VUB-historicus Wouter Ryckbosch sprak in De Wereld van Sofie op Radio 1 over de geschiedenis van werk en vrije tijd. Mensen zijn moe gewerkt, maar ligt dit aan onze werkuren of is de manier waarop we ons werk invullen het probleem?

Ryckbosch nuanceert aan de hand van de aristocratie, die hun status staande hielden door te tonen dat ze zich niet bezighielden met handenarbeid. “Ook nog na de typische periode van de aristocratie, na het ancien regime, ook in de 19e en de 20ste eeuw bijvoorbeeld was dat voor een bepaalde groep, de happy few, inderdaad een voorrecht.” Tonen dat iemand zijn of haar tijd kon verspillen, of anderen hun tijd laten verspillen werd gezien als een statussymbool, maar dit was natuurlijk de ervaring van een kleine minderheid in de wereldgeschiedenis.

Maar zijn we dan ook van dit ideaal overgeslagen naar het andere extreem van burn-outs en verlaat pensioen? Volgens Ryckbosch is dit waar op een grote schaal, bijvoorbeeld de jager-verzamelaar gemeenschappen die volgens populaire studies minder tijd zouden hebben besteed aan het bevredigen van hun basisbehoeftes. Pas na de industriële revolutie zouden vrije tijd en werk zo sterk tegenover elkaar zijn komen te staan.

Beluister het volledige interview op radio1.be.