De politie zit tussen twee vuren. Volgens de een treden ze te hard op, volgens de ander te soft. Professor criminologie Sofie De Kimpe publiceert samen met haar collega Tom Van Den Broeck een handboek over de politie, ‘Blauw’. “De politieopleiding is nu te veel een intern gesloten verhaal met weinig oog voor maatschappelijke inbreng.”
Voor wie hebben jullie het boek geschreven?
“We hebben het boek niet alleen geschreven voor studenten die een politieopleiding volgen, maar ook voor mensen die al bij de politie werken, beleidsmakers, parketmagistraten, bestuurders…
Vandaag zijn er tienduizend mensen die zich voor de politieopleiding aanmelden. Maar er worden er amper 1.000 geselecteerd. Het zijn dus niet de juiste mensen die zich aanmelden. De kandidaten zijn vooral mensen die zich aangetrokken voelen door de spanning die rond het beroep hangt, waarschijnlijk liefhebbers van Flikken Maastricht, Kamp Waes, CSI en dat soort tv-series. In werkelijkheid is de job minder avontuurlijk, soms zelfs saai. Er worden ook heel wat skills vereist. Je moet sociale vaardigheden hebben, de samenleving kennen, mensen in de samenleving begrijpen en aanvoelen. De selectie wordt nu enkel gedaan door de politie zelf. Ook de vorming van de studenten is een erg exclusief politieverhaal. Intern noemen ze dat ‘van bleu naar blauw’. Nieuwelingen komen onbevangen binnen en en krijgen een traditioneel blauw kleurbad. De politieopleiding heeft daarbij weinig oog voor maatschappelijke inbreng. Als criminologen zouden wij graag zien dat de opleiding veel meer de hedendaagse samenleving reflecteert.”
Hoe maak je het korps divers en inclusief?
“Dat is een probleem. De politieleiding worstelt daar zelf ook mee. Ze probeert het korps diverser te maken door zich te richten op kandidaten die geen onderwijskansen hebben gehad, zodat deze kunnen opklimmen op de sociaaleconomische ladder. Diversiteit zoeken ze bij laagopgeleiden en dat is een oubollige manier om naar diversiteit te kijken.
"Zodra mensen in contact komen met politie ontstaat er ontevredenheid en dat is toch problematisch voor een dienstverlenende organisatie"
Ze slagen er niet in groepen met een migratieachtergrond naar de politie te krijgen en als die al komen, verlaten ze die organisatie vaak snel. Het ontbreekt de politie ook aan status. De politieopleiding duurt 1 jaar en levert geen diploma af. Er zijn ook weinig verdere opleidingsmogelijkheden. Voor velen, zeker ouders, is dit is vandaag nog steeds belangrijk. Ook mensen met een migratieachtergrond vinden dat. Bijkomend, van de nieuwe studenten aan de politieschool heeft ongeveer dertig procent een diploma hoger onderwijs. 65% procent van diegenen die instromen in de politieorganisatie heeft geen diploma hoger onderwijs, dat is veel lager dan gemiddeld in de maatschappij. Politiemensen op straat komen dus steevast in contact met mensen die hoger opgeleid zijn dan zij. Het diploma als toegangsvoorwaarde zou dus een goede eerste stap zijn.
Maar daarmee zijn we er nog niet. De politie heeft een slecht imago bij mensen met een migratieachtergrond. Daarom moet je ook bij de opleiding en het korps een inclusieve cultuur scheppen. Dat vergt een enorme omslag.
Wordt er niet te snel geoordeeld over de politie?
“Kijk, ongeveer 67 procent van de bevolking is tevreden over de politie. Dat is een ruime meerderheid. Mensen willen graag een politie die hen beschermt. Veiligheid is een basisbehoefte. Dat zien we vandaag in de Peterboswijk (het deel van Anderlecht dat geplaagd wordt door drugsgeweld, n.v.d.r.) De mensen hebben daar nood aan. Dus dat is belangrijk. Maar 75% van die 67% heeft nog nooit contact gehad met de politie. Het loopt net vaak fout als er contact is geweest tussen de burger en de politie. Daarbij gaat het zowel over contact tussen politie en dader, slachtoffer of getuige, … . Dus van zodra mensen in contact komen met politie ontstaat er ontevredenheid en dat is toch problematisch voor een dienstverlenende organisatie.
Maar het is ook waar dat de politie met de vinger wordt gewezen voor allerhande problemen waar ze zelf niet altijd vat op hebben. Dat heeft ze voor een stuk zelf gecreëerd, want ze heeft zichzelf altijd opgeworpen als beschermer en degene die de boeven kan vangen. In Amerika zie je nu een politieke beweging die vraagt om een andere visie op het werk van de politie. Onder invloed van Black Lives Matter wordt de vraag gesteld of je wel voor alle maatschappelijke problemen politie nodig hebt. Ga problemen ook eens bekijken van de sociale kant.
Ook het gezag van de politie is tanende, net zoals het aanzien van andere autoriteiten. Vroeger was er het onvoorwaardelijk gezag van de politie, leraren, pastoors… Als we een uniform zagen, dan werd er gehoorzaamd. Vandaag is dat niet meer het geval. De politie zal daar aan moeten wennen, maar ze moet daar ook in opgeleid en begeleid worden.
Ik denk dat het een tweeledig verhaal is. Je moet de politie niet altijd kop van Jut maken. We moeten veel respect hebben voor wat ze dagelijks doen. Maar ze hebben wel echt nood aan professionalisering en zouden meer ‘in tune met society’ moeten zijn. Nu heeft de politie soms een te enge blik op maatschappelijke problemen en de oplossingen daartoe..”