speciaal karakter. Het had ook een speciale stijl: we zongen vierstemmig, zoals een echt koor, helemaal in het zwart, maar we zongen vooral bewerkingen van studentenliederen, vrijzinnige liederen en ‘catches’, 17e eeuwse Engelse studentenliederen die gingen over dienstmeiden die door adellijke heren zwanger gemaakt waren enzo. We probeerden de aankondigingen, die op muzikale avonden altijd verschrikkelijk saai zijn, zo grappig mogelijk te maken. Steeds meer werden we gevraagd op officiële gelegenheden en dus ook op de academische openingszittingen.

Toen kwam die fameuze openingszitting van 1999. We hadden gehoord dat rector Witte een pleidooi zou houden voor meer middelen. Er waren enorme besparingsmaatregelen geweest, de rector heeft in haar ambtsperiode veel moeten vechten om geld. We wilden haar vraag graag ondersteunen, want de studenten waren terecht zeer kritisch ten opzichte van al die besparingen. Daarom paste ik de tekst van een bestaand lied dat we zongen, Dadoo Ron Ron Ron, een hit van de Crystals uit 1963, aan op maat. In dat lied kwam een zinnetje voor geadresseerd aan de politici: ‘Haal het onderzoek, uit zijn onderbroek, betaal voor onderwijs, een eerlijke prijs, ja een eerlijke prijs’. Ik wilde de koorleden ervan overtuigen om in onderbroek te gaan, maar de meisjes vonden dat erover. Het compromis was: in boxershort. Voor dat nummer gingen we dus keurig in het zwart (van boven) en verder in boxershort.

Enfin, op de dag zelf hebben we tijdens het eerste intermezzo in nette kledij een ‘gewoon’ lied gezongen. Toen was het de beurt aan de rector en Els Witte hield daarop een rede zoals alleen zij dat kon, zeer serieus en sterk beargumenteerd. Ze wilde haar punt maken en nam haar tijd: toen iedereen dacht dat ze gedaan had, zei ze ‘Ten tweede…’ en daarna kwam ook nog wel een ‘Ten derde’. Maar het was goed opgebouwd en er was geen speld tussen te krijgen. Ze kreeg verdiend applaus en ging weer zitten. Daarna kwamen wij op in boxershort. Ik herinner me nog de paniek in de ogen van de rector en het gegnuif in de zaal. Els Witte had alle politieke contacten aangehaald om de VUB te ondersteunen en de voorste rijen in de Q zaten goed vol met ministers en staatssecretarissen. Wij zongen ons meerstemmig swingend pleidooi voor meer subsidies. Dat lied ging snel; na twee minuten hadden we gedaan. De zaal veerde juichend recht en gaf een staande ovatie die langer duurde dan het lied zelf. De meeste politici konden de grap wel smaken, Bert Anciaux (die ook lid was van de Raad van Bestuur) rolde bijna van zijn stoel van het lachen, en het personeel van de VUB ging uit de bol. De rector was opnieuw ontspannen en zat te genieten. We moesten het refrein op aandringen van de zaal nog eens overdoen. Minister van Onderwijs Marleen Vanderpoorten heeft daarna met rode wangen een verhoging van de middelen aangekondigd. Ongetwijfeld lag dat meer aan het degelijke lobbywerk dat de rector bij haar had gedaan, dan aan ons lied. Maar dat studentikoze statement kwam wel op het juiste moment.